20e eeuw: optoppen, 21e eeuw: afdalen
Welk beeld hebben veel mensen van Rotterdam? Gedurfde hoogbouw en grootschalige iconen die tezamen een hoogstedelijk ensemble vormen. Maar er bestaat ook een minder bekende stad die vele malen groter is: het Rotterdam van de semi-dorpen. Deze oude en nieuwe binnensteedse buitenbuurtjes trekken steeds meer belangstellenden.
Door Jaap van Rijn
Zo rukt de buitenwijk op in Rotterdam. De aanjager: de gemeentewens om koopkrachtige gezinnen voor de stad te behouden. Deze families willen het beste van alles: de verlokkingen van de stad, dicht bij het werk wonen en de rust van het dorp. Geen wonder dat laagbouwprojecten snel uitverkopen. Het zichtbare gevolg: de hoogte van Rotterdamse bebouwing in de wijken binnen de ring neemt af.
Dorpse sfeer
De binnenstad van Rotterdam is minder stedelijk dan die van Den Haag en Amsterdam. Dit blijkt uit onderzoek naar de zogenaamde adressendichtheid van steden. De oorzaak: het bouwen van kantoren na het bombardement. Buiten het centrum bevinden zich buurten met deels een dorpse sfeer, die ook bijdragen aan een lage dichtheid van adressen. Ook dat heeft een reden. De stad annexeerde in de loop der jaren een aantal traditionele dorpen waarvan de kernen nog min of meer overeind staan.
Aanzien
Denk aan Kralingen, Hillegersberg, Overschie, Katendrecht, IJsselmonde en Delfshaven. Al deze dorpen bepalen mede het aanzien van de stad. Opvallend: wonen in de buurt wonen bij deze dorpskernen is onverminderd populair of neemt toe. Zo wordt de charme van een dorpskern als Charlois inmiddels onderkend. Ingekapselde buurtschappen als Terbregge, Oud Verlaat en Groeneweg bij Nesselande en de Rotte versterken een gevoel van Rotterdamse landelijkheid waarin gezinnen willen wonen.
Dorpsachtige wijken
Het bombardement had ook invloed op het uiterlijk van stukken stad buiten het centrum. De vele ontheemde binnenstadbewoners werden destijds gehuisvest in naoorlogse dorpsachtige wijken: het Drentse, Utrechtse, Gelderse en Brabantse Dorp, Wielewaal, Laag Zestienhoven en Smeetsland in IJsselmonde. Een aantal van deze dorpen is inmiddels gesloopt.
Woondozen
Rotterdamse bestuurders spanden zich de laatste decennia van de vorige eeuw in om de stedelijkheid vooral te vergroten met optoppen in oude wijken als het Oude Westen, Middelland, Spangen, Crooswijk, Kralingen-West en de Afrikaanderwijk. Optoppen is: bouwers die woondozen boven op de bouwblokken zetten, wat vooral in de jaren zeventig en tachtig gebeurde. Helaas verlieten de koopkrachtigen en de gezinnen de wijken en nog vaker de stad. Want Rotterdam bood niet wat zij wensten: moderne appartementen en eengezinswoningen, twee-onder-een-kappers en villa’s. Genoeg buurgemeenten staan daar vol mee en profiteerden van de toestroom van welvarende Rotterdammers. In de stad nam de armoede helaas toe.
Opgave
Eind vorige eeuw besloten bestuurders dat het zo niet verder kon. Het inwonertal van het centrum trekt begin deze eeuw dankzij de nieuwe woontorens aan. Maar nog steeds woont slechts een klein percentage Rotterdammers in de binnenstad. De opgave werd en wordt: hoe maak je de rest van de stad aantrekkelijker? De WoonVisie van de gemeente beschrijft de vervolgstap voor het kunnen binden van mensen aan de stad. Koopkrachtigen en welvarende gezinnen die liever in de stad willen wonen, bedien je met zowel appartementen als grondgebonden eengezinswoningen. Die worden dus gebouwd. Het beleid lijkt zo langzamerhand te gaan werken.
