Maarten van der Weijden gaat 24 uur zwemmen: ‘Het wordt pijnlijk’
Maarten van der Weijden daagt zichzelf opnieuw uit. Donderdagavond springt hij het Oosterhoutse zwembadwater in met als doel in een etmaal minimaal 101,9 kilometer af te leggen.
Dit keer geen tocht door de Friese wateren, maar ‘gewoon’ in het zwembad van Oosterhout. Zijn taak: 24 uur lang baantjes trekken van 25 meter. In datzelfde bad heeft hij al twee eerdere pogingen gedaan om in een etmaal zoveel mogelijk kilometers te zwemmen. De eerste keer slaagde hij er niet in het record van 101,9 kilometer te overtreffen, want hij kwam 2,4 kilometer tekort. Ook de tweede maal ging de titel aan zijn neus voorbij; ondanks hij 900 meter meer zwom dan het wereldrecord op naam van de Zweed Anders Forvass, werd de poging na anderhalf jaar ongeldig verklaard. Er was niet 24 uur lang een geluidsopname gemaakt.
Overtuigd dat de Olympiër het wereldrecord nu wél op zijn naam gaat schrijven, is hij een dag voor ‘d-day’ niet. „Daar ga ik niet zomaar vanuit”, zegt Maarten van der Weijden (38). „De Elfstedentocht heeft mij een stukje langzamer gemaakt.” Zijn gemiddelde snelheid tijdens de Tocht was ongeveer 3 kilometer per uur, nu moet hij bijna voldoen aan een wandeltempo en 4,5 kilometer per uur zwemmen. „Tijd om uitgebreid te eten of even langzamer te zwemmen, zoals dat tijdens de Elfstedentocht kon, heb ik niet. Overal moet ik secondes winnen.” Ieder half uur gaat hij kort wat drinken en eten. „Allemaal in vloeibare toestand, zodat zo’n etenszak in één keer in mijn mond kan worden gespoten.”
Weerstand
24 uur lang heen en weer zwemmen in een 25 meterbad; en dat minimaal 4076 baantjes. Het klinkt voor velen al vermoeiend bij de gedachte. „En dat ís het ook”, geeft de Olympiër toe. „Nu een dag vooraf kijk ik er niet naar uit. Ik voel een weerstand dat het heel pijnlijk gaat worden.”
Vooral na zo’n zeven zwemuren in armen en benen gaat het „minder fijn” worden, schat hij in. „Dan is het zwemmen niet meer fijn.” Hij zwijgt even. „Maar ik geloof niet in een leven waarbij ieder stapje fijn is. Het leven mag soms ook wel pijnlijk zijn, omdat het in het grotere plaatje wel fijn is.”
Mijlpalen
En waar denk je dan aan, als je je voor de zoveelste keer afzet tegen de kant? Getallen, getallen, getallen. „Gemiddeld wil ik 1,24 per honderd meter zwemmen. Ik wil beginnen met 1,21 per ronde, en zeker niet sneller, omdat je dat aan het eind dubbel zo hard terugbetaald. En dan 13,5 minuut over elke duizend meter, elke tien kilometer in twee uur en kwartier. Continu bereken ik die mijlpalen in mijn hoofd en wil ik dat het nog klopt.” Van der Weijden springt donderdagavond om 19.00 uur het water in. „Als ik de nacht doorkom met 1,21, dan heb ik een goede kans dat ik het ga halen.”
En dat de poging dan later alsnog wordt afgekeurd, omdat niet de hele race op camera met geluid is vastgelegd, gaat hem niet nog een keer overkomen. „De organisatie wordt dit keer professioneler aangepakt. Alles wordt goed vastgelegd, ook met betere geluidsapparatuur, zodat dat in ieder geval goed komt.” „En”, voegt hij toe, „ik ben heel trots op de organisatie dat opnieuw 100 procent gaat naar onderzoeken naar kanker.”
Elfstedentocht in estafettevorm
En van 28-31 augustus hoopt Maarten van der Weijden weer op „een mooi feest in Friesland”. Op de planning staat ‘de Elfstedenzwemtocht in een nieuw jasje’. Bekende Nederlanders, zoals Matthijs van Nieuwkerk, Claudia de Breij en Dionne Stax, en onbekende Nederlanders wisselen elkaar af tijdens de tocht van 200 kilometer. In elke stad kunnen mensen meezwemmen (je kunt je daarvoor nog opgeven). „Ik ga coachen en er alles aan doen dat we het met elkaar halen.” In principe trekt Van der Weijden zelf zijn wetsuit dan niet aan, „maar mocht het nodig zijn om zo de finish te halen, dan doe ik dat natuurlijk wel. Daarom blijf ik ook na deze wereldrecordpoging in training.”