Scholen open, hoe zit het nou precies?
De basisscholen gaan op 11 mei gedeeltelijk weer open, maakte premier Rutte dinsdagavond bekend. Aan de beslissing kleven wel mitsen en maren. Hoe zit het nu precies?
Is mijn kind wel veilig? Wat als mijn zoon of dochter verkouden is? Als ouders hun kinderen niet naar school durven laten gaan, staat de leerplichtambtenaar dan met een boete op de stoep? En hoe zit het met het voortgezet onderwijs?
Die vragen zullen leven. Hier vind je de belangrijkste punten op een rij:
• Kinderen in het basisonderwijs gaan na de meivakantie – dus vanaf maandag 11 mei – om te beginnen de helft van de tijd naar school. Dit geldt ook voor kinderopvang, buitenschoolse opvang en speciaal onderwijs.
• Is dat veilig? Basisscholen kunnen weer open omdat jonge kinderen het virus minder snel lijken op te lopen en over te dragen, zeggen Rutte en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Scholen kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen de ene helft van de leerlingen de ene dag, en de andere helft de andere dag les te geven. Het is niet realistisch om van jonge kinderen te verwachten dat ze onderling anderhalve meter afstand bewaren.
Wanneer helemaal op gang?
• Als de gedeeltelijke herstart van de basisscholen goed uitpakt, kunnen zij volgens Rutte „ergens in de komende weken” weer helemaal op gang komen.
• Basisscholen, kinderopvang, buitenschoolse opvang en speciaal onderwijs kunnen zelf invulling aan de versoepelde maatregel geven. Zij hebben daarvoor nu tot en met 10 mei de tijd gekregen.
• Leerkrachten en leerlingen met (verkoudheidsklachten) gaan absoluut niet naar school. Zij blijven thuis. „Het kabinet snapt de zorgen die leerkrachten en ouders hebben en wil daar zo aan tegemoet komen.”
• Personeel in het basisonderwijs kan zich blij klachten, net zoals het gaat bij het zorgpersoneel, laten testen op het coronavirus.
• Met de herstart van de basisscholen hoopt het kabinet het leven van thuiswerkende ouders een stuk makkelijker te maken. Deze maatregel kon ook eenvoudig worden versoepeld, omdat leerlingen meestal in de buurt wonen. Het wordt daardoor niet veel drukker op straat en in het ov.
• Ouders die het toch niet aandurven hun kinderen weer naar school te sturen, krijgen volgens Rutte niet onmiddellijk met de leerplichtambtenaar te maken. Maar hij rekent erop dat veel ouders eventuele twijfels opzij kunnen zetten of zich laten geruststellen door de school.
Voortgezet onderwijs
• Het voortgezet onderwijs kan vanaf 1 juni weer met de leerlingen in de eigen gebouwen aan de slag. Het kabinet vraagt de middelbare scholen en andere opleidingen in het voortgezet onderwijs zich voor te bereiden op een anderhalvemetersituatie.
• De VO-raad, de belangenbehartiger van het voortgezet onderwijs, begrijpt en steunt het kabinetsbesluit dat de basisscholen na de meivakantie weer deels opengaan en dat de scholen voor voortgezet onderwijs nog geduld moeten hebben tot 1 juni. „Het is goed om te constateren dat de scholen voor voortgezet onderwijs mogen verwachten dat zij, mits verantwoord, begin juni, en dus ruim voor de zomervakantie, weer een start kunnen maken met een (aangepast) programma op school”, stelt de raad in een reactie.
• Leerlingen en leraren krijgen gewoon zomervakantie, zegt de premier. Het verlengen van het schooljaar, wat hier en daar is geopperd, is volgens hem vooralsnog „niet voorzien”.
Reactie onderwijsbonden
Wanneer de basisscholen na de meivakantie weer met halve klassen gaan opstarten, moet de veiligheid vooropstaan. Onderwijsmedewerkers mogen niet onder druk worden gezet, vinden de onderwijsbonden. Dat geldt zeker voor leraren die tot de risicogroepen horen. „Als je zelf gezondheidsproblemen hebt of je partner heeft dat, dan moet je niet worden gedwongen om voor de klas te staan”, reageert voorzitter Eugenie Stolk van de Algemene Onderwijsbond op de aankondiging van premier Mark Rutte dinsdagavond.
Ook CNV Onderwijs pleit voor maatwerk. „Van niemand kan het onmogelijke worden gevraagd”, zegt voorzitter Jan de Vries in een eerste reactie. Hij noemt het belangrijk dat ieder schoolteam goed bespreekt hoe binnen de richtlijnen van het RIVM kan worden gewerkt. „Daarnaast moet er worden gekeken naar ieders individuele situatie. Mensen met een kwetsbare gezondheid moeten vanuit huis blijven werken. Ouderen of mensen die een ziek gezinslid hebben moeten dit bespreken met hun leidinggevende. Ik ga ervan uit dat men hier samen uitkomt op school.”