Omgekeerde beweging
Rotterdam kiest in de binnenstad en op de Kop van Zuid voor spectaculaire grootschaligheid. Verdichting – meer woningen per vierkante meter – zal het inwoneraantal opjagen en daarmee het centrum levendiger en aantrekkelijker maken. De binnenstad schiet fysiek omhoog. Direct aan de randen van dit hoogstedelijk geweld vindt een opmerkelijke, omgekeerde beweging plaats. Ook daar worden oude blokken gesloopt en braakliggende landjes tot bouwgrond verklaard. Hierop verrijzen vlak achter bescheiden appartementsgebouwen dorpsachtige buurtjes met gewilde eengezinswoningen. Optoppen wordt ‘aftoppen’: de stad daalt af.
Sfeervolle geborgenheid
Vooral op de zuidoever grenzen inmiddels kleinschalige nieuwbouwbuurtjes aan stukken hoogbouw. Je zou hier eerder wijken met moderne appartementsgebouwen verwachten. Althans, zo gaat dat in de meeste Europese grote steden. Maar niet in Rotterdam, waar het dorp blijkbaar diep in het DNA huist. Direct achter de dunne randen appartementsgebouwen op de Laan op Zuid duikt de stad direct naar beneden, naar het niveau van de grondgebonden gezinswoningen, zoals in Stadstuinen.
Parkstad Overmaas
Daar blijft het niet bij. Waar ooit de RET-remise stond, zal Parkstad Overmaas komen, een bewonderenswaardig initiatief van de architecten Koos Kok en Laila Ghait. Samen met kopers ontwikkelen zij een binnenstedelijk buitenbuurtje met forse gezinswoningen die tegen de dijk van de Afrikaanderwijk aan gaat schuren. Aan de Laan op Zuid staat straks een rij laanhuizen, met hier en daar een bescheiden appartementsgebouw. Achter deze relatief stedelijke wand de vinden de gezinnen de gewenste, sfeervolle geborgenheid, veel groen en rust. Het project slaat aan: 55 van de 65 woningen zijn reeds verkocht.
Bloemfontein
In de Afrikaanderwijk zelf wijkt in Bloemfontein gestapelde oudbouw voor eengezinswoningen met een dorpse architectuur. Details van de woningen verwijzen naar traditionele bouwstijlen. Met andere woorden: dit is wel heel andere koek dan de zeer nabij gelegen, modernistische Kop van Zuid. Hoe populair deze woningen zijn, bewijst de laagbouw van het iets verderop gelegen Zuiderspoor. Een woning van één verdieping ‘doet’ inmiddels zo’n 290.000 euro, zo blijkt op de site van de makelaar.
Beschutte binnenstraat
Rotterdam kiest ook op Katendrecht deels voor kleinschaligheid die gezinnen trekt. Deze aanpak slaat aan, gezien het verkoopsucces van onder meer de in traditionele architectuur opgetrokken kadewoningen en de eengezinswoningen achter het Deliplein (2). Aan de randen van de beschutte straten rijst straks de hoogbouw van de Fenix Lofts op. De reactie van de buurtbewoners? Deze grootschaligheid past niet in dit deel van Katendrecht. Het kleinsteedse gevoel schiet dus wortel. Op de Pols van Katendrecht komen wel forse appartementsgebouwen. Maar ook hier duikt kleinschaligheid op. De Groene Kaap – reeds in aanbouw – gaat aardig wat eengezinswoningen tellen en biedt tevens een ingesloten, veilige binnenstraat. Verderop in Zuid, in Pendrecht, maken portiekflats plaats voor vooral eengezinswoningen.
