Iris Hermans
Iris Hermans Nieuws 3 feb 2020
Leestijd: 9 minuten

Ik rouw, dus ik leef: Ameline verloor beide ouders en schreef een boek

Ameline verloor beide ouders en schreef Van Harte Gecondoleerd, over rouwen zonder zwart randje. „Het hoeft allemaal niet zo zwaarmoedig.”

Haar glanzende zwarte krullen zitten strak bij elkaar vastgebonden in een lage staartknot, haar donkerbruine ogen knijpt ze tot spleetjes als ze nadenkt en als ze lacht, en dat doet Ameline Ansu allebei veel en vaak. Vanaf 3 februari is haar boek te koop. Haar missie: de dood en het rouwproces beter bespreekbaar maken.

Het past in de huidige tijdgeest, beaamt ze, misschien niet heel toevallig dus dat er net deze week ook een ander boek over rouw verschijnt: Je bent jong en je rouwt wat, geschreven door Lisanne van Sadelhoff. Later dit jaar verschijnen er nog meer, maar nee, de concurrentiegame is nu niet on, glimlacht de Rotterdamse. „Ik vind het alleen maar goed dat het onderwerp zo actueel is, we kunnen elkaar versterken.”

Pijnlijk

Om haar nek een ketting, van haar moeder. Om haar pols een fijn gouden armbandje. Ze strijkt even over de vier letters in sierletters erop gegraveerd. Papa. Op haar huid een M in eeuwige inkt, die voor moeder staat, en Marga, want zo heette ze. Ameline noemt de voornamen van haar ouders enkel in het voorwoord. Bewust gedaan, knikt ze. Om een bepaalde afstand te bewaren. „Het is niet mijn doel geweest een zwaar emotionele tranentrekker te schrijven.” En misschien juist daarom raakt haar boek zo, omdat het zonder overdreven franje en zo echt is geschreven – en het appelleert aan bepaalde gedachten slash angsten over de dood van jezelf of je naasten die bijna ieder mens heeft, of krijgt.

Op sommige momenten praat ze heel vrij en komt haar Rotterdamse accentje naar voren. Andere momenten wikt en weegt ze haar woorden zorgvuldig. „Ik wil gewoon niet met het wijzende vingertje wijzen. Ik snap ook zo goed waarom mensen soms reageren zoals ze doen.”

Zoals termen gebruiken als ‘er niet te lang in blijven hangen’ en woorden als ‘je mama’ of ‘moedertje’ omdat het zo lief klinkt. En absoluut goedbedoeld is, „maar ze hebben niet door dat het pijnlijk kan zijn.” Ook wil ze ervoor waken als cynisch over te komen, of zelfs verbitterd, maar alleen al een paar minuten in haar aanwezigheid waar een diepliggend optimisme vanaf straalt en je denkt aan allesbehalve dat. Dat ze veel lacht, betekent overigens niet dat er geen verdriet meer is. Haar ogen glinsteren tijdens het gesprek wanneer ze terugdenkt aan haar diploma-uitreiking zonder haar ouders, en de vooruitblik op haar boekpresentatie. Ook zonder ouders, „maar ik weet dat ze zo trots op me zouden zijn geweest.”

Ameline lacht graag, maar dat betekent niet dat er geen verdriet meer is. Haar ogen glinsteren tijdens het gesprek wanneer ze terugdenkt aan haar diploma-uitreiking zonder haar ouders, en de vooruitblik op haar boekpresentatie. Ook zonder ouders, „maar ik weet dat ze zo trots op me zouden zijn geweest.”  / Bente Maria Hilkens

