Beau Zwart: ‘Vernieuwing inherent aan clubcultuur’
Voor iemand van drieëntwintig heeft Beau Zwart al redelijk wat muzikale fases achter de rug. Van klassieke piano in het orkest, naar achter de draaitafels op het schoolfeest, tot het schrijven van filmmuziek. De meeste mensen kennen hem echter uit het Rotterdamse nachtleven, als artiest en DJ.
Door Tara Lewis
In het Rotterdamse uitgaansleven is Beau Zwart (23) een naam die al wat jaren de ronde doet. Hij maakt ondertussen al elf jaar zelf muziek. “Vanaf mijn achtste speelde ik klassieke piano in orkesten, soms ook op festivals. Tegen de tijd dat ik tien was begon ik klassiek wat saai te vinden dus vanaf mijn twaalfde ben ik zelf elektronische muziek en jazz gaan maken.” De geboren Rotterdammer zat op het Montessori Lyceum toen hij voor het eerst zijn geluk als DJ beproefde op schoolfeesten. “Eerst op mijn eigen school en daarna op de feesten van het Erasmiaans Gymnasium waar veel van mijn vrienden op zaten. Zo kwam ik op mijn zestiende in clubs te draaien als Off Corso en de Maassilo, met serieuze apparatuur.”
Interactie
Een impuls die ervoor zorgde dat hij vaker wilde draaien. Zijn carrière als DJ nam een vlucht toen hij voor Give Soul ging draaien, een partyorganisator die al jaren feesten geven in onder meer Factory 010 in de Maassilo, maar ook veel buiten Rotterdam. “Daarna heb ik twee jaar getoerd en opgetreden, soms als DJ, soms een combinatie van eigen muziek en live piano improvisatie. Dat laatste vind ik mooi omdat ik interactie heb met het publiek en terplekke nieuwe muziek ontstaat.”
Soulvolle kant
Na jaren van elektronische muziek begon Zwart een ‘soulvolle’ kant van zichzelf te ontdekken. “Daarop heb ik een nieuwe sound ontwikkeld, waarmee ik veel in BAR en Bird draaide.” Ondertussen begon hij aan een studie Muziek en Technologie aan de Hogeschool van de Kunsten Utrecht. “Ik wilde niet in Rotterdam naar het conservatorium om piano of compositie te studeren. In Utrecht ligt de focus op programmeren en technologie. Dat is heel breed, van een orkest vol violen tot een interactieve installatie.”
Stunt
In Rotterdam richtte hij met twee vrienden het DJ-collectief Prins Escort op. De eersten optredens onder die noemer vonden plaats in de kelder van BAR. “Mensen hadden een wachtwoord nodig om binnen te komen.” Grinnikend: “Daar zijn redelijk wat spicy polaroids gemaakt.” Twee zomers geleden bedachten de mannen een stunt: Nieuwe Tent. “Dat was een party tent midden in BAR, waarvan we zeiden dat het een nieuwe club was. De pers is er destijds wel ingetrapt en schreef erover alsof het echt een nieuwe plek was.”
Filmmuziek
Daarna volgde een soloperiode waarin Zwart zelfstandig muziek maakte en draaide. “Ik noem mijn sound zelf soulful electronics. Het is een combinatie van soul, disco, funk en elektronisch. Een tijdje draaide ik elk weekend, maar daar ben ik mee gestopt omdat ik mezelf muzikaal niet ontwikkelde. Als ik ’s nachts tot half zes in een club sta ben ik de volgende dag kapot en maak ik minder muziek overdag.” Hij besloot zich meer toe te leggen op het maken van filmmuziek en nam een tussenjaar van zijn studie. “In september ben ik aan het laatste jaar begonnen. Mijn master zou ik graag in het buitenland willen doen.”
Ander geluid
Ondanks zijn studie in Utrecht bleef Zwart de laatste jaren in Rotterdam wonen. “Omdat ik het hier veel leuker vind. Op plekken als Bird, BAR en Mono hoor je vooruitstrevende soorten (wereld)muziek die je nergens anders hoort.” Dat uitgaansklimaat heeft hij sinds zijn middelbare schooltijd zien veranderen. “Ik ben voor het eerst uitgegaan in Hollywood, dat was de enige plek waar we binnenkwamen. Destijds waren de populaire muziekstijlen vooral urban en latin in plaats van house of techno. Volgens mij heeft Give Soul destijds een markt gecreëerd voor een ander geluid, waarin wel ruimte was voor house.” Dat BAR in dezelfde tijd haar deuren opende past volgens hem in die trend. “In de oude BAR op de West-Kruiskade heb ik ook nog gedraaid. Zij hebben het aanbod in de stad veranderd en een nieuw geluid toegankelijk gemaakt voor een groter publiek.”
Vernieuwing randvoorwaarde
Hij constateert dat de bezoekersaantallen soms achterblijven. “In BAR staat een held uit de Detroitscene voor een driekwart volle zaal te draaien, terwijl in Amsterdam de volgende dag een zaal van het dubbele formaat uitverkocht is. In Rotterdam houden mensen van makkelijke muziek, niet per se van de vernieuwende dingen die clubs te bieden hebben.” Die clubscene staat volgens hem stil op het moment. “Het is jammer dat BAR hier weggaat. Ze hebben echt iets opgebouwd, maar trekken nu vaak een publiek van toeristen die eigenlijk meer komen om drugs te gebruiken dan voor de muziek. Hopelijk komen er nieuwe dingen om dat gat op te vullen. Volgens mij is het nu eenmaal een trend dat clubs na vijf jaar dichtgaan. De Vibes is wel al twintig jaar elk weekend vol. Voor moeilijkere dingen lijkt vernieuwing een randvoorwaarde, alsof dat inherent is aan de clubcultuur.”