Wat doen clowns in coronatijd?
Wat doen clowns nu eigenlijk? In elk geval niet huilen met de rode neus op. De een werkt z’n administratie bij en loopt z’n spullen na, de ander blaast, naast ballonnen, oude acts nieuw leven in, weer een ander verrast als een ware coronaclown jarige kinderen voor het raam en de CliniClown doet het gewoon dwars door het beeldscherm heen.
Ballonnenclown Miko mist z’n dieren
Clown Miko is de alias van Michel van der Stelt. Al 42 jaar zit hij in het clownsvak en zou niets anders meer willen. „Ik heb altijd lachende kinderen en volwassenen om me heen.” Hij praat met een Haags-Rotterdams accentje. Ooit probeerde hij dat nog te verbergen, „maar kinderen hebben dat meteen door, dus nu praat ik gewoon lekker als mezelf.”
Clown Miko treedt op in winkelcentra, op feesten en campings en maakte furore in meerdere televisieshows, „ik sta nog met Wendy van Dijk op m’n Facebook.” Hij werkt vaak met een goochelaar en is daarnaast gespecialiseerd in ballondieren: van de standaard teckel tot zijn lieveling de poedel „en het hart met duifjes”, hij draait er zijn hand, of handen, niet voor om. Soms wil hij eigenlijk een hondje maken, maar komt de ballon nét iets anders gevormd uit z’n handen. „Dan zie je zo’n kind kijken… Dus dan zeg ik gewoon: dat is een eekhoorn, kijk maar naar die lange staart.”
Voor hem is het heel belangrijk dat iedereen een ballon krijgt en werkt desnoods langer door om alle kinderen iets mee naar huis te kunnen geven. „Anders zitten ze straks in de auto bij hun ouders en zeggen ze: die stomme clown heeft mij overgeslagen! Dat moet je niet hebben natuurlijk.”
Of optreden achter glas iets is voor hem? Hij denkt even na en schudt dan z’n hoofd. „Gein maken met die kinderen door er een beetje doorheen te lopen en echt contact met ze te maken, is mijn sterkste punt. Ik wil m’n eigen voor 200 procent inzetten en dat gaat nu niet.”
Dus is hij z’n spullen aan het nalopen, checkt hij welke ballonnen op zijn en is hij naarstig z’n outfits en attributen aan het ordenen. „En ik heb m’n hele administratie bijgewerkt.” Een lichtpuntje ziet hij nog niet. „Je hoort alleen maar over corona. Mensen zijn een beetje terughoudend geworden, en worden treurig, ik zie dat in mijn omgeving. Niet leuk voor een clown om te zien, je wil meteen wat doen, maar dat kan dus niet.” Als het had gekund, zou hij nu een teckel door de telefoon willen geven, zo besluit hij. „En dan zou ik zeggen: wel drie keer uitlaten hè? Maar ja, dat gaat nu ook niet meer.”
Clown Okidoki geeft jarige kinderen een live cadeautje
Geïnspireerd door z’n collega („clown Knapie”) die jarige kinderen in Heino een ballonnetje brengt en een videoboodschap voor ze opneemt, besloot Remco Roelofs een Facebookbericht te plaatsen voor alle jarige kinderen in Eefde, Zutphen en Warnsveld. „Ik vind het zo sneu voor ze dat ze nu helemaal opgehokt thuis zitten en niet echt hun verjaardag kunnen vieren.”
Normaal gesproken treedt hij als clown en jongleur OkiDoki op bij kinderfeesten, op festivals en scholen en geeft hij circusworkshops, „de agenda ging letterlijk in een keer van vol naar leeg.” Stilzitten doet hij allesbehalve: sinds twee weken geeft hij clownsacte de présence voor de ramen van ruim veertig huizen/boerderijen/appartementen, met onder andere een bellenblaasact en hoedmanipulatie, waar hij zeer bedreven is en een ietwat zwaar woord is voor jongleren met hoeden. „Ik heb het nog nooit zo druk gehad!” lacht hij. Heel dankbaar om te doen, maar het verdient natuurlijk niets, al ligt bij de deur vaak wel een envelopje te wachten, „Of een fles wijn, doos Merci. Ook willen ze soms dat je een Tikkie stuurt. Superlief, maar het hoeft niet, hoor. Een glimlach is ook al genoeg.”
En die krijgt hij in overvloede. Het gezin dat ergens drie hoog achter woont, staat nog op z’n netvlies gebrand. „Met drie jongetjes die echt stonden te stuiteren in hun voetbalshirtjes met zo veel energie in hun lijf.” Hij kreeg tien duimen omhoog, „de ouders maakten zelfs nog een soort groepsfoto, met mij dus achter het raam.” Ook het lichamelijk en verstandelijk beperkte meisje was blij hem te zien, evenals haar ouders die nu ineens 24/7 de zorg over haar dragen. „Heel complex allemaal, ik ben dan zo blij als ik even die lach bij hen allemaal kan brengen.”
Clown Erico: ‘Echte clownerie zit van binnen’
„Ik heb zo om jou gelachen, jij bent een echte clown!” Het grootste compliment dat je clown Erico en dus Erik Verkooijen uit Boxtel kunt maken. Toen hij twee was, had hij het al over het circus en in z’n vroege tienerjaren begon hij te experimenteren met goochelen en clown-zijn en is daar nooit meer mee gestopt, al is het experimenteren inmiddels „know-how” geworden. Een echte allround-clown, met specialisatie in circus en theater, „maar een ballonnetje kan ik ook maken.” Hij is meer van de grote figuren, „roadrunner ofzo”, en maakt liever een hele mooie en vernuftige, waarbij de focus op het publiek vermaken ligt, dan dat hij „honderd hondjes of poesjes” maakt.
