Deze geliefden vonden elkaar in de trein
Vrijgezel op Valentijnsdag en van plan om alle dating-apps vandaag helemaal uit te spelen? Doe geen moeite: neem de trein.
Het vervoersmiddel blijkt een uitstekende manier om de liefde van je leven tegen te komen. Wij spraken drie koppels die elkaar op die manier hebben leren kennen. En daar hadden ze NS Hartkloppingen – die oproepjes in treinen en op social media van mensen die in contact willen komen met die ene knappe medereiziger – niet eens voor nodig.
Ilse en Michiel
Neem Ilse (33). Op 18 juni 2016 was zij op weg van Utrecht naar Amsterdam, toen een knappe jongen tegenover haar in de vierzits plaatsnam. Ilse probeerde oogcontact te maken en te lachen, maar de jongen reageerde er niet op. Een gesprek kwam er dan ook niet van tijdens de rit. Maar wél op dating-app Tinder, waar Ilse twee dagen later ineens een berichtje kreeg van een match: „Ik dácht al dat ik je ergens van kende." Michiel was zijn naam. Ilse klikte op zijn foto en ja hoor: de jongen uit de trein. Op Tinder hadden ze vóór hun ontmoeting al gematcht, maar geen woord gewisseld.
Ilse had eigenlijk een trein eerder moeten hebben en Michiel (39) was op weg naar een date, maar inmiddels zijn ze ruim drieënhalf jaar samen. Of dat zonder moderne technologie niet gebeurd zou zijn? Ilse weet het niet. „Michiel had al in de trein gecheckt of ik nou dat meisje van Tinder was, maar pas daarna een berichtje gestuurd. In de trein aanspreken was ongemakkelijk geworden, we zaten naast twee anderen. Maar misschien had hij dat wel gedaan als hij niet had geweten dat hij later contact op kon nemen.”
Daisy en Tom
Daisy (47), die in juni 2000 – ver voordat Tinder bestond – haar man Tom (58) in de trein van Delft naar Amsterdam ontmoette, sprak hem wel aan tijdens de reis. Al was dat niet omdat het liefde op het eerste gezicht was: ze ving Toms telefoongesprek op en hoorde dat hij op weg was naar een training bij dezelfde organisatie als waar zíj een training volgde. Ze had nog niet gezien hoe hij eruit zag, besloot te kijken of hij „een beetje normaal” was en sprak hem toen aan. De twee praatten over hun beider trainingen, en toen ze er in Amsterdam uit moesten, gaf Daisy hem zijn kaartje.
De dag erna belde Tom haar werk. „We hadden nog geen mobiele telefoons,” vertelt hij. „Ik vroeg haar of ze wilde afspreken.” Dat wilde ze, maar de vonk sloeg niet direct over: dat gebeurde pas op hun derde date. „Toen hebben we voor het eerst gezoend.” In 2003 trouwde het koppel en inmiddels hebben ze twee kinderen van twaalf en vijftien.
Hans en Andrea
Ook Hans en Andrea zouden elkaar niet hebben gekend als zij niet dezelfde trein hadden gepakt. Andrea stapte op Amsterdam Centraal op en nam plaats tegenover een jongeman die een krant las – het eerste wat haar opviel waren „twee mooie handen, om de krant gevouwen”. Toen een fikse hagelbui losbarstte, liet de jongen zijn krant zakken en riepen ze in koor uit: „Halló!” Daarop raakten ze aan de praat. Andrea: „Toen die krant zakte, zag ik dat niet alleen zijn handen mooi waren.”
Dat was op 27 mei 1962. Begin deze maand vierden Hans (80) en Andrea (78) hun 57-jarig huwelijk. Ze weten nog precies van elkaar wat ze droegen op die dag: zij een ,,zwart mantelpakje met een roze blouse”, hij een „rode trui met zwart gemêleerd, en een klein motgaatje erin.” Toen Andrea in Haarlem uit moest stappen, vertelde ze Hans dat hij haar kon bereiken via de publieke radio-omroep, waar zij een cursus volgde. Zo geschiedde: Hans schreef een brief, waarop zij hem uitnodigde voor haar verjaardag. Hans: „Al ging het eerst wel moeizaam, hoor.” Andrea: „Ja, mijn moeder adviseerde me hem uit te nodigen. Ik had eigenlijk niet zo’n zin in een relatie.” Als Hans en Andrea nu door Nederland reizen, doen zij dat nog steeds met de trein.
NS Hartkloppingen
Voor wie vandaag niet de moed heeft onderweg op die leuke persoon af te stappen, bestaan de NS Hartkloppingen. Het is echter maar de vraag of die daadwerkelijk iets opleveren, want Metro is geen koppel tegengekomen dat elkaar op die manier heeft leren kennen. Boze tongen beweren zelfs dat een stagiair bij NS al die oproepjes zou tikken. Dat checken we bij Marijn van Ellen – stagiair bij NS.
„Ik verzin zeker niets zelf!” roept die verrast uit. „Ik wist eigenlijk niet eens dat dat soort theorieën de ronde doen. We sleutelen niet eens aan de oproepjes die binnenkomen. Ja, soms een spelfoutje.” En er komen wel degelijk reacties op de Hartkloppingen, verzekert Marijn ons, zij het weinig. „We krijgen twintig oproepjes en gemiddeld één reactie per week. Die spelen wij dan door.” Bij NS zien ze de Hartkloppingen als succes, „alleen al voor die ene match die we bereiken.”
Bij hoeveel matches er uiteindelijk meer uit is voortgekomen – een relatie of zelfs een date – is niet bekend. „De meesten laten daarna niet weten hoe het is afgelopen. Dat snap ik heel goed, want dat is hun privézaak”, zegt Marijn. „Maar we zouden het heel leuk vinden als mensen ons af en toe een update stuurden.”