Deze mensen werken voor een veilig oud en nieuw
Voor de meeste Nederlanders is oud en nieuw synoniem met feest, champagne en oliebollen. Hulpverleners werken met de jaarwisseling echter op ‘standje extra’.
Begin december lijkt de Gemeenschappelijke Meldkamer in Utrecht nog een oase van rust, waar medewerkers van de brandweer, politie en ambulance geconcentreerd schermen met meldingen en actuele informatie in de gaten houden en wachten op eventuele 112-meldingen. Tijdens de jaarwisseling is daar geen sprake meer van, zo verzekert teamleider van de meldkamer van de brandweer Ellen van Stratum (48). „De voorbereidingen zijn al in volle gang."
Deze dinsdagochtend nemen twee centralisten bij de brandweer 112-meldingen aan, maar dat wordt op oudejaarsavond verviervoudigd. De topbezetting bij de brandweer is tussen 18.00 en 3.00 uur. In de hele Veiligheidsregio in Utrecht staat het grootste deel van de 1800 brandweermedewerkers paraat. „Op de meldkamer is zo’n beetje het hele team dan aan het werk”, zegt Van Stratum. „Normaal komt er een melding binnen, luistert de centralist naar wat er aan de hand is en afhankelijk van wat nodig is sturen we een eenheid."
Route uitstippelen
Daar is met oud en nieuw niet altijd tijd voor, omdat er zo veel meldingen tegelijk binnenkomen. Daarom heeft de brandweer dan een speciale applicatie waarin meldingen die direct actie behoeven op de normale manier worden afgehandeld. Kleinere zaken als een prullenbakbrand of een boom op de weg worden doorgestuurd naar de applicatie, die door alle brandweerposten ingezien kan worden. Aan de hand van die meldingen kunnen brandweerlieden hun route uitstippelen, om ook kleinere incidenten te checken.
Johan Schilperoort (42), die al dertien jaar op de meldkamer zit, werkt graag met oud en nieuw. „Ik vind het juist aantrekkelijk dat er zo’n groot werkaanbod is, dan ben ik helemaal in mijn element”, zegt de centralist. „De sfeer is ook anders, door de drukte ontstaat een soort verbroedering.” Die drukte kan erg variëren, zegt Schilperoort. „Een keer was het om middernacht gewoon helemaal stil, maar een ander jaar konden we elkaar pas om 01.45 uur een gelukkig nieuwjaar wensen."
Vrijwillige brandweer
Maar liefst 80 procent van de brandweer bestaat uit vrijwilligers. Kun je die wel vragen om met oud en nieuw klaar te staan? Die vraag is volgens Van Stratum niet eens aan de orde. „Dit zijn mensen met hulpverlenersharten, dat merk je aan alles”, legt zij uit. „Zij willen op zulke avonden juist helpen, dat is waarom ze bij de vrijwillige brandweer zijn gegaan.” Bij oud en nieuw is geen enkele brandweerpost buiten dienst.
Centralist zijn behelst meer dan een telefoon kunnen opnemen, verzekert Van Stratum. „Je moet verschillende communicatiestijlen beheersen. Sommige mensen zijn boos, in paniek – of juist rustig terwijl de situatie heel ernstig is”, zegt de teamleider. „In alle gevallen moet je je communicatie kunnen aanpassen om de relevante informatie boven water te krijgen, om zo meteen de juiste hulp te kunnen bieden."
Dat beaamt Schilperoort. „Je hebt hier niet hele vaste protocollen. Als centralist moet je echt per situatie kunnen beoordelen welke inzet die behoeft.”
Politie
Met die extra drukte en improvisatievermogen heeft ook hoofdagent in Schijndel Luuc Bovens (33) ervaring. Hij werkt elf jaar bij de politie en heeft meerdere jaarwisselingen meegedraaid. Dat zijn geen gewone diensten, zo legt hij uit.
„Er zijn meer incidenten. Er wordt alcohol gebruikt en zelfs verdovende middelen terwijl er landelijk – zelfs wereldwijd – een feestje wordt gevierd. Dit kan resulteren in een breed scala aan vervelende situaties, van vechtpartijen in de horeca tot verkeersongevallen”, legt Bovens uit. „Ook wordt al tientallen jaren illegaal vuurwerk naar Nederland gesmokkeld, wat soms gebruikt wordt bij vernielingen of waardoor mensen gewond raken."
Het is soms lastig dat agenten tegelijkertijd hulpverlener en handhaver zijn, stelt Bovens. „Het kan zijn dat je hulp wilt verlenen aan iemand die zich onwel voelt, bijvoorbeeld door overmatig alcoholgebruik. Omstanders kunnen zich daarmee gaan bemoeien, waarop we moeten optreden om het publiek op afstand te houden." Dat kan tot gespannen situaties leiden. Om dat aan te kunnen pakken wordt het aantal werkzame politieagenten tijdens de jaarwisseling verdubbeld, dit terwijl de organisatie al lange tijd kampt met personeelstekorten.
Dat tekort aan collega’s ondervond Bovens een jaarwisseling aan den lijve. „Er was een aanrijding met een dodelijke afloop voor de bestuurder”, vertelt de agent. „Ik moest bij de familie langs om te vertellen dat hij was overleden." Normaal gesproken gaat een politieagent daarna even naar het bureau om een kopje koffie te drinken om bij te komen, maar Bovens moest direct door naar een vechtpartij in de horeca. „Er was verder niemand beschikbaar, dus dan parkeer je je gevoel even en ga je toch naar die situatie toe. Maar als de dienst voorbij is, heb je het er wel even over.” Bovens zegt dat hij niemand iets kwalijk neemt, maar stelt zich soms niet realiseert hoe een politieagent zich voelt tijdens zulke zware diensten.
Geweld
Vorig jaar steeg het aantal meldingen van geweldpleging tegen politieagenten naar 59, tegenover 51 het jaar ervoor. Premier Mark Rutte zei dat hij dergelijke relschoppers het liefst ‘persoonlijk allemaal in elkaar[zou] slaan’. Bovens noemt de opmerking van Rutte ‘gewaagd’ en kan zich voorstellen dat de premier uit gevoel die uitspraak deed, maar is het er niet mee eens. „Als iemand een hulpverlener kwaad doet moet die conform de wet absoluut worden gestraft, maar persoonlijk keur ik geweld altijd af."
Werken met oud en nieuw als politieagent heeft ook mooie kanten, vertelt Bovens enthousiast. „In wijken en horeca worden we vaak positief aangesproken of krijgen we een kopje koffie of oliebol aangeboden”, zegt de agent. „En als we hulp komen bieden, zijn mensen dankbaar. Men ziet dat je er bent om te helpen en dat geeft leuke gesprekken."
Een situatie is Bovens bijgebleven, toen hij in Schijndel nota bene naar een huisfeest moest vanwege een overlastmelding. „Desondanks kregen we koffie en cola aangeboden en werd er gevraagd hoe het met óns ging en hoe onze dienst was”, aldus de hoofdagent. „Het is prachtig om te zien dat mensen waardering en respect uitspreken voor ons werk."