Buddy’s en bufferzones voor abortusklinieken
Anti-abortusactivisten staan regelmatig te demonstreren voor abortusklinieken, maar volgens de directeur van Schreeuw om Leven is er van intimidatie geen sprake.
Al jaren worden vrouwen buiten op de stoep voor abortusklinieken geïntimideerd, lastig gevallen en belaagd door pro-life of anti-abortusdemonstranten. Vorig jaar nog sprak een meerderheid van de Tweede Kamer zich uit voor de komst van bufferzones bij abortusklinieken om deze demonstranten op afstand te houden. Ook minister Hugo de Jonge pleitte destijds voor de bufferzones. Toch is hier een jaar later nog weinig van terecht gekomen en worden er nog steeds vrouwen lastig gevallen bij abortuscentra. Dat blijkt uit een rondgang van het Humanistisch Verbond en het feministisch platform De Bovengrondse langs elf van de veertien abortusklinieken in Nederland.
„Nog altijd worden bezoekers toegang tot de kliniek bemoeilijkt, nageroepen, bestookt met ‘woorden Gods’, of ze krijgen plastic embryo’s in de handen gedrukt”, aldus de manager van het Vrelinghuis in Utrecht. En ook in Rotterdam is de situatie onveranderd. „De demonstranten mogen alleen aan de overkant staan. Maar ze staan pal voor de deur en de politie doet er niets aan”, aldus de directeur van Gynaikon Klinieken Rotterdam.
Abortusbuddy’s
In Nederland zijn er meerdere pro-life of anti-abortusgroepen actief. Een aantal bekende namen zijn Schreeuw om Leven, Stirezo, AbortusInformatie.nl en Jezus Redt. De aanpak van de organisaties en de frequentie waarmee wordt gedemonstreerd verschilt. „Ook wij geloven in het recht op demonstratie, maar dat moet niet gebeuren voor de deur van een abortuskliniek. Intimidatie is verboden en het maakt veel vrouwen erg overstuur”, vertelt Hannah Hamans van het Humanistisch Verbond. Omdat de bufferzones vooralsnog op zich laten wachten, biedt de organisatie met zogenoemde abortusbuddy’s een tijdelijke oplossing.
De afgelopen tijd zijn 22 vrijwillige buddy’s opgeleid om vrouwen zo goed mogelijk naar de abortuscentra te kunnen begeleiden. „Ze zijn getraind in hoe zich moeten opstellen naar de vrouwen toe. Dat betekent: geen persoonlijke vragen stellen en geen gevraagd of ongevraagd advies geven”, legt projectmedewerker Libby van Dalen van De Bovengrondse uit. „Ook hebben we met rollenspellen getraind wat de buddy’s kunnen aantreffen voor de abortusklinieken. Het gaat dan vooral om het deëscaleren zonder de aandacht op de anti-abortusdemonstranten te vestigen.” Daarnaast hebben de buddy’s een gedragscode getekend, een verklaring omtrent gedrag aangeleverd en een contract ter geheimhouding getekend om de privacy van de vrouwen die de kliniek bezoeken te kunnen waarborgen. De komende tijd zullen de abortusbuddy’s alleen in Rotterdam en Den Haag worden ingezet bij wijze van een pilot. Hoe lang de pilot zal duren hangt af van de resultaten. „Het uiteindelijke doel is om de buddy’s in heel Nederland in te kunnen zetten.”
Niet demonstreren maar waken
Organisatie Schreeuw Om Leven noemt de activiteiten bij abortusklinieken niet demonstreren, maar ‘waken’. Regelmatig wordt er gewaakt bij abortuscentra Zwolle, Groningen, Arnhem, Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Roermond en Eindhoven. Vooral in Utrecht is hun aanpak, volgens de vereniging zelf, bijzonder effectief. „Vandaag nog accepteerden twee vrouwen onze hulp”, zegt Kees van Helden, directeur van Schreeuw om Leven. Het ‘accepteren van hulp’ houdt in dat vrouwen hebben afgezien van een abortus na een gesprek met één van de leden van Schreeuw om Leven.
