Job Halkes Binnenland 26 okt 2017, 10:05

Leestijd: 2 minuten

Sprankje hoop voor loempiakraam Zuidplein

Er gloort een sprankje hoop voor de loempiakraam van de familie Pham op Zuidplein. Wethouder Maarten Struijvenberg (Economie) gaat met de gebiedscommissie in gesprek over een verlenging van de tijdelijke vergunning, zo zei hij in de gemeenteraad. De huidige loopt volgende week dinsdag af.

Eerder besluit

Dat de kraam na 32 jaar weg moet schoot bij veel politieke partijen in het verkeerde keelgat. De familie Pham moet weg, omdat er in 2004 is besloten dat het hele gebied vrij moet zijn van stalletjes en kraampjes. Dat besluit is mede genomen omdat het hele plein opnieuw wordt ingericht. De familie kreeg wel de optie om een pand te betrekken, maar daar zat geen horecabestemming op.

Zoon Alexander Pham uitte van de week een noodkreet. „Ze zijn tijdens de Vietnamoorlog gevlucht naar Nederland. Mijn moeder verloor daarbij zo’n beetje al haar familieleden en mijn vader raakte zijn broers kwijt. Hier in Nederland bouwden ze vanaf de grond deze kraam op. We staan hier al sinds 1986.” Hij vreest het einde van hun levenswerk.

VVD-raadslid Jan-Willem Verheij begrijpt er niks van. „We willen wel foodtrucks in de stad, maar deze kraam niet. Zeker niet hip genoeg.” PvdA-raadslid Barbara Kathmann sloot zich daarbij aan. „Foodtrucks rijden zonder problemen de milieuzone in, maar deze ondernemer moet weg.” De meeste partijen wilden dat de gemeente de familie helpt bij het schrijven van een ondernemersplan en voorlopig wat clementie geeft. „Het zwembad is tenslotte nog niet af”, zo stelde Leo Bruin (PvdA).

Volgens Struijvenberg is er de afgelopen 13 jaar genoeg hulp aangeboden. „We hebben ook andere ondernemers niet toegestaan op het plein omdat we het besluit uit 2004 uitvoeren.” Hij wijst er ook op dat het ook het beleid is van de huidige gebiedscommissie. „We hebben gesprekken gevoerd over een alternatieve locatie.” Ook wijst hij er op dat er geen goed ondernemersplan ligt.

Ondernemingsplan

Maar dat moet volgens Verheij geen obstakel vormen. „Een ondernemingsplan voor het bakken van loempia’s? Dat kan niet meer zijn dan een A4’tje en niet drie volledige accountantsrapporten. Ondernemers moeten geen papier produceren, maar loempia’s bakken.” Struijvenberg zegde toe dat hij gaat kijken of er hulp kan worden geboden. „En ik ga met de gebiedscommissie in gesprek over eventuele coulance. Al lopen er nog wel procedures van de familie tegen het verlopen van de vergunning.”