Dakloze en student slaan handen ineen: ‘Zijn niet allemaal junks’
Student fotografie Camiel Mudde en de dakloze Dennis maakten samen een fotoreportage over het bestaan van een dakloze in Nederland in coronatijd. Door de portretten willen de twee het negatieve beeld over daklozen veranderen.
Dennis (44) is een Nederlandse staatsburger die niet zou misstaan in een willekeurig KPN-reclamespotje. Zijn verhaal hoort niet bij het typische beeld van de dakloze. Hij gebruikt geen drugs, staat niet om 6.30 uur al bedelend voor de supermarkt en beweegt zich niet voort met behulp van een winkelwagen van een andere tweederangs supermarkt. En toch is Dennis dakloos. Naar eigen zeggen doordat hij wat verkeerde keuzes maakte en vooral door gewoon heel veel pech.
Twee jaar geleden had Dennis nog alles wat een reguliere man uit Gouda zich kan wensen. Een baan, een vriendin, een auto van de zaak en een huis. Na een ontslag bij zijn werkgever vertrekt hij voor een jaar naar Limburg om daar te werken. Eenmaal daar duurt het niet lang voordat hij in de asbestsanering de titel leidinggevende krijgt. In Limburg verblijft hij een jaar lang in een plaatselijk hotel dat door zijn werkgever wordt vergoed.
Maar na een jaar vertoeven in een kleurloos hotel, keert de dan 43-jarige voor de liefde terug naar Gouda. Niet veel later wordt een ernstige hernia bij hem geconstateerd, waardoor werken een lastig verhaal wordt. De relatie loopt spaak en zo verliest hij in korte tijd alles wat een mens gelukkig kan maken. De boodschap die hij dan ook heeft, is: „Het kan iedereen overkomen.”
Als dakloze slapen tussen de bijenkasten
In augustus van 2020 bevond Dennis zich op zijn dieptepunt. Hij sliep tussen de bijenkasten, naast provisorische houten constructies en onder een verroeste golfplaat. Daar, in het Goudse Hout park aan de oostkant van de stad, brengt hij wekenlang door. In diezelfde periode ontmoet Dennis Camiel Mudde (19). Nu zegt Camiel daarover: „Toen wij elkaar ontmoetten, zat hij wel echt op zijn diepste punt. Je was er echt niet goed aan toe”, zo benadrukt de student uit Spijkenisse.
Mudde is een derdejaarsstudent aan de Nederlandse Fotovakschool op de Kop van Zuid in Rotterdam. Voor zijn opleiding zocht hij een reportage en een onderwerp waarmee hij iets kon betekenen. Voor dit project wilde hij samen met Dennis het beeld dat heerst over daklozen goed vastleggen. Hij wilde daarbij dus niet kijken naar de typische gevallen van dakloosheid. „Ik wilde laten zien dat daklozen niet per se vies, onverzorgd, eng en junks zijn.” Dennis past volgens Mudde helemaal niet in dat beeld en was dus precies wat hij zocht.
„Ik wilde hem eigenlijk van a tot z volgen. En dat is wel gelukt”, zo verklaart Mudde over het hele proces van Dennis dat hij op de voet volgde. Na zijn tijd tussen de bijenkasten krijgt Dennis via de gemeente een hotelkamer toegewezen. Hier vindt hij de rust terug om zijn leven weer op te bouwen. „Als je buiten slaapt, ben je alleen maar bezig met waar je slaapt. Zo vind je nooit de rust om weer op te krabbelen”, legt Dennis uit. Maar ook het slapen zelf was voor hem niet te doen: „Met die hernia niet in een normaal bed kunnen slapen, is gewoon beroerd.”
‘Ze sturen mensen de straat op’
Tijdens zijn dakloze bestaan merkt Dennis dat de verantwoordelijke instanties niet altijd adequaat handelen. Zelf heeft hij het idee dat hij vaak „tussen wal en schip” valt. „Daklozen worden vaak gezien als moeilijk handelbaar en daarom zijn de voorwaarden vaak erg streng.” Ook haalt hij daarbij de recente aankondiging van de sluiting van coronanoodopvang voor daklozen aan. „Eigenlijk sturen ze straks weer heel veel mensen terug de straat op.”
Na een paar weken in het hotel, krijgt hij desondanks de kans om te verhuizen naar een woning in Nieuwerkerk aan den IJssel die valt onder het Beschut Wonen-project. Daar vindt de dakloze een dak boven zijn hoofd. Hij heeft zijn eigen plek – een rijtjeshuis dat hij deelt met één andere – en hij krijgt de kans om mentaal en fysiek te herstellen. „Door de stress en de onzekerheid eet je ook minder en slechter. Ik viel echt flink af toen ik in het park sliep”, zo beweert Dennis.
‘Als je er goed uitziet, voel je je beter’
Voor Dennis is zijn uiterlijk erg belangrijk. Hij is er heilig van overtuigd dat als je er goed uitziet, je je ook beter gaat voelen. „Alhoewel het misschien ook wel een soort masker is”, verzekert Dennis. Desondanks hekelen hij en Camiel het typische beeld dat veel mensen hebben van daklozen. „Tuurlijk zijn er bij die er zelf voor kiezen, maar ik en veel anderen proberen elke dag weer ons leven om te keren.” Hij geeft daarmee aan dat ondanks de verschillende hulppogingen hij niet altijd het idee heeft dat het daklozenprobleem serieus genomen wordt.
Een belangrijke voorwaarde voor het bewonen van het huis van Beschut Wonen is dat bewoners zich onthouden van romantische relaties met medebewoners. En net zoals de afgelopen jaren laten ook Dennis’ gevoelens zich niet leiden door garanties. Na lang wikken en wegen kon hij de gevoelens voor zijn medebewoner niet negeren. „Dat houd je gewoon niet tegen.” Toen dat bekend werd, kon Dennis dus weer vertrekken richting de opvang van het Leger des Heils. Daar verblijft hij sindsdien.
In dit hele traject is Camiel dus altijd aan Dennis zijn zijde geweest. De twee zijn elkaar enorm dankbaar voor wat ze voor elkaar hebben gedaan. Ze zien elkaar niet dagelijks, of wekelijk, maar: „We houden elkaar in de gaten.”
Johan Derksen is klaar met alles: ‘Ik ben de stem van de zwijgende meerderheid’