Dichten voor eenzame doden op eenzame uitvaart
Ieder jaar overlijden er mensen moederziel alleen, zonder dat ook maar één familielid of vriend zich meldt voor de begrafenis. Om hen een waardig einde te gunnen, organiseert Stichting De Eenzame Uitvaart plechtigheden voor de alleen gestorvenen.
De hele week werd gekenmerkt door vies, druilerig weer met soms stortregens. Maar op vrijdagochtend is het droog, zacht en piekt zelfs de zon af en toe door het wolkendek. In de verte ruisen wat auto’s en de sprinter naar Zaandam.
Geen normale
Een bijzondere dag voor een uitvaart, op Begraafplaats Sint Barbara in Amsterdam. Maar de begrafenis van ‘P.’ is geen normale. Deze dag vindt een zogeheten Eenzame Uitvaart plaats. Dat is een uitvaart voor overledenen voor wie geen enkel familielid of vriend zich gemeld heeft.
Toch hoeft P. zijn laatste reis niet helemaal alleen te ondernemen. Speciaal voor mensen zoals hij, die sterven zonder nabestaanden, verzorgt Stichting De Eenzame Uitvaart een plechtigheid. „Dat is het minste dat je kunt doen als je enigszins humaan bent”, zegt de aanwezige coördinator van de stichting en schrijver Joris van Casteren (44). „Ieder mens verdient een waardig einde.”
Om 09.30 uur wordt de kist met het lichaam van P. door vier dragers de aula van de kapel binnengebracht. Na het eerste stemmige klassieke muziekstuk neemt de beheerder van de begraafplaats het woord en vertelt iets over het leven van de gestorvene, op basis van door Van Casteren nagetrokken informatie.
Bulgarije
Dat juist P. het lot van een eenzame uitvaart moet treffen is wrang. De in 1942 geboren Bulgaarse man ontvluchtte eind jaren zestig het communistische regime van zijn vaderland. Via Italië kwam hij in Nederland terecht, waar hij toen een van de eerste Bulgaarse immigranten was. Hij trouwde een Nederlandse vrouw en door de jaren heen ontstond rondom P. een groep van zo’n vijftig Bulgaarse vluchtelingen, die geregeld in cafés bijeenkwamen.
P. zou zelf nooit meer voet in zijn thuisland zetten. Veel vrienden keerden na de val van het communisme terug naar Bulgarije, tijdelijk of permanent. Zij grapten tegen hem dat hij ook nog zou terugkeren, al was het tussen zes plankjes. Maar P. wordt uiteindelijk begraven in het land waar hij het grootste deel van zijn leven spendeerde, met een oranje bloemstuk op zijn kist. Hij stierf vereenzaamd: zijn vrouw was al jaren dood, net als zijn Bulgaarse makkers.
Na deze korte levensschets neemt dichteres Anne Broeksma (32), de verder enige gast, het woord. De voornaamste bijdrage van De Eenzame Uitvaart bestaat eruit dat voor elke begrafenis een professionele dichter wordt afgevaardigd. Hij of zij leest een zo persoonlijk mogelijk gedicht voor de gestorvene voor. De groep aangesloten poëten staat bekend als de ‘Poule des Doods’.
Verslonst huis
Het is Broeksma’s eerste eenzame uitvaart, maar ze draagt haar gedicht met waardigheid voor alsof ze dit al jaren doet. „Zij stierf en de poes stierf / en het stof kroop op, de stad verdween”, galmt het door de lege aula. „De muizen kwamen / de kleren die je niet meer op kon rapen.” Een uitgeleide aan een oude, zieke man die tot zijn laatste dag gereedschap netjes bewaarde, maar voor de rest vereenzaamd woonde in een verslonst huis.
Broeksma zit bij de Poule des Doods omdat ze vindt dat ieder mens een waardig afscheid verdient. „Daar hoef je iemand niet voor gekend te hebben. De kracht van een ceremonie of ritueel is ook heel wat waard”, licht ze toe. „Het feit dat een paar mensen stilstaan bij deze man en aan hem denken vind ik al waardevol. Ik geloof in mededogen van mens tot mens.”
