Amelandseplein #7: Uitgestelde koffie
Ellen Mannens woont sinds kort in de Amelandsestraat in ‘probleemwijk’ Carnisse. Ze gaat op zoek naar de ware aard van haar buurt.
“Er is zeker ook veel armoede en werkloosheid?”, vroeg iemand laatst, toen ik vertelde over mijn nieuwe buurt.
“Euhmmm…”, was mijn antwoord.
‘Ja, inderdaad’, was een makkelijker antwoord geweest. Carnisse staat volgens de Rotterdamse buurtmonitor in de top 10 van de wijken met de laagste besteedbare inkomens van de stad. Daartegenover staat dat we bijna een middenmoter zijn als het gaat om werkloosheidscijfers, uitkeringen en het aantal mensen in de schuldhulpverlening.
“Euhmmm…..”, bleef mijn antwoord na het lezen van deze cijfers. Dus paste ik de truc toe die ik ooit leerde van mijn aardrijkskundeleraar: een wijk lees je door de signalen te herkennen. Daar gaat-ie:
Signaal 1: overdag is het stil in Carnisse. Je kunt je verlengde Hummer mét aanhanger dwars over het vak parkeren en dan past de spelersbus van Feyenoord er nog steeds bij. Er zijn parkeerplekken genoeg. Iedereen die een auto heeft, is overdag weg. Om te werken, neem ik aan.
Signaal 2: die krijg ik van Lies, eigenaar van onze lokale hipsterbar Koffie & Ambacht. (Hipster omdat een koffie- en wijnbar nu eenmaal opvalt tussen de Poolse minisupermarkten en Turkse bakkers.) “Ik ga mijn openingstijden aanpassen: ’s middags later open, zodat ik ’s avonds langer door kan”, zegt ze. “Overdag is toch iedereen aan het werk.”
Na de eerste twee signalen begin ik te geloven dat het verhaal over armoede in mijn wijk een slecht doorverteld verhaal is. Zo’n fluisterspelletje van vroeger, waarbij je begint met de zin ‘Carnisse is een arbeiderswijk’ en na veel doorgefluister de zin ‘Carnisse is een armoedewijk’ ontstaat. Of zijn we hier echt arm?
Signaal 3: het krijtbordje aan de muur bij Koffie & Ambacht. ‘Caffè Sospeso’ staat erop, met erachter drie streepjes. Ook hier doen ze aan de Italiaanse traditie waarbij je alvast betaalt voor een kop koffie voor iemand die het minder breed heeft.
“Ik heb ze nodig”, zegt Lies.
“Dan reken ik er zo een af”, antwoord ik automatisch.
“Nee, ik heb mensen nodig die de caffè sospeso komen drínken”, verklaart ze. “De buurvrouw voor wie we de sospeso in het leven riepen, is overleden. De dakloze komt niet meer en hij wilde het in de opvang ook niet doorvertellen, om mij te behoeden voor vreemde klanten. Die drie streepjes staan er dus al even.”
“Euhmmm…..”
Het wachten is nu op signaal 4: mensen die me naar aanleiding van deze column gaan vertellen dat er heus wel armoede is in Carnisse, maar dat deze nauwelijks zichtbaar is. Of signaal 5: de volgende keer dat ik bij Koffie & Ambacht kom, staan er geen streepjes meer achter de caffè sospeso. Omdat mensen nu weten waar ze de koffie moeten halen. We zullen zien. Tot die tijd noem ik mijn wijk gewoon een arbeiderswijk.