EU verleent 300.000 vluchtelingen bescherming
De 27 EU-landen hebben in 2019 aan 295.800 vluchtelingen asiel of een beschermde status toegekend. Het totaal aantal verzoeken dat werd gehonoreerd was 6 procent minder dan in 2018.
Dat blijkt uit cijfers van het Europees bureau voor de statistiek Eurostat. Van de bijna 300.000 beschermde vluchtelingen was 27 procent Syriër, 14 procent Afghaan en 13 procent Venezolaan. Driekwart van de toegekende asielverzoeken kwam voor rekening van Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië.
Asiel
Nederland verleende aan 5845 vluchtelingen asiel en nam via hervestigingsprogramma’s 1875 vluchtelingen op. Spanje nam 35.300 Venezolanen (94 procent van het totale aantal in de EU) op. Duitsland verleende weer de meeste Syriërs (56.100 personen ofwel 71 procent) en Afghanen (16.200) asiel.
Bijna de helft (48 procent) van de asielzoekers kreeg een erkende vluchtelingenstatus. Meer dan een kwart van de gevallen kreeg zogeheten subsidiaire bescherming. Dat betekent dat de betrokkene een zwaar risico loopt bij terugkeer naar eigen land, bijvoorbeeld een grote kans op foltering of de doodstraf. Een kwart van de aanvragers kreeg asiel op humanitaire gronden, waaronder onbegeleide minderjarigen en mensen die behoren tot een religieuze groep die in hun thuisland worden vervolgd.