Redactie Metro Nieuws 12 feb 2020, 13:40

Leestijd: 2 minuten

569 kinderen mogen blijven door verruimd kinderpardon

Door het verruimde kinderpardon mogen 569 kinderen alsnog in Nederland blijven. Ook 502 volwassen familieleden hebben een verblijfsvergunning gekregen. Dat laat staatssecretaris Ankie Broekers-Knol weten.

Het ruimere kinderpardon was begin vorig jaar een zwaarbevochten compromis. Om in het bestaande pardon in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning, moest iemand actief hebben meegewerkt aan vertrek uit Nederland. In de nieuwe regeling is het genoeg als iemand beschikbaar was.

In totaal werden 1100 kinderen opnieuw beoordeeld. 263 kwamen daar automatisch voor in aanmerking. De meesten van hen, namelijk 235 kinderen, mogen blijven. Ook waren er nog 837 kinderen die zich uit zichzelf meldden: van die groep kregen er 334 alsnog een verblijfsvergunning.

Afgewezen

Ook werden er verzoeken afgewezen, bijvoorbeeld omdat de aanvrager te kort in Nederland was, nog geen asielprocedure had lopen of deze minder dan vijf jaar voor de achttiende verjaardag had ingediend. Ook was er in enkele gevallen identiteitsfraude of gevaar voor de openbare orde.

De discussie over het kinderpardon bracht vorig jaar de coalitie aan het wankelen. D66 en ChristenUnie waren al langer voor een ruimhartiger beleid. Toen ook het CDA om ging, stond de VVD voor een voldongen feit.

Uitzonderingen

De liberalen kregen er wel wat voor terug: de zogenoemde discretionaire bevoegdheid sneuvelde, wat betekend dat de staatssecretaris die over asiel gaat niet langer uitzonderingen kan maken voor schrijnende gevallen.

Wel kan de directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nog een zogenoemde schrijnendheidstoets uitvoeren. Als na de eerste behandeling een asielaanvraag wordt afgewezen, wordt standaard gekeken of er toch niet sprake is van een schrijnende situatie.

Sinds de nieuwe procedure op 1 mei vorig jaar in ging, heeft de IND-directeur één keer besloten alsnog een vergunning af te geven, liet Broekers eind november weten. De discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris werd trouwens vaker gebruikt. Broekers’ voorganger Harbers deed dat in anderhalf jaar een kleine dertig keer, en eerdere staatssecretarissen nog veel vaker.