De driehoek van Utrecht had eerder moeten opschalen na aanslag
Bij de tramaanslag in maart dit jaar hadden de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de districtschef van de politie, de zogenaamde driehoek, sneller moeten opschalen.
Ook was eerder opschalen de communicatie tussen allerlei verschillende instanties ten goede gekomen. In de praktijk volgde eerst een overleg tussen burgemeester Jan van Zanen, de hoofdofficier van justitie en de hoogste chef van de politie. „Parallel hieraan kan een GRIP 3 al worden opgestart", concludeert het COT. Dan hadden de burgemeesters uit de regio gelijk kunnen aanhaken en ‘mee kunnen groeien in het incident’.
Waardevolle lessen
Na de tramaanslag op 18 maart van dit jaar werd het dreigingsniveau in Nederland voor het eerst verhoogd naar het allerhoogste niveau. Na het schietincident werd direct rekening gehouden met een terroristisch motief. Dat was voor het eerst. „De combinatie was uniek. Daar was nog niet op geoefend", stelt burgemeester Jan van Zanen.
Hij miste een algemene checklist hoe te handelen in het geval van dit hoogste dreigingsniveau. „Dan doe je dit, dit en dit. Dat je kunt afvinken. Dat bestaat nog niet." Hij wil leren van de waardevolle lessen die het rapport stelt. Het sterkt hem dat het COT dat vindt dat de crisisorganisatie „adequaat en actief heeft gehandeld en logische besluiten heeft genomen."
Burgemeester Van Zanen: „Wij moeten informatie beter delen. We hadden het advies om binnen te blijven duidelijker moeten omschrijven. Welke maatregelen wij hadden genomen, waar die golden en hoe lang ze van kracht zouden zijn."
Desinformatie
Volgens Van Zanen maakt de enorme hoeveelheid aan desinformatie het werk ontzettend ingewikkeld. „Ik heb veel berichten terzijde geschoven. Behalve het ‘ben je veilig pap’ van mijn kinderen." Volgens Rob van Bree, hoofd operatiën van de politie Midden-Nederland, is de stroom aan informatie een van de dilemma’s waarmee zijn organisatie te maken had. „Dit drukt enorm op de organisatie. Hoe kunnen wij de hoeveelheid berichten voortaan beter stroomlijnen?"
De politie laat weten tevreden te zijn over de manier waarop is gereageerd op de aanslag. Uit een onderzoek van een interne commissie blijkt dat de politie snel en effectief heeft gehandeld; er was ‘slagkracht op het gebied van opsporing en interventie’ en op straat bleef de rust bewaard.
De informatie-uitwisseling had wel beter gekund, concludeert de commissie onder leiding van de Amsterdamse politiechef Frank Paauw. „Deze evaluatie laat zien dat de investeringen die zijn gedaan – bijvoorbeeld op het gebied van opleiden, trainen en oefenen – hun vruchten afwerpen", reageert de Utrechtse plaatsvervangend korpschef Henk van Essen.
De politie werkte met de speciale procedure ‘Manhunt’, een georganiseerde klopjacht op verdachten van wie een grote dreiging uitgaat.
Monument
Inmiddels is bekend dat op het 24 Oktoberplein in Utrecht een herinneringsplek ter nagedachtenis aan de tramaanslag zal worden gebouwd. „Een plek waar ruimte is voor verdriet en verbondenheid. Het ontwerp van deze plek verbeeldt de golf van ongeloof en verdriet die door de stad Utrecht ging na de tramaanslag", aldus de gemeente.
Begin volgend jaar wordt begonnen met de inrichting van de herinneringsplek, die op 18 maart 2020 klaar moet zijn, precies een jaar na de aanslag. „Dan staan we op deze prominente plaats naast nabestaanden en ooggetuigen. Dan zijn we één Utrecht", aldus burgemeester Jan van Zanen dinsdag. „Het wordt een plek om niet te vergeten voor de slachtoffers en alle ooggetuigen. De impact is onvoorstelbaar groot."
De burgemeester omschrijft de locatie als een sobere, rustige en mooie plek met veel groen en bankjes. Centraal staat de boom waar steunbetuigers in de uren en dagen na de aanslag bloemen en kaarten neerlegden. Nadat de bloemen werden weggehaald, kwamen er rood en witte planten (de kleuren van de gemeente) voor in de plaats. De roep om een permanente herinneringsplek klonk toen al.