Rotterdam: geen subsidie meer voor hangplekken jeugd
Er gaat geen cent subsidie meer naar hangplekken en jeugdhonken in Rotterdam. Ook bestaande plekken keren niet meer terug als ze worden afgebroken. Dat zei wethouder Joost Eerdmans (Veiligheid) maandag tijdens de presentatie van de aanpak van jeugdoverlast. Ook kunnen ouders die niet meewerken om hun kroost in het gareel te houden uiteindelijk hun huis worden uitgezet.
Hotspots
Naar schatting gaat het om 600 jongeren die in Rotterdam criminaliteit plegen. De gemeente heeft 15 hotspots in kaart gebracht. „Daarvan willen er de komende drie jaar tien weghebben”, stelt Eerdmans. Daarom wordt er extra ingezet op stadswachten, politie en jeugdwerkers op deze plekken. „Het criminele gedrag moet stoppen.”
Lees ook: Waar in Rotterdam zitten de jeugdbendes?
Ook het subsidiëren van hangplekken en jeugdhonken behoort tot het verleden, aldus Eerdmans. „We willen best helpen met sport en onderwijs, maar zinloos hangen gaan we niet meer faciliteren. Dat geeft alleen maar ellende.” Bestaande plekken voor jongeren hoeven niet direct te vrezen. „Maar mochten deze sluiten dan komen ze in principe niet meer terug. Ik wil wel een uitsterfbeleid voor dit soort plekken.”
Wijkverboden
Naast extra inzet worden er ook nieuwe maatregelen genomen. Zo gaat de gemeente snelle wijk- en gebiedsverboden uitdelen en worden ouders nadrukkelijker betrokken bij het oplossen van de problemen. „We moeten voorkomen dat broertjes en zusjes dezelfde kant opgaan. Daarom is het belangrijk dat ouders hun verantwoordelijkheid nemen”, aldus Eerdmans. Zo komt er een laatste kansaanpak, waarbij familie en hulpverleners bij elkaar gaan zitten en pas de deur uitgaan als er een plan is. „In Schotland heeft dat goede resultaten opgeleverd.”
En mocht dat allemaal niet helpen, dan kunnen de ouders uiteindelijk worden gedwongen een opvoedcursus te volgen. Eerdmans: „En als zelfs dat geen resultaat heeft kunnen we ze de woning uitzetten. Daarover hebben we nu afspraken gemaakt met één woningcorporatie. Maar de anderen zullen wel volgen.”