Taliban voert kort na bespreking basisakkoord aanvallen uit
De Taliban hebben volgens de Afghaanse regering bij aanvallen in het noorden van het land zeker twintig leden van de Afghaanse veiligheidstroepen gedood.
De aanvallen in de provincies Kunduz en Uruzgan komen vlak nadat de Amerikaanse president Trump dinsdagavond melding had gemaakt van een goed telefoongesprek met een Talibanleider, Baradar Akhund. Ze spraken over het basisakkoord dat de Taliban en de VS afgelopen zaterdag hebben ondertekend om op den duur vrede te bereiken.
De Amerikaanse troepen in Afghanistan hebben meteen gereageerd met luchtaanvallen op posities van de Taliban in de zuidelijke provincie Helmand. Volgens legerwoordvoerder kolonel Sonny Leggett was dat zelfverdediging, omdat de Taliban Afghaanse regeringstroepen hadden aangevallen. Hij beklemtoonde dat de VS vrede wil en riep de Taliban op te stoppen met nutteloze aanvallen en zich te houden aan de gemaakte afspraken. De VS en de Taliban hebben afgesproken elkaar zo veel mogelijk met rust te laten en te streven naar een wapenstilstand en vredesonderhandelingen tussen de betrokken Afghaanse partijen.
Eind aan langste oorlog
Trump hoopt dat hij dankzij dit akkoord voor de Amerikaanse verkiezingen in november een einde maakt aan de langste oorlog die de Amerikanen hebben gevoerd. Ze vielen Afghanistan in 2001 binnen en brachten het toenmalige schrikbewind van de Taliban ten val.
De uitvoering van het akkoord is onmiddellijk op problemen gestuit. Er staat in het akkoord onder meer dat er voor 10 maart vijfduizend gevangen van de Taliban worden vrijgelaten, maar de Afghaanse regering van president Ashraf Ghani zegt hier niet aan gebonden te zijn. De Taliban stellen dit als voorwaarde om met het akkoord verder te gaan.