Pindakaasbuurtje
Je zou op kale landjes in Feijenoord, zoals die naast de Unilever-fabriek en pal aan de Nieuwe Maas, hoogbouw kunnen verwachten. Het pakt anders uit: ook hier zegeviert laagbouw. Direct naast de vetfabriek krijgt een dorps sfeertje gestalte in de vorm van het Hefkwartier, een kleinschalig en op korte termijn kinderrijk pindakaasbuurtje (3). Het verderop gelegen, pas opgeleverde Zinkerblok is lager dan de omliggende bebouwing. Achter de stoere straatgevel gaan eengezinswoningen met een schuin dak schuil: de buitenwijk vermomd als stadsblok. Een groep Noordereilanders bouwde op een minuscule kavel De Helden van De Ruijter, een blokje gezinswoningen. Door de robuuste architectuur valt nauwelijks op dat het blokje lager is dan de omgeving.
Petieterige laagbouw
Grote delen van Zuid doen al decennialang dorps aan, denk ook aan Vreewijk en De Kossel. Hier kun je bij nieuwbouw een keuze voor kleinschaligheid verwachten. Maar hoe zit het op de meer stedelijke noordoever? Populaire appartementswijken als Blijdorp zijn onbedreigd voor sloop. Maar in genoeg andere buurten vol gestapelde, vaak sociale oudbouw wrijven ontwikkelaars, bouwers en beleidsmakers in hun handen. Hier valt een slag te maken. Dat doen ze door te luisteren naar buurtbewoners met prima inkomens die in deze wijken willen blijven wonen maar geen passende woning vinden. Dit is een groep die de gemeente niet graag ziet vertrekken.
Grif van de hand
Aantrekkelijke gezinswoningen en huizen in bescheiden appartementsgebouwen gaan inmiddels grif van de hand en trekken ook nieuwkomers. Hun keuze valt onder meer op Crooswijk Wandeloord, waar voldoende semi-hoogbouw rond de laagbouw staat om een gevoel van stedelijkheid te ervaren. In het nabijgelegen buurtje achter de Sophiakade, het voormalige Jaffa, gedoopt tot De weg naar Kralingen, wordt zonder omwegen voor petieterige laagbouw met een dorps karakter gekozen, voorzien van neo-historische gevels. Zelfs aan de drukke Goudse Rijweg daalt zichtbaar de bouwhoogte. De bewoners verwachten een vriendelijke sfeer, het gevoel van geborgenheid. Ook in het echte Kralingen, in de Palestinastraat, zegeviert historisch getinte aftopbouw. Een eenzaam torentje bewijst echter dat niet iedereen in de straat aan hoogtevrees lijdt.
Heft in eigen handen
Braakliggende terreinen In Rotterdam West veranderen in stroken royale, grondgebonden huizen die minder hoog reiken dan de omliggende panden. Een bouwinitiatief van bewoners aan de Hooidrift pakte de lokale Architectuurprijs 2017. Het is een schitterend ensemble gevels dat prettig contrasteert met de bestaande, hogere bebouwing. In de Gaffelstraat besloten bewoners het heft in eigen hand te nemen en bouwden naast het horeca-instituut De Pijp opvallend lage laagbouw . De Volmarijnstraat maakt ook kennis met de aftoprage. Waar ooit junks de houten vloeren van leegstaande panden verstookten om de kou te verdrijven, zegeviert de neo-historische bouwstijl in een rijtje gezinswoningen van bescheiden formaat. Deze huizen maken de voorbijganger duidelijk dat koopkrachtige bewoners die de drukke stad verkiezen boven de buitenwijk, voor kleinschaligheid gaan.
Spectaculair
De afdalende stad neemt spectaculaire vormen aan in de Spangense Vosmaerstraat. Waar voorheen de anonimiteit van matig gerenoveerde hoge blokken heerste, geven energieneutrale eengezinshuizen Spangen een chique trap onder de derrière. Nu maar hopen dat de stijlvolle metselwerkverbanden en statige torentjes die qua uitstraling passen bij de wijk, een passend vervolg krijgen op het tegenoverliggende, braakliggende terrein. Spangen naar voren, als er maar oog blijft voor de minder draagkrachtigen. Het ‘aftoppen’ van Rotterdam maakt school, de binnensteedse buitenwijk geeft steeds nadrukkelijker de stad mede vorm. En dan moet aan de rand van het Kralingse Bos de wijk Nieuw Kralingen met veel groen en louter laagbouw nog gebouwd worden.