Oh Oh Amsterdam: onthullingen van een ADE-liefhebber
Metro’s Iris neemt je mee in haar Amsterdam, waar van alles in voorbij komt. Van Chinese massagesalon tot het begraven van cavia’s en spannende afters. En alles ertussenin.
De vierde zuil
Wat sommigen met kerstmis of de Cello Biennale hebben, heb ik met ADE: de vijf mooiste Amsterdamse dagen en nachten van het jaar waar ik naar uitkijk als een kind naar de dierenplaatjes in de Appie, al spaar ik die trouwens ook.
Precies een jaar geleden verklapte ik in mijn Single in the City column dat ik nog weleens een back2bedje met een dj zou willen beleven, iets dat overigens nog steeds niet gelukt is -maar nieuwe ronde nieuwe kansen, denk ik dan-, dit jaar kijk ik vooral weer uit naar de fijne Amsterdamse vluchtigheid die ADE met zich meebrengt. Je belandt op plekken die je nooit eerder zag, beleeft de ene escapade na de andere en ontmoet nieuwe vrienden, die je na zo’n acht uur samen losgaan in een donker ravehol, áls je ze al in het daglicht zou herkennen, waarschijnlijk nooit meer ziet. En dat is prima, juist die gedeelde afterhours-anonimiteit is zo lekker.
ADE maakt het loste in mij los en memorabel voor mij, duidelijk niet voor de andere aanwezigen, was dan ook de ADE waar ik bij iemand thuis op een after belandde. Ik zag in een hoek op de gang een duikpak hangen en het leek me toen een uitermate goed idee om al mijn kleren uit te doen en het pak aan te trekken. Zeer content met mijn transformatie, liep ik de woonkamer weer in waar iedereen druk bezig was met praten over welke feestjes zij nog zouden pakken en de kwetsbaarheid van het leven enzo. Ta dáá! riep ik blij uit en waande me een duikpakmodel die over de catwalk paradeerde. Alleen hier geen flitsen van camera’s en ook de oeh’s en aah’s ontbraken op mijn provisorische catwalk van anderhalve meter, maar ik vond het wel leuk.
ADE laat ook mijn toch al zeer rijke fantasie ernstig op hol slaan. Zo was er de oude bekende slash (eenzijdige) crush die ik tegenkwam onder het Rijks vorig jaar, waar Maceo Plex zijn draaikunstje deed. Ik ontmoette hem -de oude bekende, niet Maceo- bij de vierde zuil en toen hij me een bierflesje aanreikte en ik hem in de ogen keek, was ik weer verkocht. We hadden een geanimeerd gesprek, dansten een beetje ongemakkelijk naast elkaar en drie dagen erna, toen de ADE-dip begon, hield ik mezelf op de intussen zeer vermoeide benen, met het idee dat hij me ooit ten huwelijk zou vragen bij die vierde zuil. Niet gebeurd natuurlijk, nog niet eens een appje gekregen, maar het was voor even een mooie fantasie.
Het enige waar ik nog weleens moeite mee heb, afgezien van mijn rode lipstick in toom houden om het horrorclown-effect te minimaliseren, tijdens ADE, of überhaupt eigenlijk, is het temperen van mijn enthousiasme slash het doseren van mijn energie.
Zo kwam het dat ik vorig jaar zondagnacht zo in mijn nopjes was dat ik gewoon niet naar huis wilde. Iets dat prima is wanneer je niet net toevallig die dag jarig bent en je moeder over een paar uur in Amsterdam aankomt om samen gezellig naar Artis te gaan. Ik was met mijn vrienden die me enthousiast toezongen in De School, begeleid door lekkere duistere baslijnen, de sfeer was stomend en kolkend en telkens hoorde ik het duivelse stemmetje in mijn hoofd: en we gaan nog niet naar huis…
Uiteindelijk ging ik wel, toen het licht weer aanging, om vijf uur later de gelukwensen van mijn moeder in ontvangst te nemen. Ze keek me aan, streek over m’n bol en zei: ,,Ga jij maar slapen.” En dat deed ik.
Gelukkig ben ik dit jaar op dinsdag jarig. Nu al zin in.