Screening huurders in 31 straten
In 31 Rotterdamse straten geldt vanaf 1 maart artikel 10 van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problemen (Wbmgp), ook wel de Rotterdamwet genoemd.
Iemand die in een van deze straten een woning wil huren, heeft eerst toestemming nodig van de gemeente.
Overlast
Voordat het huurcontract wordt getekend, onderzoeken de gemeente en politie of de huurder in het verleden voor overlast heeft gezorgd. Ook wordt onderzoek gedaan naar mogelijk crimineel gedrag in het verleden.
Voorwaarden
Als de huurder in het verleden voor overlast heeft gezorgd of crimineel gedrag heeft laten zien, dan kan de gemeente besluiten om géén huisvestingsvergunning te geven. De huurder mag de woning dan niet betrekken.
De gemeente kan ook besluiten om een huisvestingsvergunning onder voorwaarde af te geven. De huurder mag de woning dan wel huren, maar moet zich wel aan bepaalde voorwaarden houden.
Leefbaarheid
Sommige gebieden of straten in Rotterdam kunnen te maken hebben met ernstige leefbaarheidsproblemen. Denk bijvoorbeeld aan criminaliteit, (drugs) overlast of sociale problemen als werkloosheid of hangjongeren.
Samen met de politie en woningcorporaties probeert de gemeente de leefbaarheid hier te verbeteren. Bijvoorbeeld door renovatie van woningen, verbeteren van de veiligheid en openbare ruimte of verbetering van de schoolprestaties.
Rotterdamwet
Als aanvulling op deze maatregelen is er de Rotterdamwet. Buurten waar al te veel woonoverlast is kunnen worden gevrijwaard van nieuwe overlastgevers. Het idee is dat deze overlastgevers ergens anders in de stad eerder en beter worden gecorrigeerd in hun gedrag. Dit zorgt voor vermindering van de overlast en een aantrekkelijker woonklimaat.
Artikel 10
Artikel 10 van de Rotterdamwet geldt voor alle personen van 16 jaar en ouder. De enige uitzondering zijn mensen die van een zorginstelling, die door de gemeente erkend is, woonruimte huren in een instelling voor begeleid wonen.
De Wbmgp geldt ook voor alle personen (van 16 jaar en ouder) die met de huurder in de woning willen gaan wonen. Ook is deze van toepassing als iemand met een al zittend huurder wil gaan samenwonen of als een kind weer bij de ouders gaat wonen.