‘Cocktail van 31 bestrijdingsmiddelen’ gevonden in Drentse natuur
Veel bestrijdingsmiddelen uit de landbouw komen terecht in de natuur. Bij een onderzoek in de Drentse natuur zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en afbraakproducten gevonden door het burgerinitiatief Meten=Weten.
Natuurmonumenten en Het Drentse Landschap zeggen geschrokken te zijn van deze resultaten. De uitkomst van de metingen in natuurgebieden is dat overal, ongeacht de afstand tot de omliggende landbouwgebieden, een cocktail van bestrijdingsmiddelen is aangetroffen. Het Drentse Landschap en Meten=Weten vragen landbouwminister Carola Schouten met klem om hier diepgaand onderzoek naar te laten uitvoeren.
Vluchtige bestrijdingsmiddelen
In september 2019 zijn door Meten=Weten op zeventien verschillende plekken in natuurgebieden monsters genomen van planten en op zes plekken in mest (van schaap en rund). De monsters zijn genomen vanaf de rand van het natuurgebied richting de kern van dat gebied. Dit in de vooronderstelling dat er met het vergroten van de afstand tot landbouwgebieden een afname zichtbaar zou zijn van de concentratie en hoeveelheid aangetroffen middelen.
Dat is volgens de onderzoekers niet het geval. De bestrijdingsmiddelen zijn dusdanig vluchtig en mobiel dat ze zich over grote afstand verplaatsen en midden in de natuur terecht komen. In totaal gaat het om 31 verschillende middelen waarvan er 20 zijn toegelaten voor gebruik.
Cocktail bestrijdingsmiddelen
„Het is beangstigend te zien dat er midden in onze natuur een cocktail van bestrijdingsmiddelen wordt gevonden. Die stoffen horen daar niet”, zegt Ruud Kreetz, gebiedsmanager van Natuurmonumenten in Drenthe. „We kennen allemaal de feiten over de insectensterfte en hier in het Dwingelderveld hebben we dat, door langlopend onderzoek aan loopkevers, zelf vastgesteld. De afname bedraagt bijna 80 procent. Wat precies de reden van die achteruitgang is, is niet duidelijk, maar ik schrik als ik zie dat sommige bestrijdingsmiddelen zich over grote afstand verplaatsen en zich door een buffer van bos niet laten tegenhouden.”
Wie zijn Meten = Weten
Ook als je niet in Westerveld woont kun je lid worden van Meten=Weten. Meld je aan bij [email protected] #spuitvrijezones #pesticiden pic.twitter.com/hZq1FNaHid
— Alok van Loon (@Alokloon) May 13, 2020
Meten = Weten begon als een spontaan initiatief van bezorgde inwoners in de gemeente Westerveld, zo staat op hun website te lezen. Zij brachten in november 2018 geld bijeen om dertien monsters van bodem, gewas en oppervlaktewater te laten onderzoeken op pesticiden.
De groep maakt zich zorgen over het grote gebruik van pesticiden in de landbouw (met name in de lelieteelt), en de invloed van de groeiende agro-industrie op de leefomgeving van de inwoners van Westerveld.
Focus op gemeente
Het burgerinitiatief richt zich niet tegen boeren en lelietelers maar richt zich in eerste instantie op een gemeente die haar burgers, haar platteland en haar natuur met drie Natura 2000-gebieden, waarvan twee Nationale Parken, niet beschermt met adequate regelgeving. „Een gemeente die veel praat over lelieteelt, er is zelfs een wethouder lelieteelt, maar tot nog toe geen beleid heeft ontwikkeld om een expansieve groei van een vervuilende agro-industrie, met bloembollen en lelies als giftige extremen, binnen de perken te houden. Daardoor is de balans tussen draagkracht en draaglast van de samenleving, de natuur en de bodem volledig uit evenwicht”, aldus de bezorgde inwoners.