Turkije stuurt maandag IS-strijders terug, Rutte wil opheldering
Nederland wil dat Turkije opheldering verschaft over de aankondiging dat het land IS-strijders maandag gaat terugsturen naar hun land van herkomst. Dat kondigde het land vrijdag aan.
„We zijn bezig om precies te achterhalen, ook in contact met de Turken, hoe dat zit", zegt premier Mark Rutte. Hij kan nog niet zeggen hoeveel Nederlandse zogenoemde uitreizigers Turkije dreigt uit te zetten.
Op de Dam staan
Nederlanders hoeven niet bang te zijn dat mensen die naar Syrië of Irak zijn gereisd om zich bij een terreurgroep als IS aan te sluiten plotseling „op de Dam staan", zegt de premier. „Die lopen op Schiphol tegen de marechaussee op." Hij gelooft ook niet dat Turkije „iemand zou terugsturen naar Nederland zonder enige aankondiging en zonder enig papier". Dat zou „wel heel extreem" zijn.
Het was steeds al zo dat uitreizigers die zich bij bijvoorbeeld de ambassade in Ankara melden, aanspraak kunnen maken op een terugkeer naar Nederland, benadrukt Rutte. Dat kan gebeuren als Turkije zelf inderdaad van vervolging afziet. „Het is al eerder voorgekomen dat mensen via Turkije zijn teruggereisd. Daar zijn gewoon protocollen voor."
287 IS-aanhangers
Het gaat om IS-strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië tijdens de militaire operatie daar. De minister van Buitenlandse Zaken, Süleyman Soylu, meldde begin deze maand al dat Ankara de strijders wilde terugsturen, maar gaf toen geen termijn. Tijdens het Turkse militaire offensief werden 287 IS-aanhangers gearresteerd, onder wie vrouwen en kinderen, volgens Soylu.
De Turkse regering ergert zich aan de passiviteit van Europese landen bij het terughalen van Syriëgangers. „Wij zeggen tegen hen: we repatriëren die mensen naar jullie, en daar beginnen we maandag mee", aldus Soylu.
Nog meer gevangenen
In Turkse gevangenissen zitten in totaal 1200 buitenlandse strijders van de terreurbeweging Islamitische Staat (IS) gevangen, zei Soylu eerder deze week. Uit welke landen de gevangenen komen, zei hij niet. Volgens cijfers van de Nederlandse Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ging het eind juni om twintig volwassenen en dertig kinderen met de Nederlandse nationaliteit.