Mike Redman draait vaker in Japan dan in Rotterdam
Mike Redman staat al meer dan een kwart eeuw achter de draaitafels. Halverwege de jaren negentig begon hij in Nighttown en stond daarmee aan de wieg van een bruisende periode in het Rotterdamse nachtleven. Inmiddels draait hij meer dan ooit, maar vaker in Japan dan in zijn woonplaats.
Door Tara Lewis
Of je nu in de jaren negentig vaak naar Nighttown ging, of in de jaren nul naar Waterfront. Mike Redman (40) was een vaste waarde op het podium als DJ of MC. Zag je hem niet, dan was de kans groot dat hij ergens op de achtergrond betrokken was. “Ik ben mid jaren negentig begonnen met draaien. Daarvoor was ik actief als producer en zelf muziek aan het maken. Het was niet mijn ambitie om DJ te worden, maar het is erin geslopen en het bleek aan te slaan.”
Hobby
Eigenlijk begon Redman met platen draaien als hobby, omdat hij nu eenmaal veel muziek verzamelde. “Op een zekere Koninginnedag zou ik ergens in de stad een setje draaien voor een soundsystem, maar het feest werd afgelast. Daarop ging ik een drankje drinken in Theater Popular, wat later het Nighttown Theater zou gaan heten. Er stonden draaitafels klaar maar geen DJ. Omdat ik mijn platen toch bij me had stelde ik voor dat ik dan maar zou draaien. Twintig minuten later stond de hele tent vol, dus zij zeiden meteen: kun je volgend weekend ook komen?”
Verkreukelde flyer
De avonden werden een succes en vanaf 1997 kon Redman zijn eigen hiphopparty organiseren. “Ik draai het liefst verschillende stijlen door elkaar heen, zoals drum&bass, gabber, hiphop en metal. Helaas werkte dat in die tijd nog niet, dus ben ik me gaan richten op rap en daar bleek een grote behoefte aan te zijn.” Al snel groeide zijn feest door naar de grote zaal van Nighttown. “Ik merkte dat de scene enorm actief was, maar dat nu alleen bleef bij een toffe avond en een verkreukelde flyer in de achterzak. Daarom heb ik Redrum Records opgericht, een label voor lokale artiesten.” Succesvolle artiesten zoals DuvelDuvel boekten via zijn label landelijke successen.
To be continued
Samen met filmmaker Victor Vroegindeweij maakte hij de hiphopdocumentaire Walkmen, die in 2002 uitkwam. “We hadden een sterke scene die wilde ik conserveren, omdat er nog geen naslagwerk over bestond. De première in Off Corso is nog steeds een van mijn favoriete momenten ooit. Er stonden rijen voor de deur, mensen schreeuwden. Na de aftiteling stond er: To be continued. Niet omdat ik een vervolg wilde maken, maar omdat ik hoopte dat anderen geïnspireerd zouden raken. Dat iemand de handsschoen oppakt om de rijke Rotterdamse muziekscene te documenteren. Inmiddels zijn we zestien jaar verder en is het nog niet gebeurd.”
Illy Noize
In 2010 verscheen de documentaire Nighttown, van Marcel Haug en Mike Redman. “Het is nog steeds confronterend om te zien hoe de partyscene in Rotterdam is veranderd tot nu. Ik draai nog steeds wekelijks, maar vaker in Japan dan in Rotterdam. Ik heb noodgedwongen de stap naar internationaal gemaakt en dat is opgepikt. Deze stad is nog steeds een fijne basis op muziek te maken en ik exporteer die muziek inclusief mezelf.” Het nachtleven is volgens hem een stuk minder avontuurlijk geworden. “Mensen komen nog steeds naar me toe om te vertellen hoe tof ze de Illy Noize-feesten vroeger vonden. Het is mooi om mensen in een bepaalde periode te hebben kunnen voorzien van plezier. Soms vragen ze wat ik tegenwoordig doe en de grap is: ik draai vaker dan ooit, alleen niet hier.”
Flirten
De oorzaken van de teloorgang van het nachtleven liggen volgens hem niet alleen in het sluiten van clubs als Nighttown, Waterfront en Off Corso. “Er is een tijdsgeest waarin je nieuwe muziek online ontdekt en voor flirten hoef je ook de deur niet uit. Daarmee is het verrassingselement en de spontaniteit uit het nachtleven verdwenen. Ik heb vaak genoeg discussies met mensen die vinden dat er nog steeds genoeg te doen is, want op de Witte de Withstraat is het drukker dan ooit. Maar uitgaan is daar toch vooral bier drinken en ouwehoeren. Vroeger was er vijf dagen lang wat te doe, kon je naar meerdere clubs op een avond en was het overal druk.” Hij mist de continuïteit in het aanbod en een club met verschillende genres. “Dat was het mooie aan Nighttown, met drie zalen hoorde je altijd wel iets wat buiten je eigen smaak lag. Nu blijf je snel hangen in je eigen interesse zonder geconfronteerd te worden met iets nieuws. Mijn eerste optredens waren in de Energiehal en de Baroeg, die brede smaak hoor je nog steeds terug in mijn muziek. De basis is vaak jungle, maar daardoor heen komen alle stijlen terug.”
Fris en schoon
Op het Eendrachtfestival in juli afgelopen zomer was Mike Redman de afsluitende act op het hoofdpodium. “Ik vond het bijzonder om in de open lucht op het Eendrachtsplein stevige muziek te draaien en te zien dat het helemaal vol stond. Ik zag een hoop bekenden maar ook veel nieuwe gezichten. Het laat zien dat de behoefte er nog steeds is. Komende zaterdag sta ik ook in een uitverkochte Maassilo, maar dat is twee keer per jaar. Vijftien jaar geleden was dat elke week. Vroeger was echt niet alles beter, maar het uitgaansleven wel.” Als je begaan bent met je stad moet je volgens Redman ook kritisch blijven. “Rotterdam is nog nooit zo fris en schoon geweest, maar daarmee is ook de identiteit weggepoetst. Het is een andere stad dan ik gewend ben. Het positieve is dat het alleen maar beter kan worden!”