‘Airbnb geen woningverhuurder, maar dienstverlener’
Airbnb hoeft zich niet aan de regels van hotels of woningverhuurders te houden. Dat heeft het Europees Hof van Justitie donderdag geoordeeld.
Het verhuurplatform is geen vastgoedmakelaar of woningverhuurder, zo oordeelt Het hof. Airbnb hoeft zich daarom niet aan lokale regels te houden waardoor Europese steden het platform niet harder kunnen aanpakken.
Woningmarkt wordt negatief beïnvloed
Veel steden willen graag strengere regels voor verhuur via Airbnb omdat ze vinden dat de komst van het verhuurplatform overlast veroorzaakt en de woningmarkt negatief beïnvloed. Het zou bijvoorbeeld te vaak voorkomen dat woningen in Amsterdam alleen maar verhuurd worden via Airbnb worden verhuurd, in plaats van dat ze weer op de huurmarkt terechtkomen.
De hoofdstad wil graag regels voor het verhuurplatform. Zo zouden woningen maximaal dertig dagen per jaar verhuurd mogen worden via Airbnb. Maar door de uitspraak van het Hof hoeft Airbnb zich daar niet aan te houden. Ook kan de hoofdstad door het oordeel Airbnb niet verplichten om toeristenbelasting te innen.
Oneerlijke concurrentie
Een aantal Franse hoteliers brachten de zaak tegen Airbnb naar het Hof. Ze beschuldigen Airbnb van oneerlijke concurrentie omdat het platform zich niet aan dezelfde regels hoeft te houden als zij, maar het Hof ziet Airbnb niet als een zelfde soort bedrijf als een hotel omdat het bedrijf alleen een manier aanbiedt die consumenten kunnen gebruiken bij het zoeken naar een accommodatie. Daarnaast is het volgens het Hof niet bewezen dat de aanwezigheid van Airbnb de huurprijzen op een slechte manier beïnvloedt in Europese steden.