Waarom Dudoks Bijenkorf verdween
Vanaf vandaag wordt de Coolsingel drie jaar lang verbouwd. Het is niet de eerste keer dat de straat op de schop gaat. Waarom verdween bijvoorbeeld de vooroorlogse Bijenkorf die het bombardement grotendeels doorstond?
Tekst: Teun van den Ende
Mijn oma is geboren in 1920 en was nog geen tien jaar oud toen De Bijenkorf opende aan het Van Hogendorpplein, de plek van het huidige Churchillplein. Ze ging speciaal naar het warenhuis toe om de roltrap te proberen. Het gevoel langzaam door een onzichtbaar mechanisme opgetild te worden, was een compleet onbekende gewaarwording die diepe indruk op haar maakte.
Stadsplanners
Ze zal niet de enige Rotterdammer zijn geweest. Alleen al op de opening in 1930 waren 70.000 mensen afgekomen. De Bijenkorf nestelde zich door de luxe warenhuisartikelen én het imposante gebouw snel in het collectieve geheugen van vele Rotterdammers. Toch besloten de stadsplanners van het naoorlogse Rotterdam het warenhuis met de grond gelijk te maken.
Fier overeind
,,Ik werd opgebeld met het verzoek naar Rotterdam te komen. En daar werd me doodleuk verteld dat het beter was als we maar met de oude korf verdwenen. En dat terwijl we met herbouwplannen rondliepen!”, vertelde G. Van der Wal, directeur van het warenhuisconcern. De verbazing van de Bijenkorfdirecteur is heel goed voor te stellen. Op de beroemde luchtfoto’s na het bombardement staat het meest monumentale deel van het beroemde warenhuis fier overeind.
Dudok
Het warenhuis werd gebouwd tussen 1928-1930 naar ontwerp van Dudok, de architect die furore had gemaakt met het raadhuis van Hilversum. Aan de zuidzijde van het langgerekte Van Hogendorpplein verrees negen jaar later tegenover het warenhuis een tweede ontwerp van Dudok: het dertien verdiepingen tellende bankgebouw voor de Hollandsche Bank-Unie (HBU).
Witteveen
Het plein was in feite niet meer dan een verbreding van de Coolsingel. Hoofd van de Afdeling Stadsuitbreiding en gebouwen W.G. Witteveen beschouwde het als één van zijn belangrijkste realisaties in het stadsbeeld van het vooroorlogse Rotterdam. Na de verwoestingen van het bombardement op 14 mei 1940 ontwierp hij een Wederopbouwplan dat het Van Hogendorpplein en De Bijenkorf moest sparen.
Verbinden
Maar het plan ging niet door. Zijn poging om stadsschoon en de uitdagingen van de moderniteit in één plan te verbinden, werden van tafel geveegd, schrijft historicus Noor Mens in het boek ‘W.G. Witteveen en Rotterdam’: ,,De historische stad met haar esthetische betekenis verdween naar de achtergrond en één van de rode draden in Rotterdams naoorlogse zelfbeeld werd gesponnen: de mythe van de no-nonsense stad die geen tijd heeft om zich met stadsschoon bezig te houden.”
Verkeersdoorbraak
In plaats van Witteveen’s voorstel is het Basisplan van zijn opvolger, Cornelis van Traa, uitgevoerd. Hij forceerde een verkeersdoorbraak op het Van Hogendorpplein: ,,Het was onze enige kans om het centrum van de stad open te gooien, om ook visueel contact te krijgen met de Maas. Die oude Bijenkorf moest weg. Dán konden we pas een nieuwe stad, een modern Rotterdam bouwen.” (Het Vrije Volk, 19 maart 1957)
Functionalisme
Sindsdien is er decennialang in één smaak aan de wederopbouw van het stadscentrum gebouwd: volgens de dominantie filosofie van het functionalisme, een vorm van stedenbouw die de scheiding van functies en een zo efficiënt mogelijke stadsinrichting voorstond. Bij het verlangen van het gemeentebestuur naar een nieuwe stad met daarin veel plek voor verkeer moest ook de directie van de Bijenkorf zich neerleggen.
Asfaltvlakte verkleind
Een groot monumentaal gebouw op het Churchillplein is nu moeilijk voor te stellen. Maar het nieuwe ontwerp voor de Coolsingel van Adriaan Geuze (West 8) verkleint de asfaltvlakte straks tot drie rijbanen en een trambaan. De rest van het Churchillplein komt vrij voor fietsers en voetgangers. Dat roept in retrospectief de vraag op hoe Dudoks Bijenkorf op de overgang van het centrale winkelgebied naar de Witte de Withstraat in dit nieuwe ontwerp gepast zou hebben..
Met dank aan Rob Noordhoek van het Museum Rotterdam.