Door zich te verdiepen in het leven van P. heeft ze toch het gevoel „dat je iemand een beetje kent, dat je iemand met je meedraagt”. Ze vindt het boven alles een eer hier te mogen staan. „Ik spreek misschien wel de laatste woorden uit die over iemand gezegd worden, dat is nogal wat”.
Na het gedicht klinkt opnieuw muziek, na circa vijftien minuten is de ceremonie voorbij. De kist wordt naar het graf gedragen, waarna het de grond in wordt getakeld. Van Casteren brengt nog een laatste groet over aan P. van een oude vriend die te elfder ure nog gevonden werd, maar wegens gezondheidsredenen niet aanwezig kon zijn. Daarna schept hij wat aarde het graf in, gevolgd door de verslaggever en dichteres.
Uitgeleide
„Wat we hier doen, is een eenvoudige uitgeleide. Muziek, een gedicht en that’s it”, vertelt Van Casteren in de ontvangstruimte. „Maar het is een uitgeleide.” Als de stichting zich niet zou opwerpen om een uitvaart te organiseren, zou de overledene direct vanuit het mortuarium in een graf gestopt worden. „Dat is geen uitgeleide, maar afvalwerkerking. Mensonwaardig, dan reduceer je een mensenleven tot een paspoortnummer.”
Tegen die „ultieme troosteloosheid” richtte in 2002 dichter F. Starik (1958 – 2018), die zelf ook op St. Barbara begraven ligt, De Eenzame Uitvaart op. „Hij vond het cru dat mensen hupsakee zo onder de grond gestopt werden”, zegt Van Casteren, die goed bevriend was met Starik. „Dat vond de gemeente Amsterdam ook en dus dacht Starik: waarom komt er niet een dichter voorlezen op zulke momenten? Zo ontstond de Poule des Doods.”
„Het idee is om op eenvoudige manier een hommage te brengen aan iemand die vaak niet op een fijne manier aan zijn einde is gekomen”, zegt Van Casteren. „Iemand is ook meer dan die laatste eenzame periode van zijn leven”, valt Broeksma hem bij.
Van Casteren komt allerlei soorten mensen tegen tijdens zijn werk: jong, oud, vrouw, man. Toch gaat het relatief vaak om oudere, kinderloze mannen die na de dood van hun echtgenote vereenzamen en ziek worden, maar te koppig zijn om hulp te vragen. Het mooiste vindt hij wanneer een eenzame uitvaart niet doorgaat, omdat er toch nabestaanden blijken te zijn. „Elke eenzame uitvaart is er één te veel.”
Wanneer Van Casteren gebeld wordt voor een uitvaart, gaat hij in ‘CSI-modus’. Hij gaat met de gemeente of politie mee naar de woning en kijkt naar wat hij daar vindt. Op basis daarvan stelt hij een profiel op van de gestorvene. „Ik spreek verder omwonenden, dan kom je altijd iets te weten”, zegt de schrijver. „Het is tijdrovend, maar hierdoor voel ik me gerechtvaardigd om het te doen. Daardoor kunnen we de uitvaart toch persoonlijker maken, zoals vandaag.”
Eenzaamheid
De stichting verzorgt gemiddeld zeventien eenzame uitvaarten per jaar en is er daarmee voor de overledene, maar de instantie wil daarnaast óók aandacht vragen voor de groeiende eenzaamheid in de samenleving. „Er wonen meer mensen in steden, er zitten meer mensen op social media. Je zou verwachten dat er minder eenzaamheid zou zijn, maar het tegendeel is waar”, verzucht Van Casteren. „Mensen kijken op hun telefoon, maar niet om zich heen en zeker niet altijd naar hun buren. Ouderen en andere groepen worden daardoor minder snel opgemerkt.”
Door zijn werk ziet Van Casteren plekken die normale mensen nooit te zien krijgen: woningen van vereenzaamde personen. „Ik kan een blik werpen in de gapende muil van de eenzaamheid. In zo’n woning zie je dingen die je anders nooit ziet.” Een moment is hij stil. „Fysiek bestaan ze nog wel, maar verder eigenlijk niet: niemand mist ze. Hun levens zijn al verdampt voor ze dood zijn.”