Goed buurschap gedijt in verpieterde straat
De Zegenstraat in Oud-Charlois in Rotterdam kende de afgelopen jaren veel ellende. Huisjesmelkers en schimmige buren trokken het ooit zo sociale straatje langzaam in een neerwaartse spiraal. Van goed buurschap was geen sprake meer. Tot de gemeente een blok van 10 verwaarloosde panden opkocht. In afwachting van een grootschalige renovatie werden de sleutels tijdelijk overhandigd aan twee kunstenaars. Zij begonnen vervolgens het sociaal kunstproject ‘Huis zkt’.
Een half jaar later organiseren de bewoners, die voorheen zo snel mogelijk de voordeur achter zich dichtsloegen, leuke buurtactiviteiten. De deur staat wagenwijd open. In een wijk als Oud-Charlois is dat doorgaans vragen om problemen. Maar op nummer 18A worden lokale ‘insluipers’ juist verwelkomd. Hoe meer, hoe beter. Sterker, zonder hen had deze deur niet eens opengestaan, aldus Bieke Versloot. „Dan was-ie waarschijnlijk potdicht gebleven, net als de twee jaar daarvoor.” Samen met collega Lieke van Pruijssen staat zij aan het roer van Huis zkt. Een sociaal kunstproject, waarbij zij samen met de buurt tijdelijk invulling geven aan een blok leegstaande panden waar voorheen drugsoverlast, criminaliteit en prostitutie welig tierden. De openstaande deur is voor de buurtbewoners het bewijs dat het eindelijk een beetje beter gaat.
Krakkemikkig
Mócht er iemand binnenstappen om iets te gappen: veel valt er niet te halen. Er is zelfs geen stroom, zo blijkt wanneer Bieke en Lieke tevoorschijn komen uit de achterkamer. De koffie moet van een paar deuren verder komen. Stromend water is er nog wel. Voor nu dan, want halverwege het interview staat bij toeval een man van Evides op de stoep, die de dames erop wijst dat de waterrekening voor zowel dit als de negen omringende panden al enige tijd niet meer betaald is. Een foutje van de gemeente, die deze panden enige tijd geleden opkocht van huurbazen. Het plan is om de woningen casco op te knappen en weer door te verkopen. Dat vergt echter tijd, want de woningen zijn zo goed als onbewoonbaar. De fundering is zo krakkemikkig dat zelfs tijdelijke bewoning niet wenselijk wordt geacht.
Stadsontwikkeling Rotterdam, de dienst die verantwoordelijk is voor dit stuk stadsvernieuwing, moest echter iets doen om het imago van de straat op te krikken. Want na jaren van ellende hadden zelfs de langstzittende bewoners het wel gehad met hun ooit zo sociale en dorpse straatje. Om weer een stukje buurschap terug te brengen wordt besloten om het leegstaande blok tijdelijk te transformeren in een pop-up buurthuis. Aan Bieke en Lieke de taak om daar invulling aan te geven.
Complimenten aan de gemeente
Dat de keuze op hen viel, is niet zo gek: Oud-Charlois is voor de dames bekend terrein. Even verderop, in de Gouwstraat startten ze 10 jaar geleden hun bureau Veldwerk, van waaruit ze allerlei sociaal-maatschappelijke (kunst)projecten initiëren. Bieke woonde tot voor kort om de hoek, aan het Boergoensevliet. Bieke en Lieke zoeken in hun projecten altijd de verbinding door mensen uit te dagen om met elkaar in gesprek te gaan. Zo kwam in 2013 onder andere hun verhalenproject You win some, you lose some rondom de Pauluskerk tot stand: een rondreizende gokkast die bij winst geen geld of tokens uitkeert, maar levensverhalen van dak- en thuislozen.
