Badbruisballen en spannende symboliek: ook dát is Museumweek
Thuis zelf badbruisballen brouwen met maïzena en spa rood, op je dooie gemakje door het Rijksmuseum struinen zonder hordes toeristen in je nek, een rondleiding van de curator die je anders nooit ziet… Tijdens de digitale Nationale Museumweek kan het allemaal. Museuminspecteur Floor en haar vaste museummaatje opa Wim en cultuursnuifster pur sang Femke gingen je al voor. „Het is heel relaxed dat je nu gewoon even op pauze kunt drukken.”
Vraag je Floor Stegink van tien wat haar eerste museumbezoek ooit was, moet ze even nadenken. Ze heeft er dan ook zóveel gezien de afgelopen jaren… „Ik dénk Nemo.” Het laatste museum in het echt was het Anne Frank Huis, samen met opa Wim, met wie ze vaak samen op pad gaat. Superleuke dagen zijn dat altijd, waarin als vanzelf, of uit ‘nood’, tradities worden geboren. „We gaan vaak met de trein naar het museum en altijd heeft opa noodkoeken mee.” Ze giechelt even als een meisje van tien als ze uitlegt wat dat precies betekent. „We hadden een keer de trein gemist en toen hadden we honger en toen had opa koeken mee, die we daarna noodkoeken noemden.” Sindsdien zijn de noodkoeken – elke keer zijn het andere – vaste prik tijdens hun uitje. Waarom het zo leuk met opa is? „Omdat we allebei het museum zo interessant vinden en opa er altijd heel veel over weet te vertellen.”
We zijn begonnen! De digitale Nationale Museumeek 2020! Ondek -juist nu- samen ons échte goud, in vrijheid. Juist nu kunnen kunst, cultuur en erfgoed troost bieden. Geniet de hele week van al het moois wat de musea digitaal te bieden hebben op https://t.co/nQotQ6qeEZ en doe mee! pic.twitter.com/Qx6APjDBxV
— Museum.nl (@museumnl) April 20, 2020
Achterhuis
Tijdens de digitale Nationale Museumweek heeft ze ook het Anne Frank Huis bezocht, „je kon helemaal door het Achterhuis lopen” en ook de weetjes en proefjes van Nemo vielen in de smaak. Zo weet ze nu hoe ze badbruisballen moet brouwen. „Met maïzena, een soort van kokosolie, spa rood…” Moeder Marloes, die ook op de speaker staat, vult haar dochter aan. „En bakpoeder, we hebben nog niet alles in huis, maar we gaan zeker binnenkort in bad!”
De pientere Floor is museuminspecteur voor Museumkids, was zelfs genomineerd voor de beste van het land –„jammer genoeg niet gewonnen… maar ik mocht wel met de hele klas naar het Archeon”- en schrijft na afloop van elk museumbezoek wat ze ervan vond, soms ook met een vlog erbij.
Museuminspecteur Floor vlogt over het dagboek van Anne Frank
#TikkitTalkChallenge | Museuminspecteur Floor maakte de eerste vlog 🙌Zij koos het pronkstuk van het Anne Frank House uit: het dagboek van Anne Frank. Bekijk haar vlog in de video…Welk pronkstuk kiezen jouw kinderen?Check www.museumkids.nl/tikkit-talks en doe ook mee!.Win een VIP-bezoek met 5 vriendjes!
Posted by Museumkids on Friday, April 17, 2020
Brandweer slash gids slash opa
Ook uit haar spreekbeurten blijkt haar liefde voor geschiedenis. Zo vertelde ze ooit in de klas over Michelle, de oudste bewoner van Flevoland en waarover ze informatie heeft verzameld in Batavialand. Eveneens de plek waar ze al vaak met haar opa is geweest en waar een van haar mooiste museumherinneringen zich afspeelde, want toen Floor acht jaar werd, vierde ze hier haar verjaardagsfeestje. Opa was er ook dit keer bij, sterker nog: „we hadden geen gids nodig, opa gaf de rondleiding.” Ook het bezoek met haar klas aan Veiligheidsmuseum PIT vergeet ze niet meer. Want daar werkte opa Wim, brandweer in ruste, als vrijwilliger. „We hebben brandjes met hem geblust.” Letterlijk, in een klein modelhuisje waar je kon leren hoe een brand het beste kon worden geblust, en dat wist haar opa natuurlijk als geen ander. „Dat vond ik heel stoer van hem.”
Floors gouden Nationale Museumweek-tip? Ze heeft er eigenlijk wel meer, wikt en weegt ze, van het Anne Frank Huis tot Nemo en Kamp Westerbork, „daar zijn filmpjes gemaakt zodat je precies weet hoe het er uitziet”, maar ook het Rijksmuseum, „daar ben ik al een keer geweest en het is heel leuk om dingen te herkennen.” Zelf gaat ze ook zeker, als haar schoolwerk af is, nog veel meer ontdekken deze week, „maar ik mis opa wel, hoor.”
Opa Wim
Wim Schiedon is de opa van Floor en bij het horen van het woord noodkoeken, grijnst hij dwars door de telefoon heen. „Ja, die ken ik wel. Ik heb ze altijd bij me en ook al is het vaak maar een kort ritje, ze gaan altijd op.” Een traditie, net zoals hij en Floor elke schoolvakantie samen een museum bezoeken. „Floor is heel erg geïnteresseerd in alles en een kind van de geschiedenis. Toen we samen door het Anne Frank Huis liepen, viel ze van de ene verbazing in de andere. Erg indrukwekkend vond ze het.” En opa ook, „Ik ben zelf ook in veel onderwerpen geïnteresseerd.”