Intens

In het boek deelt ze haar eigen ervaringen en die van twaalf anderen. Van Quintus bijvoorbeeld, wiens vader koos voor een eigen einde, en van Marleen. Haar moeder overleed heel plotseling, nadat ze te snel omhoog kwam tijdens het duiken. Gert-Jans beide ouders kwamen om tijdens een rondreis door Tanzania, nadat hun overvolle veerboot omsloeg. Stuk voor stuk verschillende verhalen en dito rouwprocessen, toch delen ze allemaal hetzelfde: het verlies van een ouder, of zelfs twee. Ze gruwelt trouwens van het woord ‘lotgenoten’, net zoals ‘wees’, „Ik ben het dan wel, maar het klinkt zo… Ik weet niet, gewoon niet goed, niet van deze tijd.” Ze kwam „schrikbarend gemakkelijk” aan hen via vrienden, want iedereen kent eigenlijk wel iemand zonder ouder(s). „Bij de een zat ik een uur, bij een ander bleef ik een hele avond. Allemaal intensieve gesprekken en na afloop was ik soms helemaal leeg, maar het gevoel dat niemand me dit meer afpakte, overheerste.” Intense interviews waar zowel werd gehuild als gelachen en meerdere ‘oh jaaa, dat heb ik ook!’-momenten.

Van harte gecondoleerd, haar boektitel, klinkt als een paradoxale uiting, maar toch is het goed Nederlands, weet ze. ‘Vanuit mijn hart condoleer ik…’ Ze heeft het dan ook iemand wel eens horen zeggen, „maar ik zou het toch willen afraden.” Rouwen zonder zwart randje, een van de taglines van het boek dat letterlijk een witte rand heeft, impliceert bijna dat er geen verdriet mag zijn, maar zo bedoelt ze het niet. Iedereen rouwt op z’n eigen manier, „Maar het lijkt alsof het hier in Nederland vanuit het calvinisme allemaal heel zwaarmoedig moet zijn. Natuurlijk is het heel pijnlijk en verdrietig en heb ik ook in de Appie liggen krijsen op de grond. Maar rouwen is meer dan dat.”

Tot de max ontdekken wat je familie en vrienden waard zijn bijvoorbeeld, maar ook het kunnen lachen op de meest heftige momenten. Er staan allemaal voorbeelden van in het boek, zoals de kist van Quintus’ vader die de dragers per ongeluk andersom hadden neergezet. Zijn moeder nam vervolgens eigenlijk afscheid van zijn voeten, wat tot een vrij absurd beeld leidde, op die zwarte dag. „Hij heeft het zijn moeder nooit durven opbiechten.” Na het eerste rouwen, begint de rest van het leven zonder ouder(s), want in de meest triviale situaties komt het naar boven. Tijdens het daten bijvoorbeeld. „Ik begin er liever niet meteen over, het hoeft niet meteen op de voorgrond te zijn.” Al is het bespreekbaar maken wel van belang, zoals op je werk. „Geef richting aan wat je fijn vindt. Stuur voordat je weer aan de slag gaat een mail aan je collega’s, al dan niet via je leidinggevende en laat ze weten of je er wel of niet over wil praten. Zij weten natuurlijk ook niet wat jij prettig vindt, het kan anders zo ongemakkelijk worden.” Het is niet zo dat ze dagelijks met prangende vragen zit die ze nog aan haar ouders had willen stellen, al zijn er wel eens van die kleine dingen, futiliteiten voor vele anderen, die oppoppen. Zo herinnerde ze zich niet meer het huisnummer van het huis waar haar moeder heel vroeger woonde. Totdat ze op een goede dag aan het opruimen was en ze haar geboortekaartje uit een doos toverde, met het adres erop. Nummer 124, „vergeet ik nóóit meer!”

