Nederlanders gaan vaakst naar tandarts (gebitjes nemen wel sterk af)
Nederlanders gaan het meest naar de tandarts van alle Europeanen. Logisch ook wel, „dat komt van vroeger toen we nog heel braaf luisterden naar de dominee, dokter en tandarts.”
Een Nederlander gaat gemiddeld 2, 8 keer per jaar naar de tandarts, een Spanjaard 1,4 en een Cyprioot laat zich slechts 0, 1 keer per twaalf maanden in zijn mond kijken, blijkt uit cijfers van Eurostat. Enorme onderlinge verschillen, maar echt als een verrassing komt dit niet voor Nederlandse tandartsen.
Twee keer per jaar
Van jongs af aan is het gesneden koek voor ons, iets wat ons met de tandenborstel wordt ingegoten. Het stamt nog uit de naoorlogse jaren toen de tandpreventie op gang kwam en schooltandverzorging en het Ziekenfondssysteem werden ingevoerd, dat iedereen verplichtte naar de tandarts te gaan. ,,In die jaren vijftig, zestig lag het in onze volksaard dat we naar de tandarts luisterden, net zoals naar de dominee en de dokter”, licht tandarts Richard Kohsiek toe. En dat is er al die decennia toch wel in gebleven, al luisteren we nu wel wat minder, ziet hij ook terug in zijn praktijk Kohdent Mondzorg in Bunschoten. ,,Er zijn ook mensen die maar een keer per jaar komen. Op zich niet heel erg, de gebitten zijn in de loop der jaren beter geworden, al raden we ouderen en kinderen juist weer aan vaker te komen.”
In het buitenland zit de twee keer per jaar-regel er helemaal niet in. ,,Daar ga je alleen naar de tandarts als je iets hebt of pijn voelt.” Deze buitenlandse benadering ziet hij heel af en toe terug in zijn eigen praktijk, waar een enkele keer een toerist met tandpijn bij hem aanklopt. ,,Dan komen ze in hun bootje aangevaren en zijn ze naarstig op zoek naar een tandarts. Voor een scherp randje aan hun tand ofzo.”
Zijn hoogleraar in Groningen vergeet hij nooit. ,,Drie gebitten krijg je in je leven, zei hij tijdens het eerste college. Melkgebit, volwassengebit en een gebitje.” Iets wat vroeger veel vaker voorkwam dan nu, zeker in zijn regio, waar de liefde voor de man op een bijzondere manier werd geuit. ,,Hier lieten veel vrouwen vroeger al hun tanden trekken als ze gingen trouwen, voor een kunstgebitje. Dan hoefde de man geen dure tandartskosten meer voor hen te betalen.” Gebeurt nu niet meer, schudt hij z’n hoofd, al komt er sporadisch nog een meisje bij hem binnen wier oma en moeder het wel hebben, ,,En zij dat eigenlijk ook wel wil. Je ziet dan vaak ook dat ze er al helemaal op is ingesteld en haar gebit niet goed heeft verzorgd, maar we doen het echt niet meer.”
Gerard Joling-lach
Ook Amsterdamse tandarts Wouter Vriesman snapt wel dat Nederlanders het meeste naar de tandarts gaan. Sterker nog: bij hem komen ze rustig drie keer per jaar, vertelt hij in zijn drukke praktijk Welldent Mokum. ,,Of nou ja, vooral ook bij mondhygiëne, het accent verschuift steeds meer naar tandvlees en bot, mensen willen tot hun negentigste met hun eigen gebitje doen en de esthetiek wordt steeds belangrijker.”
Merkte hij ook tijdens zijn tandartsjaren in Spanje, waar hij menig pensionado aan een ‘witte Gerard Joling-lach’ hielp. ,,Als die dan trots op de tennisclub geshowd werd, had ik het de week erna extra druk.” De vaak dure beugel was (en is) daar geliefd, ,,mensen zien het als een statussymbool en blijven er het liefst zo lang mogelijk mee lopen.” In het Eurostat-onderzoek ontbreken cijfers van de Portugese tandartsbezoeken. Verbaast Vriesman niets, ,,het ontbreekt daar aan administratie, er wordt heel veel niet geregistreerd.” Zelf vliegt hij regelmatig naar het Mediterrane land waar hij ook zijn praktijk heeft en dat de Portugezen beduidend minder naar de tandarts gaan dan Nederlanders, ziet hij telkens weer met eigen ogen. ‘Erbarmelijke gebitten’ en dan is er ook nog de geldkwestie. ,,Mensen onderhandelen daar gewoon na hun bezoek. Als het veertig euro is voor een kies trekken, dingen ze af naar twintig en hebben vervolgens maar tien euro bij zich. De rest komen ze dan de week erop wel betalen, zeggen ze…” Hij gelooft ze telkens weer op ‘op hun blauwe ogen’, maar in plaats van het tientje in een envelop op de mat, staat vaak een familielid voor de praktijkdeur, ,,of ik het ook even voor de special price bij hem wil doen.”
Aan de bar
Kost energie, beaamt hij, maar geeft ook energie, ,,ook wel mooi natuurlijk om die mensen daar te kunnen helpen.” Doet hij trouwens ook met zijn stichting Dentalcare Everywhere: elk jaar gaat hij tandplak en gaatjes grensoverschrijdend te lijf in Marokko bij de allerjongsten, ,,zodat ze daar de kans krijgen om op te groeien met een goed gebit.”
De tandarts babbelt er nog even vrolijk op los met een onvervalst Amsterdams accentje en verklapt onbewust misschien wel de reden waarom cliënten zo vaak bij hem komen. „Wist je trouwens al dat we een bar hebben? De enige tandarts van Nederland waar je aan de bar een koffie kunt drinken terwijl je wacht, gezellig toch?”