Centrale eindexamens gaan niet door
De centrale schriftelijke eindexamens voor leerlingen in het voortgezet onderwijs gaan dit jaar niet door. Ze kunnen na de zomer gewoon naar het mbo, de hogeschool of de universiteit, bevestigen bronnen in Den Haag.
Het halen van de schoolexamens, die leerlingen ter voorbereiding op de landelijke examens hebben gemaakt, is genoeg voor een diploma.
In een verklaring richtte minister Slob zich als eerste tot de leerlingen. „Is het wel mogelijk om eem volwaardig diploma te halen in deze tijden?", vroeg Slob zich namens leerlingen af. „Besluiten die vandaag worden genomen, kunnen morgen alweer worden ingehaald door de werkelijkheid. […] Als verantwoordelijk minister doe ik er met alle andere betrokken alles aan om leerlingen een volwaardig diploma te laten halen."
Oproep tot schrappen
Verschillende onderwijsorganisaties riepen de overheid al langer op op de examens te schrappen. Die roep werd alleen maar luider sinds het kabinet maandag nog strengere maatregelen nam om de opmars van het coronavirus te stoppen.
De centrale schriftelijke examens voor vmbo’ers, havisten en vwo’ers zouden 7 mei beginnen. Vmbo’ers zouden vanaf 30 maart al aan de slag gaan met hun praktijkexamens en digitale examens.
Planning is aan scholen
Onderwijsminister Arie Slob laat aan de scholen over wanneer ze hun laatste schoolexamens inplannen en hoe ze die afnemen. Een leerling die slaagt voor zijn schoolexamen, krijgt een diploma. Normaliter maakt het schoolexamen de helft van het eindcijfer uit.
Het kabinet kondigde maandagavond onder meer een verbod aan op alle bijeenkomsten tot 1 juni. Justitieminister Ferd Grapperhaus zei toen nog dat voor scholen een andere regeling geldt. Maar onderwijsbond AOb noemde het doorgaan van de eindexamens toen al ondenkbaar.
LAKS en AOb blij met besluit
Onderwijsbond AOb vindt dat minister Arie Slob (Onderwijs) verstandig heeft gehandeld door de centraal schriftelijke eindexamens voor vmbo, havo en vwo in mei te schrappen vanwege het coronavirus. „Onder deze omstandigheden een eindexamen voorbereiden, is niet niks. Dit besluit van de minister was onvermijdelijk", zegt AOb-voorzitter Eugenie Stolk.
Ook het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) is blij met het besluit. „Onder deze omstandigheden zou de voorbereiding te zeer verstoord worden en zouden er te veel ongelijke situaties tussen scholieren en tussen scholen ontstaan", aldus Pieter Lossie, voorzitter van het LAKS in een persbericht.
„We zijn erg blij dat minister Slob heeft gekozen voor rust en duidelijkheid en aangeeft dat scholieren hier niet onder gaan lijden. […] Dat deze scholieren nu de komende tijd in alle rust hun schoolexamens kunnen afronden geeft veel zekerheid.”
Scholieren hadden zorgen
Uit een enquête van het orgaan bleek al dat de meerderheid van de eindexamenleerlingen het de beste optie vond om de schoolexamencijfers leidend te laten zijn voor het slagen. Daarnaast gaf driekwart van de scholieren aan dat het digitale onderwijs minder goed voorbereid is op examens ten opzichte van regulier onderwijs, schrijft LAKS in het persbericht.
Scholieren gaven aan zich zorgen te maken over aanhoudende onduidelijkheid over de centrale examens en over hun verstoorde voorbereiding daarop. Het LAKS dringt erop aan ook te zorgen voor duidelijke richtlijnen voor de schoolexamens. „Die krijgen nu voor veel scholieren meer gewicht en moeten daarmee veilig en met genoeg voorbereidingstijd en herkansingsmogelijkheden worden afgenomen”, aldus Lossie.
Bijna 200.000 leerlingen
Zo’n 199.000 leerlingen hoeven niet op te komen draven voor de examens, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit schooljaar zouden ongeveer 102.000 vmbo-leerlingen, 57.000 havisten en 41.000 vwo’ers examen doen. Het CBS heeft het aantal leerlingen in de hoogste klassen van het vmbo, de havo en het vwo begin oktober geteld. Het aantal leerlingen dat maanden later daadwerkelijk zou beginnen aan het examen, kan hier enigszins van afwijken.
Omdat examenkandidaten nu ook zonder afronding van het centrale examen kunnen beginnen aan hun vervolgopleiding, zal de stroom eerstejaarsstudenten op mbo- en hbo-instellingen en universiteiten niet opdrogen. Een ruime meerderheid van de eerstejaars op mbo-opleidingen zat het jaar daarvoor nog op de middelbare school. In het hoger onderwijs zijn examenleerlingen goed voor ruim de helft van de eerstejaars.