Gesloten coffeeshop mag toch weer open van Aboutaleb
Klanten van coffeeshop Trefpunt aan de Botersloot in het centrum van Rotterdam zijn boos op burgemeester Aboutaleb. „Trefpunt mag weliswaar weer open, maar waarom gaat het altijd over criminaliteit, drugshandel en geld? Het gaat nóóit over de sociale functie die de coffeeshop vervult in de Rotterdamse samenleving”, zegt Rob die vaak in Trefpunt te vinden was.
Letten op elkaar
„Als er geen coffeeshop zou zijn”, zegt Rob, „zouden we met tien man bij iemand thuis gaan zitten roken. We hebben geen afzuiginstallatie. Dus dán veroorzaken we pas écht overlast. Bovendien letten we in de coffeeshop op elkaar, of iemand niet helemaal ‘wippie wappie’ naar buiten gaat.”
Rob is samen met de eigenaar van Trefpunt, andere klanten en een schare buurtbewoners naar het stadhuis gekomen om te horen of de gemeenteraad kan afdwingen dat de coffeeshop per direct weer open mag. De burgemeester sloot deze afgelopen maand omdat het Luzac college zich in de buurt vestigde en het Rotterdamse coffeeshopbeleid voorschrijft dat zich binnen een afstand van 250 meter van een school geen coffeeshop mag bevinden. Maar omdat het aantal coffeeshops in de stad te laag geworden is om alle klanten van wiet te voorzien, besloot burgemeester Aboutaleb zijn beleid aan te passen.
Twist om tijd
Coffeeshops in de buurt van een school mogen straks wel openblijven. Maar alléén als de school gesloten is. En daar zit nu nét het probleem voor Trefpunt: eigenaar Ronald Maher wil vanaf 17.00 al open. Maar daar wilde burgmeester Aboutaleb nog geen toestemming voor geven. „De uitbater kan vandaag een nieuwe vergunning aanvragen”, zei Aboutaleb tegen de morrende gemeenteraad. „Maar ik ga niet nu al zeggen op welke tijden de coffeeshop open mag.”
Wel zegde hij toe voor 20 november met nieuw beleid voor coffeeshops te komen waarin dat wel duidelijk wordt. Hij moet dat echter eerst nog afstemmen met de politiechef en de officier van justitie. „Ik ga in élk geval weer open”, zegt eigenaar Maher van Trefpunt. „Dat is zeker.”
Werkenden
Eerder liet Maher weten dat de bedrijfsvoering van zijn coffeeshop in gevaar kan komen als hij pas om 18.00 open mag omdat hij tussen vijf en zes uur ’s avonds veel klanten heeft die uit hun werk komen. Hij is bang dat die niet wachten tot hij opengaat en naar een andere coffeeshop gaan.
Ook waren er buurtbewoners van Trefpunt naar het stadhuis gekomen. „Ik woon al sinds ik een kind ben naast de coffeeshop”, zegt buurman Bart. „Ik ben blij dat ze er zijn. Terwijl ik geen blower ben. Hun portiers letten altijd op als mijn dochtertjes buitenspelen. Als ze iemand alcohol zien drinken op het pleintje, sturen ze die weg.”