Lerarentekort: ‘Kind uit lage sociale klasse kan niet omhoog klimmen’
Basisscholen in ‘kwetsbare wijken’ van de randstad zijn het meest de dupe van het lerarentekort. Middelbare scholen signaleren dat deze kinderen vaker een leerachterstand hebben in de brugklas.
Met name grote steden als Amsterdam kampen met een groot lerarentekort in het basisonderwijs. Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs (VO-raad) meldt dat een aantal middelbare scholen kenbaar heeft gemaakt dat er problemen zijn met sommige brugklassers. Woordvoerder van de VO-raad Linda Zeegers legt uit dat de conclusie genuanceerder is dan sommige media eerder naar buiten brachten. „Het gaat niet om een grootschalig onderzoek of harde cijfers. Wij krijgen signalen uit onze achterban dat er brugklassers zijn met een leerachterstand. We hebben het hier niet over honderden scholen, maar over een aantal leerlingen.”
Achterstandswijken
Zeegers legt uit dat in Amsterdam voornamelijk scholen uit kwetsbare wijken kampen met een groot lerarentekort. „Daardoor hebben juist die leerlingen minder les en vallen er gaten. Deze leerlingen krijgen vaak vanuit huis minder begeleiding.” Volgens Zeegers wordt de ongelijkheidskloof op deze manier groter. „Door het lerarentekort hebben docenten meer keuzemogelijkheden uit scholen. Het blijkt dat ze toch minder snel kiezen voor een school in een achterstandswijk.”
Jan Paul Beekman is rector-bestuurder van het Spinoza Lyceum in Amsterdam. Ook hij ziet dat Amsterdam kampt met een groot lerarentekort. „In het voortgezet onderwijs is het momenteel nog te overzien. In het basisonderwijs is het tekort veel schrijnender. Daar zie je bijvoorbeeld dat scholen een dag per week dicht moeten. Leerlingen die veertig weken per jaar een dag minder les krijgen, zullen dan een achterstand oplopen.”
Basiskennis
„Uit onderzoek blijkt dat de leesvaardigheid terugloopt. Of dat komt door het lerarentekort, is de vraag”, zegt Beekman. Ondanks dat ziet hij dat andere vaardigheden wel beter ontwikkeld zijn. „Digitale- of presentatievaardigheden zijn tegenwoordig soms beter dan reken- en taalvaardigheden. Het is maar net wat de samenleving belangrijk vindt.”
Hoogleraar pedagogiek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, Anna Bosman, legt uit dat basiskennis belangrijk is voor leerlingen. „Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen thuis veel meer mee dan kinderen van migrantengezinnen of lager opgeleiden. Dat betekent dat deze laatste doelgroepen het op school moeten leren. Als de school die basiskennis dan niet kan bijbrengen, krijgen we een probleem.” Bosman benadrukt dat er daardoor in de maatschappij een tweedeling ontstaat. „Het zou dan betekenen dat de sociale klasse het opleidingsniveau bepaalt. Zo kunnen kinderen uit lagere sociale klassen niet omhoog klimmen. De school moet dat verschil kleiner maken.”
„Basisschool Het Mozaïek in Arnhem ligt ook in een achterstandswijk, maar haalt fantastische scores. Dat laat zien dat er wel degelijk scholen zijn waar het milieu er niet toe doet. Dan bepaalt de school hoe hoog je komt op de sociale ladder”, zegt de hoogleraar.
Gat dichten
Volgens Zeegers is het voor middelbare scholen niet haalbaar om dit gat te dichten. „Ook het voortgezet onderwijs kampt met tekorten en de werkdruk is hoog. Daardoor hebben docenten weinig tijd om het onderwijs verder te ontwikkelen. Je kunt niet van leraren verwachten dat zij het gat kunnen dichten dat binnen het basisonderwijs is ontstaan.” Hoogleraar Bosman vindt dat basisscholen ondanks de moeilijke situatie zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. „Scholen moeten nu bewuste keuzes maken waar ze wel en geen aandacht aan besteden.” Daarmee benadrukt zij dat basiskennis over aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappij belangrijk is.
Status verhogen
De centrale vraag blijft: hoe lossen we het lerarentekort op? Rector Beekman: „Het gaat niet alleen om geld, maar ook om de manier waarop we onderwijs organiseren. Als je effectief organiseert, heb je minder leerkrachten nodig.” Volgens Beekman is samenwerking tussen onderwijsinstellingen daarin een belangrijke factor. „Maak bijvoorbeeld meer gebruik van onderwijsassistenten, houdt de klassen aantallen laag en zorg dat het primair- en voortgezet onderwijs nauw samenwerken.”
VO-raad woordvoerder Zeegers vindt dat er structureel geïnvesteerd moet worden in het onderwijs. „Het onderwijs is de kurk waar de samenleving op drijft. Het kabinet heeft nu een aantal incidentele oplossingen, maar dat is niet genoeg. De pijn in het basisonderwijs is momenteel het grootst. Dat is de basis en daar moeten we ons hard voor blijven maken. In Den Haag, maar ook onderling met de onderwijssectoren.”
Noodplannen
„Het lerarentekort is er eigenlijk altijd geweest", zegt Bosman. Als we het beroep niet aantrekkelijker maken, gaan mensen het gewoon niet doen.” Volgens Bosman moet de status van het beroep verhoogd worden. „Kijk bijvoorbeeld naar Finland. Daar hebben docenten status en kan niet iedereen zomaar leraar worden. In Nederland is er 25 procent uitstroom van leraren omdat ze het beroep niet aankunnen. Dat is heel hoog. Maak het onderwijsprogramma overzichtelijk en duidelijk. Zodat docenten weten waar ze aan toe zijn.”
Minister Arie Slob (Onderwijs) schrijft in een reactie: „Kinderen moeten goed voorbereid op de middelbare school komen. Met schoolbesturen en gemeenten doen we er alles aan om het tij te keren. Daarom gaan we onverminderd door met onze aanpak om nieuwe leraren aan te trekken en de huidige te behouden. Daarbovenop werken we samen met de grote steden hard aan noodplannen zodat kinderen goed onderwijs blijven krijgen, ongeacht de achtergrond van hun ouders of de straat waarin ze wonen.”