Oliebollen gebakken? Gooi het frituurvet niet weg maar lever het in
Bij oud en nieuw horen natuurlijk oliebollen en dan het liefst zelf gebakken. Maar wat doe je daarna met het frituurvet?
Meer dan de helft van het door Nederlandse huishoudens gebruikte frituurvet verdwijnt nog steeds bij het restafval of in het riool. Ten eerste is dit schadelijk voor het milieu, maar daarnaast kan het ook leiden tot verstoppingen. Dat zorgt weer voor hoge kosten bij gemeenten en waterschappen, en storingen bij rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Vies en intens klusje
Wanneer je frituurvet door de wc spoelt, ontstaan er in het riool grote klonten vet die problemen in het riool kunnen veroorzaken. De riolering, rioolgemalen en zuiveringsinstallaties kunnen door het vet namelijk verstopt raken.
Aad van Dijk werkt bij het hoogheemraadschap van Delfland en legt uit hoe het vet verwijderd moet worden: „Het vet wordt kapot gespoten en opgezogen. Dat is een vies en intensief klusje, want het vet vormt een dikke drijflaag die moeilijk kapot te krijgen is. Bij een groot rioolgemaal zijn 4 man, 1 zuigwagen en 1 spuitwagen 2 dagen bezig om het vet te verwijderen. Het gaat dus aardig in de euro’s lopen, geld wat de gemeenschap moet betalen.”
Gele kliko’s
Gooi het frituurvet dus niet meer in het riool, adviseert Van Dijk. „Het riool is geen vuilnisbak waar alles gedumpt kan worden”, benadrukt hij. Je kunt oud frituurvet daarom beter inleveren bij een inzamelpunt. Giet vloeibaar frituurvet terug in de verpakking en lever het vervolgens in in de gele kliko bij de gemeente of een supermarkt bij jou in de buurt. Van de ingezamelde vet en olie wordt vervolgens biodiesel gemaakt.
Er zijn in heel Nederland al 3000 inzamelpunten.