Tien jaar na de aardbeving op Haïti is het land nog niet af
Zondag is het precies tien jaar geleden dat Haïti werd getroffen door één van de grootste aardbevingen sinds tijden. Tien jaar later is het puin weg, maar een echte opbouw blijft uit.
Haïti – één van de armste landen ter wereld – werd op 12 januari 2010 voor een groot deel verwoest door de aardbeving met een kracht van 7,0 op de schaal van Richter. Er vielen 220.000 doden en 300.000 mensen raakten gewond. Huizen, scholen, wegen maar ook overheidsinstanties in de hoofdstad Port-au-Prince gingen verloren.
Marcel Catsburg, docent internationale strategische communicatie aan de Christelijke Hogeschool in Ede, schreef het boek Grond zonder rust naar aanleiding van de ramp. Catsburg, die in de jaren 90 een aantal jaar met zijn gezin op Haïti woonde, bezocht het rampgebied een halfjaar na de aardbeving. „Je zag de enorme kwetsbaarheid. Ik kwam door wijken die helemaal in puin lagen of totaal waren verdwenen. Haïti was al heel erg kwetsbaar en dan wordt het ook nog eens getroffen door zo’n vreselijk grote ramp.”
111 miljoen euro
Dat laatste opende de ogen van veel mensen in andere delen van de wereld. Haïti had hulp nodig en dat gebeurde. Ook vanuit ons land. Via het bekende Giro555 kwam een nationale inzamelingsactie, met een opbrengst van 111 miljoen euro als resultaat. „Een uitzonderlijk bedrag. Na de tsunami is voor Haïti het meeste geld opgehaald sinds het bestaan van Giro555”, vertelt woordvoerder Heleen Platschorre.
Volgens Platschorre hebben veel mensen behoefte om geld te doneren bij acute natuurrampen waarbij het aantal slachtoffers groot is. „Tegen natuurgeweld kun je niets doen, dat kan iedereen overkomen. Mensen zijn dan sneller bereid iets te geven. Ook kreeg de ramp veel media-aandacht en was de impact enorm groot.”
Toen
Dat het om een zeer grote ramp ging werd ook snel duidelijk voor Haïtiaan Pierre Sully Jourdain (29). Jourdain woonde tijdens de aardbeving op Aruba. Hij zag de afschuwelijkste beelden op televisie en kreeg van vrienden en familie filmpjes doorgestuurd. „Ik kon niet geloven wat ik allemaal zag. Er lagen overal gewonde mensen op straat. Het was een hele moeilijke tijd, want het was heel lastig om mijn familie te bereiken. En ernaartoe gaan lukte ook niet”, vertelt hij emotioneel. „Ik was toen 19 jaar en weet nog dat het mij niet goed lukte om mij te focussen op school. Je kon er ook niet met iedereen over praten omdat het soms te gevoelig lag.”
Het ouderlijk huis van Jourdain was compleet verwoest. „Het was een huis met drie verdiepingen, het huis waar ik in ben opgegroeid. Dit was vreselijk om te horen maar gelukkig zijn de meeste familieleden ongedeerd gebleven. Wel kwam er een vrouwelijk familielid met haar baby om.”
Inmiddels woont Jourdain acht jaar in Nederland en studeert hij accountancy op de Hanzehogeschool Groningen. Nu terugkijkend op wat er tien jaar geleden gebeurde kan hij concluderen dat veel mensen sterker zijn geworden. „We zijn een sterk en gelovig volk. We zijn dankbaar voor wat we nog wel hebben. De hoop en het geloof houdt ons op de been. Maar de verhalen zijn tragisch, de aardbeving heeft veel van ons afgenomen. Nog steeds zijn er mensen vermist. Zoals een nichtje van mij, zij is nooit meer teruggezien. Ze zou nu 26 jaar moeten zijn.”
Nu
Het puin is inmiddels opgeruimd, maar Haïti is nog lang niet opgebouwd zoals het tien jaar geleden aan de bevolking werd beloofd. „En waar ze op hadden gehoopt”, vertelt Catsburg. Sinds vorig jaar zijn er veel demonstraties en protesten tegen president Jovenel Moïse. De bevolking eist zijn aftreden. „Haïti kampt met veel problemen, er is veel onveiligheid, de gezondheidszorg is slecht en de overheid is corrupt.”
Catsburg wil benadrukken dat de 111 miljoen die vanuit Nederland naar Haïti is gestuurd wél goed terecht is gekomen. „Het geld is besteed aan nieuwe huizen, medische zorg en onderwijs.Veel ander geld is helaas verdwenen. De mensen zijn weg uit de tentenkampen maar een beperkt aantal heeft ook echt goede huisvesting. Je ziet dat er weer halve sloppenwijken ontstaan.”Ook het toerisme op Haïti komt nog niet echt van de grond. „Toeristisch gezien heeft het land veel te bieden. Er is ook wel een langzaam begin gemaakt met het opbouwen van resorts en hotels. Maar sommige hotels staan half leeg of worden bij gebrek aan toeristen gesloten.”
Zowel Catsburg als Jourdain zijn het over één ding eens: de Haïtiaanse bevolking is en blijft krachtig. „In 2016 heeft orkaan Matthew veel schade aangericht. Hoeveel pech kan een land hebben? Toch zie je dat de mensen er weer bovenop komen, gewoon weer verder te gaan en de hoop niet verliezen.”