Tegelijk zijn ze geen types die met vastomlijnde plannen op de proppen komen. Lieke: „We tasten graag af, doen dingen op gevoel en zijn van de ad hoc beslissingen. Met zogenoemde ‘deliverables’, die opdrachtgevers informeren over vorm en inhoud van een bepaalde dienst of product, hebben we weinig op. Sterker, ook wij weten op voorhand vaak niet hoe een sociaal-maatschappelijk project als deze er precies uit komt te zien. Complimenten dus aan de gemeente dat zij alsnog ons uitkozen voor dit culturele experiment. Ze hadden de leegstand bijvoorbeeld ook kunnen opvullen met wat pop-up stores. Maar dergelijke top-down gestuurde beslissingen leiden zelden tot meer buurschap. Om dat voor elkaar te krijgen moet je bewoners actief betrekken bij je plannen op een manier die hen ook uitnodigt om eigenaarschap te nemen voor hetgeen je hoopt te bereiken. Een proces dat begint bij de vraag: wat willen jullie nu zelf?”
Kort na de sleuteloverdracht belegde het Veldwerk-duo dan ook als eerste een bijeenkomst in de nabijgelegen Bethelkerk. De uitkomst daarvan was helder, herinnert Bieke zich nog goed. „Prioriteit nummer 1 was om de muizen- en rattenoverlast aan te pakken. Want die hadden de dichtgespijkerde panden massaal ontdekt om er ongestoord te wonen en zich voort te planten. Daarna mocht ook het exterieur wel wat worden verfraaid. Wat er daarna met de woningen zou gebeuren, interesseerde hen weinig. Zolang de junks maar niet terugkwamen. Op de vraag of bewoners misschien zelf nog een actieve rol voor zichzelf zagen weggelegd in het verfraaien van hun straat, reageerden de meesten vrij gelaten: eerst zien, dan geloven.”
Spanningen
Bieke en Lieke starten met de aanpak van de gevels. Ze worden onder meer geholpen door wijkmanager Marieke Smit en profiteren van haar korte lijntjes met de gemeente. Eerst gaan de golfplaten van deuren en ramen. Daarna worden de panden leeggehaald en schoongemaakt. Al sjouwend en onkruid wiedend winnen ze het vertrouwen van de straat. De échte verhalen komen los, waaronder die van Koosje, de buurvrouw van een paar deuren verderop, die het project heeft omarmd. Als er iemand de geschiedenis van de Zegenstraat kent, is zij het wel. Haar vriend woont er sinds 1993, zijzelf sinds 2003. Ook haar visueel beperkte tienerdochter Femke is een kenner; zij woont haar hele leven hier. Waar haar moeder de buurt achteruit zag gaan, rook Femke vooral het verval. Ze voelde spanningen die er voorheen niet waren.
Niet aanspreekbaar
Vóór 2003 was de Zegenstraat een normale plek. Een beetje saai zelfs, vanwege de vele ouderen die er woonden. De problemen ontstonden toen zij vertrokken en hun plek werd ingenomen door minder aangename types die hun woning kregen van speculanten die de inmiddels vrijgegeven huurwoningen als een mooi beleggingsobject zagen. De oude bewoners, toen nog in de meerderheid, lieten zich niet van de wijs brengen. Het jaarlijkse Opzoomer-evenement werd in ere gehouden. De organisatoren daarvan waren steevast dezelfde mensen. Maar toen sommigen daarvan wegvielen, door verhuizing of overlijden, kwamen er geen nieuwe voor terug. Sterker, wat ervoor terugkwam, was vaak niet aanspreekbaar. Zelfs een simpele begroeting of een opgestoken hand was vaak al te veel, aldus Koosje.
Naakt in de tuin
Een deel van de straat werd geleidelijk overgenomen door verslaafden, prostituees en hun klanten, die veel overlast veroorzaakten. Er woonde ook enige tijd een vrouw die om acht uur ’s ochtends al lallend over straat ging. En er was een psychotische man die ooit naakt en verward in de tuin van een buurman stond. De rechtschapen burgers uit de Zegenstraat zaten dan ook vaak rechtop in bed. Die eerste jaren meldden zij de overlast bij politie en gemeente. Maar tot structurele verbeteringen leidde dat nooit, waardoor ze uiteindelijk ontmoedigd raakten.
