Vrouwen hebben het dus écht eerder koud dan mannen
De temperatuur daalt, dus reden om de verwarming binnen weer wat hoger te zetten. Maar dat brengt vaak een discussie met zich mee, want vrouwen willen hem meestal eerder aan dan mannen. Stellen vrouwen zich dan wat meer aan? Blijkbaar niet. Volgens een hoogleraar hebben zij het namelijk écht sneller koud.
Uit onderzoek van Stichting HIER Klimaatbureau blijkt dat vrouwen in Nederland de verwarming aanzetten als het buiten gemiddeld 14,4 graden is. Mannen doen dit wanneer het een graad kouder is.
Minder spieren, meer vetweefsel
Maar hoe kan dit dan? Marken Lichtenbelt, hoogleraar Ecologische Energetica en Gezondheid aan de Universiteit Maastricht legt dit uit aan NU.nl. „Vrouwen produceren minder warmte dan mannen.” Volgens Lichtenbelt hebben die dus in feite een minder grote kachel in hun lichaam. „Dat komt doordat vrouwen relatief minder vetvrije massa hebben dan mannen. Ze hebben minder spieren en meer vetweefsel.”
Dit leidt ertoe dat het in dezelfde warmte voor vrouwen lastiger is om op een lichaamstemperatuur van 37 graden te blijven. Het gevolg: de bloedvaten in je armen, voeten, handen en benen zullen volgens de hoogleraar iets vernauwen. Daarna worden je handen en voeten koud.
Variatie
Volgens Lichtenbelt zou wat variatie in temperatuur gezonder zijn voor je lichaam: „Een wat lagere temperatuur in de winter bijvoorbeeld en een wat hogere temperatuur in de zomer." Op dit moment is de warmte in een ruimte namelijk vaak strak afgesteld en heeft het altijd dezelfde temperatuur.
Is er dan ook een oplossing? Daar lijkt het niet op: vrouwen hebben het nou eenmaal kouder en daar is natuurlijk niet zo veel aan te doen. Meer aandacht voor dit verschil tussen mannen en vrouwen zou in ieder geval kunnen helpen in de jaarlijkse discussie rondom de verwarming.