Advies studiegroep aan de politiek: bezuinig voorlopig niet
Het volgende kabinet moet op korte termijn niet gaan bezuinigen of de lasten verzwaren om de onder druk staande overheidsfinanciën te verbeteren. De begroting kan de economische teruggang door de coronacrisis op dit moment opvangen, omdat de schuld de afgelopen jaren is afgebouwd. Het is beter nu zoveel mogelijk rust te brengen in het begrotingsbeleid.
Dat stelt de Studiegroep Begrotingsruimte vrijdag in een voorlopig advies dat minister Wopke Hoekstra van Financiën naar de Eerste en Tweede Kamer heeft gestuurd. De studiegroep is onafhankelijk en brengt altijd aan het eind van een kabinetsperiode advies uit over de laatste en toekomstige economische ontwikkelingen. Politieke partijen kunnen die inzichten gebruiken voor hun verkiezingsprogramma’s. In maart zijn er landelijke verkiezingen.
Geen grote bezuinigingsronde
Het advies sluit aan bij het beleid van het huidige kabinet. Dat heeft al aangekondigd op Prinsjesdag niet met een grote bezuinigingsronde te komen. Door de coronacrisis zal er volgens een raming van het kabinet dit jaar een gat in de begroting ontstaan van 68 miljard euro.
Omdat er door de coronacrisis nog veel onzekerheid bestaat over de impact op de economie, is er nu geen ruimte voor extra uitgaven of lastenverlichtingen. Tijdelijke investeringen kunnen volgens de studiegroep wel verstandig zijn als ze leiden tot een structurele economische groei.
De studiegroep waarschuwt dat het zorgbudget automatisch harder groeit dan het budget voor de andere publieke sectoren. Dat komt door een betere kwaliteit van de zorg en een stijgende zorgvraag. Toch moeten de zorguitgaven in bedwang worden gehouden om de overheidsfinanciën gezonder te maken op de lange termijn, vindt de studiegroep.
Nog veel onzekerheid
Meestal brengt de studiegroep voor de zomer een volledig advies uit over de verwachtingen, maar omdat de coronacrisis nog veel onzekerheid brengt, gaat het nu om de eerste aanbevelingen. In het najaar komt alsnog een volledig advies. De groep bestaat uit ambtenaren van meerdere departementen en deskundigen van planbureaus als het CPB, SCP, PBL en De Nederlandsche Bank.