“Er is moed voor nodig om naar elkaar te luisteren”
Een half jaar geleden werd Rutger Wolfson (1969) directeur van debatcentrum Arminius. Rotterdammers zullen hem kennen als de vorige directeur van filmfestival IFFR, waar hij van 2007 tot 2015 aan het roer stond. In de tuin van de statige kerk, vernoemd naar de grondlegger van de remonstranten, vertelt Wolfson over zijn plannen voor Arminius.
Waarom wilde je directeur van Arminius worden?
,,Ik vind dit een bijzondere plek. Maar ik zie ook dat er nog meer uit te halen valt en ik vind het mooi om daaraan te mogen werken. Hiervoor heb ik in de kunstwereld gewerkt en in de filmindustrie. De rode draad in mijn werk is dat ik me altijd heb beziggehouden met de samenleving en de vraag hoe kunst en film de wereld kunnen verbeteren. Binnen die disciplines gebeurt dat altijd op een indirecte manier, terwijl we hier in Arminius op een veel directere manier met elkaar kunnen praten over bijvoorbeeld de toekomst van de stad. Daar gaat een urgentie van uit die bij mij past.”
Hoe denk je dat debat de wereld kan verbeteren?
,,Het debat zoals we het nu kennen, speelt zich voornamelijk af op televisie, social media of in opiniestukken in de krant. Een live-gesprek of ontmoeting heeft een hele andere dynamiek. In deze tijd van polarisering en filterbubbels is het ontzettend belangrijk dat er plekken zijn waar je de tijd en ruimte hebt om je te verdiepen in andere perspectieven en meningen. Een plek als Arminius geeft bezoekers de rust en moed om naar iemand anders te luisteren zonder de hype of wetten van de media die alles in een format dwingen. Ik geloof dat dit vandaag de dag belangrijk is.”
Het publiek voor debatten is veelal hoogopgeleid, in hoeverre kom je hier dan uit je filterbubbel?
,,Dat is in de hele culturele sector eigenlijk zo. Opvallend aan Arminius is dat het publiek nog relatief jong en divers is. Tijdens de programma’s die we organiseren, hoor ik vaak tegengestelde visies en ervaringen. Natuurlijk zijn er ook avonden waarbij je een groot saamhorigheidsgevoel proeft. Maar juist de ontmoeting tussen mensen met verschillende ideeën vind ik mooi. Zo hebben we bijvoorbeeld vaak onderwerpen met een politieke dimensie waarbij gemeenteraadsleden aanwezig zijn. In het contact met bezoekers, die actief bij zo’n avond worden betrokken, zie je dat hun verhaal echt aankomt bij de politici. Die antwoorden dan ook niet met een vooraf ingestudeerd politiek praatje. In plaats van elkaar vliegen af te vangen gaan ze met mensen in gesprek. Op het stadhuis of in andere politieke arena’s gelden andere regels. Terwijl het daar wel over zaken gaat die ons allemaal aangaan en waarover je mee zou willen praten. Dat zie je dan hier gebeuren, omdat Arminius als een veilige plek voelt om met elkaar van gedachten te wisselen. Er is moed voor nodig om naar elkaar te luisteren, het is veel bevredigender en makkelijker om je eigen gelijk bevestigd te zien.”
De kritiek op de vorige directeur was dat Arminius onder haar bewind ontoegankelijk was en te weinig samenwerkte met andere partijen. Ga jij dat veranderen?
,,Ja, ik ben heel erg de samenwerking aan het zoeken in de stad. Dat ligt vaak ook voor de hand omdat je samen een groter publiek bereikt, je knowhow kunt delen en elkaar aanvult. Zo gaan we een langdurige verbintenis met Vers Beton aan, waarbij zij als online magazine een paar keer per jaar een talkshow organiseren in Arminius. Daarnaast zijn we in gesprek met de Erasmus Universiteit en de Willem de Kooning Academie en met Rotterdamse podia om meer concerten te kunnen programmeren. Ook hebben we de wens om op het voorplein een terras met horeca te maken. Dat is een ingewikkeld traject, maar het is een mooie manier om het gebouw te verlevendigen. Dan wordt dit een plek waar je ook naartoe gaat als je niet specifiek voor een bepaald programma komt. Het gebouw is schitterend en de locatie is fantastisch, als schakel tussen het uitgaansgebied van de Witte de Withstraat en het culturele gebied rond het Museumpark.”
