Agenten mogelijk toch vervolgd voor racistische appjes
Vijf agenten uit Rotterdam worden mogelijk toch vervolgd voor vermeend racistische berichten die ze aan elkaar hadden gestuurd via WhatsApp. Maatschappelijke organisaties spannen bij het gerechtshof een zogeheten artikel 12-procedure aan.
Begin augustus besloot het Openbaar Ministerie de agenten niet te vervolgen. De initiatiefnemers van de procedure zijn het daar echter niet mee eens. Volgens het OM waren de appjes niet strafbaar, omdat de agenten het niet in het openbaar bespraken maar in een besloten groep. Wel zijn de chats „zeker laakbaar en niet passend”.
De coalitie die wil dat justitie de agenten alsnog gaat vervolgen bestaat uit maatschappelijke organisaties RADAR, de islamitische koepelorganisatie SPIOR, het overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCAN) en de organisatie Controle Alt Delete, die zich inzet tegen etnisch profileren door de politie. Er zijn ook burgers betrokken bij de procedure.
„Wij zien dat het Openbaar Ministerie onvoldoende optreedt tegen racistisch gedachtengoed bij agenten. Daar mag binnen de politie geen plek voor zijn”, zegt de woordvoerder van de coalitie.
Klokkenluiders die de politieleiding Rotterdam tot twee keer toe informeren over het bestaan van racistische appjes binnen de eenheid, krijgen zelf de wind van voren van @politie_rdam en Aboutaleb. https://t.co/HzwwO1iB30
— Roland Strijker (@RolandRTL) August 25, 2020
‘Kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’
Eind juni onthulde NRC de berichten van de agenten. De politiemannen maakten in hun appgroep burgers uit voor „kankervolk”, „kutafrikanen” en „pauperallochtonen”. Die racistische opmerkingen maakten ze vorig jaar, toen een 15-jarige jongen door donkere tieners was mishandeld, in Spijkenisse. De agenten werkten op het bureau aan het Marconiplein.
Niet de beslotenheid van de appgroep is bepalend, vinden de organisaties, maar het verspreiden van de berichten. Het delen van berichten in een appgroep valt ook onder verspreiden, zo redeneren ze.
Bj een artikel 12-procedure moet het gerechtshof de klacht te bestuderen. Het hof gaat adviezen inwinnen en klagers kunnen worden opgeroepen voor een hoorzitting. Het OM zal het gerechtshof adviseren, al beslissen uiteindelijk de rechters of het OM wel of niet tot vervolging moet overgaan.
Als de klager in zijn gelijk wordt gesteld, betekent dat alleen dat het hof reden ziet de zaak alsnog aan de rechter voor te leggen. Het betekent niet dat de zaak in een veroordeling zal eindigen. Daar beslist de rechtbank over.
Lees ook: Doden en gewonden door aanval met mes in Nice, ‘lijkt terreurdaad’