En dan waren er nog problemen als illegale wietplantages en overbewoning. Op een gegeven moment telde Koosje 12 Chinezen in één appartement. En die kookten op hun eigen gaspitje. Koosje: „Levensgevaarlijk, vooral wanneer je daar direct naast woont. Ik ben met die mensen gaan praten, zo van, jongens, met zovelen in één huis, dat kán toch niet!? Maar algauw werd duidelijk dat ook zij hier niet voor hun lol woonden. Ze waren daar neergezet door een louche huisjesmelker die twee keer per maand de huur liet ophalen door jonge gastjes in veel te dure auto’s.”
Recht op een leegstaande woning
Na de onteigening van de panden ging er een golf van opluchting door de straat. Maar helemaal overtuigd van een goede afloop waren de bewoners niet. Koosje: „We waren bang dat de woningen, eenmaal gerenoveerd, opnieuw in handen zouden komen van nietsontziende beleggers. En al die dichtgespijkerde panden leveren ook weer problemen op. Zo stond er op een dag een groepje Bulgaren aan een van de deuren te morrelen. Die vonden dat ze recht hadden op een woning en besloten de boel dan maar te kraken. Ik moest praten als Brugman om ze daarvan te weerhouden.”
Slijptol
Zwerffietsen, achtergelaten door verdwenen huurders, waren eveneens een probleem. Koosje belde een jaar lang met de gemeente om ze te laten wegknippen. Maar omdat deze fietsen net tegen of in de geveltuintjes stonden, durfden ze dat niet aan. Bieke en Lieke daarentegen regelden direct een slijptol om de oude brikken alsnog weg te halen. Ook zorgden ze ervoor dat een al weken kapotte tikker voor blinden en slechtzienden bij een oversteekplaats gerepareerd werd.
Met deze acties wonnen de dames snel het vertrouwen van bewoners. Dus toen ze een oproep deden voor tweedehands huisraad en andere spullen om een buurthuiskamer in te richten, gaf de straat gul. Ook het daaropvolgende Wapperende Handen straatfeest, waarop gezamenlijk de geveltuintjes werden ingezaaid en ramen werden beschilderd, werd goed bezocht. Net zoals de buitenbios en een workshop appelcider en sap maken.
Nieuwe energie en positiviteit
In de paar maanden dat Bieke en Lieke actief zijn in de Zegenstraat, is er een hechte gemeenschap ontstaan. Een knappe prestatie, al gaan de credits daarvoor vooral naar de bewoners zelf. Of zoals Bieke zegt: „Wij hebben alleen wat nieuwe energie en positiviteit in de straat gepompt. Het creëren van een saamhorigheidsgevoel hebben de buren toch echt zelf gedaan.”
Grote vraag is of dit buurschap beklijft wanneer het project straks ten einde komt. „Op termijn zullen deze boven- en benedenwoningen worden samengevoegd om daarna als kluspand te worden verkocht. Grote kans dat ook hier mensen met geld komen te wonen”, aldus Lieke. Kortom, het bekende gentrificatie-effect, waar Bieke en Lieke persoonlijk vrij kritisch op zijn. De bewoners staan er anders in. Zij kunnen niet wachten tot ook hun buurt verandert in een wijk met koopwoningen, hippe cafés, galeries en bio-winkels. Alles beter dan hoe het was. Bovendien krikt zo’n nieuwe impuls de waarde van hun woningen op. Dat is voor een straat waar veel huizen lange tijd onder water stonden, een prettige bijvangst.
Al moet Koosje er nu niet aan denken om haar huis te koop te zetten: „Dat was in de slechte tijd al geen optie, laat staan nu. Voor het eerst in ruim 10 jaar voelt het alsof ik mijn oude straat weer terug heb. Met buren die je helpen in plaats van je het leven zuur maken. Een compliment aan Bieke en Lieke dus, die deze ooit zo verdeelde straat opnieuw bijeen hebben gebracht.”