De ene keer doet hij het samen met medeclown Marcel als duo-act Pallasso, de andere keer doet clown Erico het solo. Normaal gesproken staat hij op bedrijfsfeest tot dinnershow, van circus tot theater. „Een beetje de hogere klasse clownerie.” Waar ze zijn kwaliteiten herkennen. „Een clown zit in je, je speelt het niet. Sommigen trekken een carnavalspak aan en doen een rood neusje op en denken dat ze het zijn, maar nee. Echte clownerie zit van binnen.” Zoals bij Verkooijen die nu ook zelf veel binnen zit, samen met z’n gezin. De entertainmentsector ligt op z’n gat en dat merkt ook hij. Waar hij tot hiervoor ‘weekendelijks’ en ook doordeweeks optrad, bekijkt hij nu welke boekingen nog kunnen worden verplaatst.
Hij verveelt zich nog niet en gebruikt deze tijd om naar een nieuw ontwerp voor de website te kijken, door al het fotomateriaal te gaan en andere materialen te ordenen en op te knappen. Ook komen er ineens weer acts van toen tevoorschijn, die hij nu nieuw leven in wil blazen, zoals „De cameract, met een camera dus. Beetje moeilijk om uit te leggen, maar ik deed het ooit in het circus en was toen heel leuk.” Het is niet zo dat hij, net zoals sporters nu thuis work-outs doen, voor de spiegel gaat spelen om in vorm te blijven. De interactie, verzucht hij, of nu het ontbreken ervan. „Daar draait alles om in ons vak, je kunt wel van alles oefenen, maar je hebt geen idee of het aanslaat of niet.”
https://www.instagram.com/p/ByASdqTCyF-/
Ondanks dat hij geen dikke buffer heeft, wil in elk geval niet „het zielige artiestje” uithangen en hoopt dat hij na deze tijd weer volop aan het werk kan. Hij moedigt de mensen aan om te blijven boeken, „Zodat we straks weer voor de volle 200 procent mensen kunnen vermaken. Haal dat stukje entertainment in huis.” Zonder vertier, zijn de mensen niet happy, „We zitten in een van de puurste beroepsgroepen en ik heb het idee dat daar nu weer meer vraag naar ontstaat, net zoals mensen aan de legpuzzel gaan en weer meer spelletjes worden gespeeld.” Tip tot slot van allroundclown Erico: „Blijf positief en ga straks weer genieten van live-entertainment, de mooiste discipline die er is.”
CliniClown Pom is een lieve kluns
Ellen ter Braak werkt al tien jaar als CliniClown. Als Pom vrolijkt ze voornamelijk kinderen op in ziekenhuizen en instellingen. Wie Pom is? Een héleboel, lacht ze. Allereerst een dametje met haar haren netjes in een knot, lipjes keurig gestift. Maar Pom is ook een onhandig meisje, „Er gebeurt haar télkens iets wat ze niet wil of ziet aankomen. De stoel klapt dubbel, ze propt haar dikke billen per ongeluk vol in beeld…” Een lieve kluns, die voor iedereen klaar zit. Letterlijk nu ook in Poms huisje: in deze corona- slash thuiswerktijd heeft Ter Braak een kamer in haar huis ingericht als werkplek. Maar hier geen laptop, nietmachine en opladers, wel een vrolijke theekan, tafelkleed met stippen en een professionele lamp, voor een goede belichting.
Dagelijks zit Pom klaar voor het videobellen, want ondanks dat bezoekjes in het ziekenhuis nu niet mogelijk zijn, weten de CliniClowns hun publiek te bereiken. Via de app kunnen kinderen inbellen, elke dag en bijna op ieder moment. „Zo is er toch live contact met een clown en kunnen we nog steeds iets voor ze betekenen.” Anders dan in het ziekenhuis, komt hier poes Doortje met regelmaat poolshoogte nemen en is zo dus ook aan de andere kant in beeld. Het leidt tot leuke reacties, „ik, of Pom dus, was in gesprek met een jongen met het syndroom van Down toen Doortje voorbij liep. Hij bedacht meteen een andere naam voor haar. Pim, want dat past zo mooi bij Pom!”
Druk
Ze heeft het samen met haar collega’s nog net zo druk als voor de crisis, „misschien wel drukker omdat het een hele andere manier van werken is” en hoewel ze natuurlijk het échte live contact mist – „je voelt dan meer elkaars energie”- vindt ze het via videobellen heel goed te doen. „De kracht van de clown is dat je vanuit verwondering en nieuwsgierigheid samen een fantasiewereld maakt. Al gauw ben je niet meer met de techniek bezig en ga je gewoon dwars door beeldschermen heen. Je maakt er het beste van met z’n allen. Ik heb laatst ook voor een meisje gezongen. Dat wilde ze graag en ik merkte hoe ze er even rustig van werd. Dat is heel mooi.” Een lichtpuntje van deze tijd is dat „het clowneske” weer wat meer in mensen naar boven komt, met beren voor de ramen, harten in stoepkrijt op de grond. „Weer even dat kind in jezelf naar boven halen dat zonder waardeoordeel en vol zin de wereld tegemoet treedt, ik houd daar van.”