Slachtoffers Japanse bezetting Nederlands-Indië herdacht
Bij het Indisch Monument in Den Haag zijn de slachtoffers van de Japanse bezetting in Nederlands-Indië herdacht. Vandaag is het precies 75 jaar geleden dat er voor Nederland officieel een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog, doordat de Japanners capituleerden.
Bij de herdenkingsceremonie in Den Haag waren slechts 75 mensen aanwezig. Vanwege het coronavirus mochten er niet meer mensen bij de herdenking zijn. Een van de 75 aanwezigen was koning Willem-Alexander. Hij legde een krans bij het monument. Verder was er een intiem optreden van Dinand Woesthoff en Yosina. Ook werd er een minuut stilte gehouden.
Persoonlijke verhalen
Van maart 1942 tot 15 augustus 1945 bezetten de Japanners Nederlands-Indië. Duizenden mensen overleden tijdens deze bezetting. In 1970 werden de oorlogsslachtoffers van Nederlands-Indië voor het eerst herdacht. Sinds 1980 is de herdenking een traditie geworden en sinds 1988 wordt deze herdenking op een vaste plaats, namelijk bij het Indisch Monument, gehouden.
Naast koning Willem-Alexander was ook premier Mark Rutte bij de herdenking aanwezig. Hij sprak over de verhalen van zijn vader, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië woonde en de verschrikkingen van dichtbij meemaakte.
Veel Indische Nederlanders stopten hun herinneringen aan de oorlog en de Japanse kampen weg. Er was in Nederland ook lange tijd weinig erkenning voor hun ervaringen en leed, zei Rutte in zijn toespraak. Zijn vader vertelde wel geregeld over die tijd.
Rutte senior werd destijds in Indië ‘onder de wapenen geroepen’ en kwam als krijgsgevangene in een ander kamp terecht dan zijn vrouw en hun drie kinderen. Zijn vrouw stierf daar van uitputting in juli 1945, een maand voor de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945. Hij hertrouwde en kreeg nog vier kinderen, onder wie Mark. Hij groeide in Den Haag op in een gezin „waarin Indië altijd aanwezig was”. „Mijn ouderlijk huis was vol geuren en smaken die aan die tijd deden denken”, zei Rutte.
Onze gezamenlijke geschiedenis
Als jongen luisterde de premier naar de verhalen van zijn vader over Nederlands-Indië. Voor hem was dat „vaak spannend en leerzaam, maar je merkte ook dat je soms niet moest doorvragen”. Over zijn ervaringen in gevangenschap vertelde zijn vader „slechts mondjesmaat” en hij wilde ook niet mee naar een beroemde film in 1983 over krijgsgevangenen in Japanse kampen.
Rutte denkt dat hij „het donkere hoekje” probeerde te vermijden. Zijn vader vertelde zijn eigen verhaal „behoedzaam, in flarden en soms zonder woorden. Voor mij indrukwekkender dan een Hollywoodfilm ooit zou kunnen zijn”, zei de premier.
„De verhalen van mijn vader behoren nu tot mijn bagage. Ik heb daar veel van geleerd”, zei Rutte. Hij wees erop dat nu al veel meer bekend is over de kampen waar „tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen crepeerden”. Ook de mensen buiten het kamp hadden het zwaar, evenals de Chinezen, Molukkers en Indonesiërs. Velen moesten gedwongen werken in Indië of elders in door Japans bezet gebied in Azië, memoreerde Rutte.
De oorlog in Nederlands-Indië is volgens de premier „onlosmakelijk onderdeel van onze gezamenlijke geschiedenis”. Rutte verwees naar het Indisch Monument – dat deze week beklad werd. Het kwam er pas veertig jaar na het einde van de oorlog, omdat het in Nederland lange tijd „onnodig en ongemakkelijk werd gevonden om apart aandacht te geven aan het oorlogsverhaal in Nederlands-Indië”. Maar verhalen, bewustwording, erkenning en herdenkingen zijn volgens Rutte belangrijk, elk jaar opnieuw en ook de komende 75 jaar.
Lees ook: ‘Warmhartigheid’ gekozen tot nieuw Nederlands woord