Opbouwlach tot dijenkletser met de lachcoach
Metro’s Iris ging op bezoek bij lachcoach Martin om van Blue Monday een True Funday te maken, of gewoon keihard uit te lachen.
Van te voren waarschuwde ik hem maar gewoon. Dat ik eigenlijk best wel grieperig was en vorige week m’n hart nog een heel klein beetje gebroken is. En dat ik niet op commando kan boeren, dus waarschijnlijk ook niet lachen. Succes ermee.
Maar wanneer Martin Kuijper de deur van zijn woning in Almere Parkwijk opengooit en me met een joviaal ‘welkom!’ begroet, begin ik meteen al een beetje te lachen. Al komt dat waarschijnlijk vooral door zijn vrolijke wereldbolblouse en de grote gele button die hij heeft opgespeld. Van een smiley. „Spiegelneuronen”, legt Kuijper, wiens vriendelijke gezicht wel wat wegheeft van de emoji, uit. „Als je hier naar kijkt, ga je vanzelf lachen.” Kuijper wijst naar een land op zijn wereldbolblouse: Kenia. „Dáár wordt pas veel gelachen, joh. Kunnen we nog een voorbeeld aan nemen. Die mensen leven daar bij de dag, wij zijn hier veel te serieus. Zin in koffie?”
Nep/echt
Kuijper is ‘gecertificeerd lachcoach’ bij Gewoon Lachen. Hij sluit zijn mails af met ‘Hahahartelijke groet en tot lachs’ en lacht bijna elke dag wel. Betekent overigens niet dat hij nooit een off-day heeft, maar juist dan doet hij zijn lachoefeningen. Want nep of echt lachen, het effect is hetzelfde, „Lachen is gewoon gezond, of je nou lacht om een grap of een lach simuleert. Het stimuleert onder meer de aanmaak van endorfine, dat gelukshormoon, weet je wel.”
Hij geeft lachworkshops door heel het land, maar voornamelijk in Flevoland. Hij komt bij ABN en NS tot Deloitte over de vloer en begeleidt groepen van 8 tot 300 man. De lachcoach krijgt bijna iedereen wel aan het lachen, óók de Belgische accountants, zegt hij met een grijns. Daar was-ie laatst nog. „Van te voren dacht ik: oh jee, een moeilijk publiek vol met denkers, maar ik ben zelfs een half uur langer doorgegaan omdat het zo leuk was!” Laatst kwam er een man naar hem toe die vertelde dat zijn vader de dag ervoor was overleden en hij niet wist of hij wel kon lachen. „Ik heb gezegd dat hij het gewoon even moest aankijken en dat het misschien wel bevrijdend kon werken. En wat denk je? Na afloop komt hij naar me toe. ‘Het was fantastisch, precies wat ik nodig had.’ Mooi toch?”
Van vader Cees
Je hebt een mooie lach, daar moet je iets mee doen, hoorde Kuijper vaak. Die heeft hij van zijn vader Cees, en hij knikt naar een portretfoto in de kast. „Hij was heel serieus, maar als hij dan lachte, lachte hij ook echt. Een hele mooie, luide lach.” Zelf zat hij vijf jaar geleden niet zo goed in zijn vel, „zeg maar gerust depressief, ik voelde aan alles dat ik mijn leven moest veranderen.” Hij ging in de lachleer bij lachdocent en -coach Saskia van Velzen en het leven lachte hem geleidelijk aan weer toe. Hij ging aan de slag als lachcoach en dat liefde samen lachen is, bleek wel toen de vonk tussen hem en Saskia oversloeg. Ja, ze lachen wat af samen, knipoogt hij, „we hebben in vier jaar tijd nog geen ruzie gehad.”
De enthousiaste lachman, die ook een aantal kamers AirBnB’t en mensen uit heel de wereld over de vloer krijgt, heeft een arsenaal aan tips en oefeningen. „Wanneer je sombere gedachtes hebt, ridiculiseer die dan”, luidt hij de eerste in. Hij gaat rechtop staan en maakt een grotesk stopgebaar met zijn hand, terwijl hij hardop ‘STÓP!’ roept. „Dan zeg je ‘smile, and shake that ass’, en schud je met je kont.” Hij doet het vol overgave, „nu jij.” Even aan ‘iets treurigs’ denken, stop, smile and shake that ass. Tegenover elkaar staan we theatraal lachend met onze heupen te wiegen, de neplach wordt vanzelf echt en ‘iets treurigs’ wordt iets minder treurig. „Lekker, hè?”
Iédereen kan lachen, stelt hij. „Ik hoor weleens van mensen dat ze geen reden hebben om te lachen. Fake it till you make it, zeg ik dan. Als tip geef ik ze mee dat ze twee weken lang elke ochtend voor de spiegel naar zichzelf moeten lachen.” Letterlijke spiegelneuronen dus, „je merkt al na een paar dagen dat het steeds minder moeite kost en misschién zelfs wel dat het leven iets lichter voelt.”
Lachsalvo
De coach doet nog een oefening voor, die begint met de opbouwlach. „Heel klein en bescheiden, met je hand voor je mond.” Daarna ga je grinniken, „je haalt je hand weg en begint harder te lachen en dan te schaterlachen, totdat je op je dijen kletst van het lachen.” Hij doet het voor en na een seconde of twintig weerklinkt zijn krachtige lachsalvo in waarschijnlijk zo’n beetje de hele Parkwijk tot Almere Buiten. „Ik heb een grote longinhoud. Zo heb ik heb ook tuba gespeeld, maar in iedereen zit een bulderlach, hoor.” Is misschien wel ietwat lastig wanneer je in de trein zit, beaamt hij, maar Kuijper is niet voor een gat te vangen. Geef je medereiziger eens een glimlach op deze blauwe maandag, tipt hij. „En kijk wat er gebeurt… Succes ermee!”