Ervaar de geheimen van het atelier
Menig kunstwerk ontstaat in het atelier, een ruimte waar maar weinig mensen komen. Het is dan ook een goed idee om dat atelier voor het publiek open te stellen. Boijmans en Museum Rotterdam laten het niet bij een idee. Ze sloegen de handen ineen en presenteren met Ateliergeheimen van Rotterdam een intieme ervaring.
De samenwerking tussen de twee musea kent een voorgeschiedenis die ver teruggaat in de tijd. Tot 1935 deelden de musea het Schielandhuis. Het heeft dus 85 jaar geduurd voordat zij elkaar weer onder één dak ontmoeten. Daar moest wel de verbouwing van Boijmans aan te pas komen. Het ontheemde kunstinstituut trekt nu tijdelijk in bij de ‘buren’.
De musea presenteren met Ateliergeheimen niet alleen de werkplekken en attributen zoals een werkjasje, kookspullen, een verfkist en meubels van historische en levende Rotterdamse kunstenaars. Ook de sfeer van het atelier is overgenomen. Zo springen bij binnenkomst direct de verfspatten op de vloer in het oog. De tentoonstelling schenkt onder meer aandacht aan het leven en werk van de niet meer in levende zijnde Rotterdammers Hendrick Sorgh, Pieter de Hooch, Nicolaes Muys, George Breitner, Kees van Dongen en Dolf Henkes. Er valt in het museumatelier genoeg te zien, maar verwacht geen action painting of Turks Fruit-achtige uitspattingen (check YouTube). Een anekdote van de Rotterdamse schrijver Hans Sleutelaar geeft een idee van het atelier van Dolf Henkes in een van de oude koopmanshuizen aan het Haringvliet.
Sleutelaar: “Bij mijn tweede bezoek vroeg hij of ik er bezwaar tegen had mijn kleren uit te doen. Hij wilde een paar naaktstudies van mij tekenen. Dat vond ik goed. Ik vertrouwde de man. Het was in het vroege voorjaar en frisjes. Een uur lang maakte hij de ene schets na de andere; het ging hem om het lijf, het hoofd deed er niet toe. Toen hij zag dat ik wat rillerig werd, kon ik mij aankleden.” (Bron: Eigenzinnig en ongrijpbaar. Dolf Henkes, TDS Uitgevers, 2003)
Kuiltje
Liefhebbers van de schilderkunst uit de 17e eeuw zullen onder de indruk zijn van de twee bij elkaar horende portretten van Hendrick Sorgh, een van de beste Rotterdamse schilders van de 17e eeuw, een van hemzelf en een portret van zijn vrouw Ariaentge (Adriaantje) Hollaer. Een opvallend liefdevol weergegeven detail is het kuiltje in haar wang.
De historische kunstenaars komen ook tot leven dankzij een kunstenaarsroute met animaties, die door de stad loopt. De animaties zijn gemaakt op basis van stadsplattegronden vanaf de 17e eeuw tot nu. De grote bloei van de Rotterdamse schilderkunst vond plaats in de 18e eeuw. Ook de opkomst van boomtown Rotterdam als wereldhaven aan het einde van de 19e eeuw inspireerde vele kunstenaars. De schilderijen en foto’s van George Breitner van die tijd maken nog steeds indruk.
Aap met mandje
Ook besteedt Ateliergeheimen aandacht aan de drie eigentijdse kunstenaars Peter Koole, keramiste Anna Ramsair en Anton Vrede, die zich met Rotterdam verbonden voelen. Vrede verrijkt de tentoonstelling met tekeningen en beeld uit zijn atelier: een aap die een mandje draagt. Het is een van de dieren die regelmatig terugkomen in zijn schilderijen. Maar waarom juist voor die aap gekozen? Anton Vrede: “Het is een Baule-aap. Die is vernoemd naar een Afrikaanse stam waarvan de leden als offer eieren in een mand leggen, voor het welzijn van de gemeenschap. Met deze aap wens ik dat het de Rotterdammers goed gaat.”
André Smits en Monika Dahlberg maakten samen een spectaculair kunstwerk dat van de wand af knalt. Smits verbond namen van talloze Rotterdamse schilders op zo’n manier aan elkaar dat er een kader ontstaat voor de kleurrijke collage van Monika Dahlberg, waarin werken van Rotterdamse kunstenaars zijn te herkennen. Typisch Dahlberg: de vintage Mickey Mouse-kappen op de hoofden van al die schilders en figuranten zorgen ervoor dat je met een goed gevoel weer naar buiten stapt.
Ateliergeheimen van Rotterdam, t/m 19 april, Museum Rotterdam. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door Stichting Droom en Daad.