Of hij voor een museumbezoekje snel nog een en ander googelt om Floor nóg meer te kunnen vertellen? Nee hoor, schudt hij z’n hoofd aan de andere kant van de lijn. „Ik ben bijna 70, dus dan heb je al veel gelezen en gezien.” Achteraf doet hij dat trouwens, net als zijn kleindochter in haar schriftje, wel, „er is altijd wel weer iets waar ik meer over wil weten.” Wim heeft al even zitten grasduinen op de website. „Interessante dingen” en „leuke feitjes” kwam hij tegen. Zo werd hij rondgeleid door een alleraardigste vrouw in het Zuiderzeemuseum, waar hij al eens geweest was. Met Floor ja, „toen liepen we zelf rond en snoven we alles zelf op, deze vrouw vertelde online allerlei extra zaken, waar de huisjes in het museum vandaan komen bijvoorbeeld.”
Voordeel
„Natuurlijk is het in het echt veel beter, dan beleef je alles veel echter. Maar dit is een mooie oplossing.” Wat hij mist is om dingen te delen met Floor, van ervaring tot noodkoek, een voordeel is dat je nu het hele museum voor jezelf hebt, wat in het geval van het Rijksmuseum helemaal niet zo verkeerd is. „Soms is het bij de ingang al zo druk, dan vergaat je de zin om naar binnen te gaan.”
Een van zijn mooiste museumherinneringen is dezelfde als die van zijn kleindochter. Het verjaardagsfeestje in Batavialand, waar opa ineens in de gids transformeerde. Maar in zijn herinnering was het ook Floor die de rol aangreep en de andere kinderen vertelde wat ze wist, geleerd van opa. Een echte kleindochter van haar opa, beaamt hij, „ik ben ontzettend trots op haar.”
Hop, uit je museumcomfortzone
Ook Femke Sikking (22) herinnert zich haar eerste keer niet meer, „ik denk ook Nemo…”, haar laatste bezoek was in elk geval afgelopen februari aan het Stedelijk Museum in Amsterdam. Met haar Museumjaarkaart tikt ze door het hele land de meest uiteenlopende musea aan en het grote voordeel van zo’n kaart is dat je sneller uit je museum comfortzone gaat. „Ik ben ook naar het Belasting- en Douanemuseum geweest, en vond het nog best leuk ook.” Soms gaat ze alleen, soms met haar vriend. Hij heeft altijd een hekel aan musea gehad, maar houdt van haar en ze gaan nu samen de culturele hort op. „Ik heb hem een Museumjaarkaart cadeau gegeven, hij vindt het nu best wel leuk… Soms.” En quid pro quo: „ik zit om de paar weken met hem in de ArenA!”
Symboliek
Femke, die momenteel werkt in het communicatieteam van SAIL Amsterdam 2020 –„spannend of het dit jaar door kan gaan…”- en ooit graag voor een goed doel wil werken, houdt van kunst. Om er naar te blijven kijken en telkens weer „linkjes en symbolen” te ontdekken in de schilderwerken van de oude meesters. „Een klimop op een schilderij betekent trouw, bellenblaasbellen staan voor vergankelijkheid en dat het leven elk moment uit elkaar kan spatten”, leert ze ondergetekende tussen neus en lippen door.
Dat ze nu geen musea kan bezoeken, is even balen, maar de digitale Nationale Museumweek biedt soelaas. „Je ziet het dan wel niet in real life, maar het is wel heel relaxed dat je gewoon even op pauze kunt drukken. Soms heb je zo’n bui dat je even geen zin hebt om de hele rondleiding te luisteren, nu kun je dat op elk moment van de dag doen.” Dus ook ’s nachts als je niet kunt slapen of tijdens een break van school/werk en je een wandeling door een museum ergens in Nederland wil maken, in plaats van buiten. „Dat is trouwens ook een voordeel, je bent overal meteen.”
De digitale rondleidingen hebben haar verrast en ze heeft net een kijkje genomen in het Noord-Brabants Museum én in het Kunstmuseum in Den Haag, iets wat anders een hele onderneming zou zijn in één ochtend. Dat de curators die normaal gesproken buiten beeld blijven nu juist in beeld zijn en van alles vertellen, vindt ze een dik pluspunt. „Zij weten het allermeest.”
‘Barlelijk’
Haar grote liefde voor cultuur heeft ze niet van een vreemde. Haar ouders namen haar vroeger mee naar Franse opera tot Rijksmuseum. „Je mag pas iets van iets vinden als je je erin hebt verdiept of ernaar hebt gekeken, zeiden ze altijd. Je mag het ontzettend lelijk vinden, maar wel pas als je er geweest bent.” Want cultuurliefhebbers staan ook vaak genoeg oog in oog, of cameralens – Femke fotografeert graag – met kunstwerken die ze niet zo mooi vinden, een understatement. „We juichen echt niet alles toe, vaak genoeg vinden we ook iets barlelijk!” Maar wel pas nadat je je erin verdiept hebt, knikt ze.
Of ze tijdens de online Museumweek al iets ‘barlelijks’ heeft gezien? Ze moet even lachen, „nou, ik vond een paar schilderijen in het Frans Hals museum mwah, terwijl mijn lievelingsschilderij óók van Frans Hals is.” Het Huwelijksportret, waar man en vrouw op staan, vrij uniek voor die tijd. „De symboliek is hier zo mooi, met een fontein die voor geluk in de liefde staat en neigt naar het erotische… Man en vrouw raken elkaar amicaal aan, lachen naar elkaar, genieten van elkaar.” De bevlogen Femke weidt nog verder uit over haar lieveling die ook tijdens deze Museumweek in het Rijksmuseum hangt. „Echt een supermooi kunstwerk!”