Van organisaties die demonstreren met borden vol leuzen en plastic embryo’s doet Van Helden afstand. „Dat geeft het signaal dat je tegen abortus bent, maar verder niks doet. Sinds 2014 zijn wij daarom met borden, spandoeken en dergelijke gestopt. We kiezen voor een adviserende aanpak”, legt hij uit. Van intimidatie en agressie is volgens Van Helden vanuit zijn organisatie absoluut geen sprake. „We vragen vrouwen bij de abortuskliniek of we hen wat vragen mogen stellen. Zeggen zij nee, dan dringen we niet aan. We handelen uit liefde voor het leven en liefde voor de vrouw in nood. We bieden daarom vooral hulp aan.” Op hun beurt heeft Schreeuw om Leven namelijk ook buddy’s die gekoppeld worden aan onbedoeld zwangere vrouwen, die ervoor kiezen het kind te houden. „Deze buddy’s kijken mee bij alle stappen.”
Over de abortusbuddy’s en eventueel toekomstige bufferzones maakt Van Helden zich niet druk. „Een vrouw die een buddy meeneemt naar de abortuskliniek was toch niet met ons in gesprek gegaan”, zegt hij. Bovendien is hij ervan overtuigd dat de bufferzones er uiteindelijk niet zullen komen. „Dat gaat in tegen de grondwet en het recht op demonstratie. Komen de bufferzones er uiteindelijk toch, dan zullen we ons daaraan houden.”
Taboe en schaamte
Met de campagne ‘Vrij om over je eigen buik te beslissen’ en de bijbehorende petities en buddy’s hoopt het Humanistisch Verbond de bufferzones bij abortusklinieken alsnog te kunnen verwezenlijken. De zet is volgens hen nu vooral aan de gemeenten. Die moeten in actie komen en de bufferzones gaan realiseren. „We willen het taboe doorbreken en streven naar minder schaamte rond abortus. Daarvoor zullen we heisa blijven maken”, stelt campaigner Hamans.
Over die schaamte kan ook journalist Yanaika Zomer meepraten. Vijf jaar geleden koos zij voor abortus na een ongewenste zwangerschap. Vorig jaar schreef ze een blog om haar verhaal te delen. „Tot dat moment had ik mijn abortus voor mezelf gehouden. Ik heb twee kinderen en een man en was bang dat mensen daarom mijn keuze voor abortus niet zouden snappen”, vertelt ze.
„Een abortus is niet niks, voor niemand. Op het moment van mijn abortus was het een hoopje cellen, maar het had een mooi kind kunnen worden. Natuurlijk doet die gedachte pijn, maar ik sta nog steeds achter mijn keuze.” En dat is volgens Zomer wat telt: de vrijheid om zelf te beslissen. „Ik vind het heel kwalijk dat vrouwen voor de abortuskliniek zo direct en persoonlijk geraakt worden door demonstranten. Ik zie geen goede bedoelingen, ik zie dat vrouwen worden belaagd. Als je wil demonstreren, doe het dan niet op de plek waar deze vrouwen op hun kwetsbaarst zijn.” Zomer is voor bufferzones en abortusbuddy’s, maar denkt ook dat het probleem bij de kern aangepakt moet worden: het taboe en de schaamte rondom abortus. „Je kan niemand dwingen, maar ik denk wel dat we hier als samenleving meer over moeten praten. Anders houden we de schaamte en het taboe alleen maar in stand. Het helpt om te weten dat je als vrouw niet alleen bent”, besluit ze.
Dat anti-abortusdemonstraties juist zouden kunnen bijdragen aan het taboe en gevoel van schaamte rond abortus, betreurt Van Helden. „Dat wij tegen abortus zijn is duidelijk, maar we zouden nooit een vrouw in nood veroordelen. Als je denkt dat je de juiste keuze hebt gemaakt, dan hoef je je toch niet te schamen? Wel denk ik dat uiteindelijk het besef zal komen: ik heb een nieuw leven beëindigd. Ik heb maar weinig vrouwen gezien die er geen spijt van kregen.” Dat een ongewenste zwangerschap en een eventueel daaropvolgende abortus kan voortkomen uit misbruik, incest of verkrachting, snapt Van Helden. Binnen zijn familie zag hij het zelfs van dichtbij gebeuren. „Dit zijn zeldzame gevallen. Maar natuurlijk zijn er situaties waarbij ik denk: meid, ik snap dat je abortus overweegt. Ik hoop vooral dat niemand dat hoeft mee te maken en ik ben blij als we kunnen helpen.”