Doodkonijn, van knuffel tot graffiti tot museum
Hij begon als knuffel, verscheen daarna op Rotterdamse muren en heeft nu zijn eigen stripboek én expositie in het Natuurhistorisch museum: Doodkonijn.
Doodkonijn, een figuur uit de hoge hoed van illustrator Diana Kusuma, is in Rotterdam te zien op muren, bouwschuttingen, bestelbusjes, scooters en andere verrassende plaatsen. Het zwarte konijn met wit skelet heeft nu zelfs zijn weg gevonden naar de muren van het Natuurhistorisch Museum, waar tot en met 20 januari de expo ‘Het leven van Doodkonijn’ is te zien. In het gelijknamige het stripboek komen lezers meer te weten over het ontstaan van Doodkonijn. Kusuma: ,,In het echt ging het wel iets anders dan in het boek. Eigenlijk is Doodkonijn een knuffel die ik voor mijn zoontje heb gemaakt, toen het konijn van een goede vriendin dood ging. Het was een wit konijn: Kees. Mijn zoon wilde weten hoe dat er onder de grond uitzag, hij had het idee dat er zo’n perfect skelet zou liggen.” Omdat ze al vermoedde dat dit nog weleens tegen kon vallen groef ze Kees -zonder haar zoon- op. ,,Daar was weinig meer van over, dus besloot ik een knuffel te maken van een konijnenskelet. Andere mensen vonden die zo leuk dat ik er meer ben gaan maken.”
Doodkonijn werd bekender toen hij op Rotterdamse muren begon te verschijnen. ,,Eigenlijk was ik gestopt met graffiti spuiten toen ik moeder werd, omdat ik vond dat het tijd werd om volwassen te worden. Maar toen ik werd gevraagd om mee te doen aan een expositie waar ik weer in aanraking kwam met streetart. Dit vond ik zo leuk dat ik dacht: waarom ben ik hiermee gestopt?” Bij het kiezen van een eigen graffitikarakter als alias was de keuze snel gemaakt: Doodkonijn. ,,Af en toe schuif ik aan bij het collectief Lastplak. Zo heeft hij zijn weg naar de straat gevonden.”
De productie van de knuffels wordt inmiddels via een familielid in Indonesië gedaan. ,,Ik voelde me soms net een sweatshop, zoveel konijnen was ik aan het maken. Dit scheelt een hoop tijd.” De knuffels zijn onder meer te koop in stripwinkel Yendor en tattoo/graffitiwinkel Walls & Skin. Overigens kan niet iedereen Doodkonijn waarderen. ,,Af en toe komen ouders naar me toe die verhaal komen halen waarom ik zo’n eng ding voor kinderen zou maken. Kinderen hebben er zelf nooit problemen mee, die zijn veel onderzoekender. Volwassenen zullen niet zo snel hun eigen huisdier willen opgraven.”
Voor wie dat overigens wél wil, heeft Kees Moeliker, directeur van het Natuurhistorisch Museum, volgens Kusuma nog wel een tip. ,,Hij vertelde dat je het dier dan in een panty moet begraven, of in een sloot moet hangen op een warme zomerdag. Dan schijnt het snel te gaan.”
Striptekenaar Robert van der Kroft (onder meer Sjors en Sjimmie) koppelde Kusuma aan Het Natuurhistorisch voor het Cross Comix festival. Een festival over beeldverhalen die overbruggingen maakt naar andere disciplines. Hij wilde graag streetart en Het Natuurhistorisch verbinden en zo ontstond het idee om een muurschildering met Doodkonijn te maken.
Ze speelde al langer met de gedachte om een stripboek over Doodkonijn te maken. ,,Deze expositie was net het zetje wat ik nodig had.” ‘Het leven van Doodkonijn’ prijkt levensgroot op de wand van de statige Haverhorst Vestibule van het museum, de strip en knuffel zijn in het museum te koop. De expositie ‘Het leven van Doodkonijn – een strip(figuur) van Diana Kusuma’ duurt tot en met 20 januari 2019. Voor de gelegenheid is de originele Doodkonijn-knuffel bijgezet in de aangrenzende tentoonstelling ‘Dode dieren met een verhaal’.