Een ‘verborgen’ tuin die gevonden mag worden
Bep van Beek is één van de bewoners die alweer zo’n zestien jaar geleden het initiatief nam om een braakliggend terrein aan de Van Swietenlaan om te toveren tot een waar paradijsje. Aan het eind van de doodlopende weg ligt sindsdien het Van Swietenhof. Volgens sommigen het mooiste verborgen stukje groen van Carnisse.
Bloemenboeket
Wanneer we hem treffen, zit hij prinsheerlijk in het zonnetje. Korte broek, sandalen en een strooien hoed op het hoofd. Van Beek is duidelijk aan het genieten. Niet zo gek ook als je ziet wáár hij vertoeft. Het Van Swietenhof oogt als één groot bloemenboeket met op de achtergrond het klaterende geluid van de fonteintjes bij de entree en de kwetterende vogels in de bomen.
Onkruid
Een groot verschil met hoe het er hier vroeger uitzag, zegt hij. ,,Toen was deze plek een speelplein voor kinderen. Maar omdat de buurt eromheen vergrijsde, werd het plein niet echt meer gebruikt met als gevolg dat het onkruid welig tierde.”
Buurttuin
Niet echt fraai om tegenaan te kijken. Daarom kwamen een aantal bewoners van de Van Swietenlaan en de Goereesestraat op het idee het binnenplein, waar het heermoes inmiddels tot aan de knieën stond, een betere bestemming te geven als buurttuin.
Subsidie
Nadat een bevriende landschapsarchitect een aantal ontwerpen had gemaakt, trokken ze richting wat toen nog de deelgemeente Charlois was. ,,Dat plan leverde ons uiteindelijk een subsidie van enkele tienduizenden (toen nog) guldens op. Mooi, maar daar moesten we dan wel meteen alles van zien te bekostigen: het opzetten van een stichting, het aanleggen van de tuin én het onderhoud.”
Hulp van studenten
Om her en der wat te beknibbelen om de kosten, stapten de initiatiefnemers naar het nabij gelegen Wellant College met de vraag of hun studenten niet wilden meehelpen om de tuin aan te leggen. Daarmee ging de school voor toekomstige hoveniers akkoord.
Vrijwilligers
Aanvankelijk zou de tuin april 2002 opgeleverd worden. Maar vanwege verschillende tegenslagen werd dat november dat jaar. Toen begon de grootste uitdaging. Want een tuin openen is gemakkelijker dan hem onderhouden. Daar heb je een flink aantal vrijwilligers voor nodig.
Betrokkenheid
Van Beek: ,,Inmiddels zijn dat er zo’n twaalf. De helft minder dan waarmee we begonnen. Jammer, daarbij is dat veel vrijwilligers van het eerste uur inmiddels verhuisd zijn, of te oud om nog actief bij te dragen aan bijvoorbeeld het bewateren van de tuin. En dat andere, nieuwe omwonenden minder betrokken zijn bij de tuin.
Best wel vreemd, erkent Van Beek. ,,Zelfs de mensen van de flat hier tegenover, die enkel een ieniemienie balkonnetje hebben, komen amper op de tuin. Terwijl het toch ook voor hen een geweldige manier zou zijn om even wat van de natuur te genieten.”
Een tuin voor iedereen
De gratis te betreden tuin is er in ieder geval wel voor iedereen, benadrukt hij dan nog maar eens. ,,Ons doel is altijd geweest om hier activiteiten te organiseren die de sociale contacten bevorderen en onderhouden.”
Activiteiten
Zo vindt er 29 juli het Van Swietenhof Festival plaats, met onder andere dichters, rock ’n roll en Duitse Schlagers. En de laatste zondag van september staat traditioneel in het teken van de jaarlijkse Pompoenenmarkt, die steevast druk bezocht wordt.
Goede contacten
Ook hebben ze goede contacten met instellingen uit de buurt, zoals het Leger des Heils, de vmbo-school en verschillende verzorgingshuizen die regelmatig een uitstapje maken naar het Van Swietenhof. ,,Onze tuin mag dan een beetje verborgen liggen, we willen juist door zoveel mogelijk mensen gevonden worden.”
Meditatieclub
Mooi vindt Van Beek dan ook dat hij onlangs het verzoek kreeg van een meditatieclubje om op de tuin te komen mediteren. Maar ook dat er regelmatig een paar moslima’s komen chillen.
Diversiteit
Een beetje diversiteit op de tuin kan hij wel waarderen. ,,Iedereen die zich hier thuis voelt, is er één. Ook omdat er, om het Van Swietenhof ook voor toekomstige generaties te bewaren, straks toch nieuwe vrijwilligers nodig zijn die het stokje van ons over willen nemen.”