Welke rol vind je dat Arminius in Rotterdam zou moeten hebben?
,,Volgens mij zijn het verschillende rollen. Rotterdam is enorm in ontwikkeling op allerlei fronten. Idealiter is Arminius een plek waar we samen nadenken over wat voor toekomst we voor deze stad willen. Maar het mag ook breder, de toekomst van Nederland of de wereld. Ik denk dat veel mensen zich vaak buitengesloten voelen van dat soort gesprekken, omdat we het idee hebben dat alles buiten ons om besloten of geregeld wordt. Daarom is het mooi als dat hier een plek kan hebben.
Verder is dit een plek voor inspiratie, of dat nu van dichters, muzikanten, denkers, filosofen of schrijvers is. Maar ook een gesprek kan heel inspirerend zijn. Bij alle avonden die we organiseren, is er wel een moment waarop je merkt: ‘nu gebeurt er iets’, dat voel je. Dat kan alleen maar als je er zelf live bij bent. Iedereen neemt altijd iets mee, ikzelf ook. Zo hadden we in verkiezingstijd een avond over armoede en vertelde een journalist over hoe het vroeger was om met bijna geen geld boodschappen te moeten doen. Dan krijgt de abstracte discussie over één op de drie kinderen die in armoede opgroeit, ineens een gezicht.”
Zijn er dingen die beter kunnen?
,,Wat er gebeurt, vind ik goed, maar ik zou graag meer programma willen. Je voelt bij Rotterdammers een sterke betrokkenheid bij de stad. Het is echt onze stad. Arminius is de plek waar mensen iets met die betrokkenheid kunnen doen. Hoe beter we daarin slagen, hoe mooier ik dat zou vinden. Als je wilt dat iedereen meedoet aan dat gesprek over de stad, betekent het automatisch dat je publiek jonger en meer divers wordt. Om dat te bewerkstelligen hebben we de ambitie om een nieuwe generatie programmamakers intern te gaan opleiden. Die plannen moeten nog worden uitgewerkt.”
Is het klassieke debat nog wel van deze tijd?
,,Ik weet helaas geen beter woord, een term als ‘publiek gesprek’ klinkt meteen zo weeïg. Toch heb ik een beetje moeite met het woord ‘debat’. We zijn eraan gewend geraakt dat een debat een wedstrijd is met een winnaar en verliezer, waarin mensen elkaar bevechten in hun stellige overtuiging. Terwijl je juist wilt dat ze gaan nadenken, aan het twijfelen worden gebracht en samen nadenken over oplossingen. Dat is precies waar deze tijd om vraagt. Het leuke van Rotterdam is dat je die wil ook voelt bij het publiek. Mensen spelen hier geen intellectueel spelletje, maar worden liever concreet. Dat spreekt mij aan. Ik had het een stuk minder leuk gevonden om deze baan in een andere stad te hebben.”
Arminius heeft er de laatste jaren concurrenten bij gekregen. Hoe zie je de ontwikkeling van de debatcultuur in deze stad?
,,De Dépendance is goed bezig, daar ben ik fan van. De keerzijde is dat de debatcultuur nu nog erg versnipperd is, maar ik heb de hoop dat we samen dingen kunnen combineren en zo sterker staan. Ik vind het mooi dat je in Rotterdam op meerdere plekken ziet dat er behoefte is aan duiding bij wat er om ons heen gebeurt en hoe we daar richting aan kunnen geven. Veel steden vergalopperen zich in hun ontwikkeling, maar in deze stad proberen we processen zichtbaar en bespreekbaar te maken. Dat is de eerste stap naar verandering.”