Lientje

Ameline, vernoemd naar haar oma, werd door haar moeder liefkozend Lientje genoemd. „Kijk nou naar me, Lientje. Wat heb ik nou nog om voor te leven?” Een van haar moeders laatste zinnen, die ook in het boek staat. Nee, er is niemand die haar ooit nog zo mag noemen, schudt ze gedecideerd haar hoofd. Behalve dan haar tante, de zus van haar moeder, „het doet me dan aan mijn moeder denken.” Het gaat nu heel goed met haar, „daar heb ik ook hard voor gewerkt.” Want niet alleen verloor ze het afgelopen decennium haar ouders, ook kampte ze met een flinke burn-out en leed ze aan een depressie. Er waren momenten dat ze haar bed niet uit wilde en haar telefoon nog niet eens kon optillen. Zwarte dagen, nog zwartere nachten.

Dankzij professionele hulp, de onvoorwaardelijke liefde en continue aandacht van de mensen om haar heen, waaronder haar beste vriendinnen aan wie ze het boek heeft opgedragen, en haar eigen innerlijke kracht, is ze wie en waar ze nu is. Iemand noemde haar onlangs een zondagskind. Ze moest even nadenken wat ze daar eigenlijk van vond, „Ik voel me nou niet echt een geluksvogel, maar vond het toch wel fijn dat iemand anders mij dus wel zo zag.” Ze lacht haar stralende lach weer, wrijft even onbewust over haar M aan de onderkant van haar pols. „Dan geloof ik toch wel dat ik het goed doe.”

Over Ameline

Ameline Ansu (32) studeerde Journalistiek en Sociologie & Politicologie. Op haar 23ste overleed haar moeder na een lange ziekteperiode. „Ik heb altijd geweten dat mijn moeder nooit oud zou worden.” Haar vader woonde in Sierra Leone en stierf in zijn slaap, tijdens de ebola-uitbraak. „In mijn eentje daar naartoe vliegen voor zijn begrafenis, tegen het advies van de huisarts in en zonder dat er een vaccin bestond, is tot op de dag van vandaag het dapperste wat ik ooit heb gedaan.” Ameline werkt op verschillende plekken binnen de Rijksoverheid en woont in Rotterdam. Ze had haar zinnen op een appartementencomplex in Delfshaven gezet en deed 130 briefjes in de brievenbussen. „Als een echte dochter van m’n moeder, het werkte. Nu woon ik op de bovenste etage en kan ik Den Haag zelfs zien.”

Tips

In Van Harte Gecondoleerd staan behalve de verhalen van mensen die een ouder/ouders hebben verloren, ook een heleboel tips, voor zowel nabestaanden als omstanders en die zowel praktisch als prettig zijn kunnen zijn, tijdens de laatste dagen, het moment zelf, de uitvaart en de tijd erna. Wanneer de rouw begint. Hieronder een kleine greep.

*Vind je het moeilijk om vragen te stellen aan dierbare die stervende is? Verpak dat dan in een activiteit. Door bijvoorbeeld samen een favoriet recept samen te maken en stel tijdens het koken nonchalant een vraag.

*Voor omstanders: Zet de sterfdatum als blijvende reminder in je telefoon en stuur op die dag een berichtje met dat je aan diegene denkt. Ook tien jaar na dato.

*Zit je zieke ouder ook aan de gore koolhydraatdrankjes? Gebruik ze als pannenkoekenbeslag, of als basis voor (ijs)koude smoothies met banaan en sinaasappelsap.

*Mocht de steun niet vanzelf komen, schroom dan niet om om hulp te vragen. Te moeilijk? Spreek dan een code woord af. Bijvoorbeeld: ik heb zin in pizza. Dan weet je vriend(in) genoeg"

*Laat de herdenking opnemen op audio, film of foto’s. Misschien doe je er nooit wat mee, maar het is fijn om te weten dat het er is, mocht je er wel behoefte aan hebben. Bijvoorbeeld om een nieuwe partner ooit te kunnen laten zien hoe de dag was.

Van Harte Gecondoleerd (uitgeverij Spectrum) is nu te koop. Op 18 februari is in De Balie in Amsterdam ‘Van Harte gecondoleerd‘, een avond waar rouw centraal staat, door onder andere Ameline Ansu. 

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.