Einde van de stint is in zicht: ‘Het is financieel op’
Het einde van de Stint is in zicht. De eigenaar van het bedrijf heeft onlangs alle negentien werknemers moeten ontslaan.
Volgens Edwin Renzen, maker van de Stint, komt dit omdat de politiek maar geen besluit neemt over een terugkeer op de weg van het vervoermiddel voor de kinderopvang.
„Het is financieel op”, zegt Renzen in een interview met RTL Nieuws en de Volkskrant. Hij noemt het „heel zuur” dat zijn bedrijf na 22 maanden alsnog kapot gaat. Zo’n drieduizend Stints werden in 2018 van de weg gehaald, na het dodelijk ongeluk op een spoorwegovergang in Oss, waarbij vier kinderen om het leven kwamen en de begeleidster zwaargewond raakte.
Lees ook: Stint-debat: ‘Had nooit op de weg gemogen’
‘Voor stint door ieder hoepeltje gesprongen’
„We hebben werkelijk alles gedaan wat van ons is gevraagd. We zijn door ieder hoepeltje gesprongen. We hadden voor de zomer al de weg op kunnen zijn, want er liggen positieve rapporten van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en TNO. Waarom lukt het niet? Dat begrijp ik niet. Het is politiek.”
Renzen overweegt het ministerie aansprakelijk te stellen. Volgens hem zijn „de spelregels tijdens het spel veranderd” door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. „In de verlenging van de speeltijd, na de wedstrijd, worden er met terugwerkende kracht opeens nieuwe criteria bedacht, waarvan wij niet eens weten hoe we daaraan moeten voldoen. Dit is echt de verkeerde volgorde.”
‘Dan wil je niet dat hij weer op de weg komt’
Volgens Renzen is er sprake van onbehoorlijk bestuur. Aanvankelijk werd gezegd dat de toelating elf tot maximaal twaalf weken zou duren. Inmiddels zijn het twaalf maanden. „Als je op dit punt weer gaat uitstellen, dan wil je gewoon niet dat de Stint de weg weer op komt. Dan had ik dat liever aan het begin gehoord. Eigenlijk voel ik me gewoon besodemieterd.” Hij roept het ministerie op om alsnog snel groen licht te geven.