Trump vindt openbare hoorzitting een schande
De Amerikaanse president Donald Trump zei dinsdag enkele van de openbare hoorzittingen van het Congres bekeken te hebben en noemde ze een schande. Maar het is aan de Amerikanen om hun eigen oordeel te vellen over de getuigenverklaringen in het onderzoek naar zijn mogelijke afzetting, zei Trump.
Trump had eerder op Twitter twee van de getuigen van dinsdag aangevallen, luitenant-kolonel Alexander Vindman, de belangrijkste Oekraïne-expert van het Witte Huis en Jennifer Williams, een assistent van de Amerikaanse vicepresident Mike Pence. Dinsdag zei Trump in het Witte Huis tegen verslaggevers dat hij Vindman helemaal niet kende.
Kritiek op telefoongesprek
Tijdens de hoorzittingen in het impeachmentonderzoek in de VS herhaalde Vindman zijn kritiek op het telefoongesprek van president Donald Trump met zijn Oekraïense collega, Volodimir Zelenski.
Vindman, lid van de Nationale Veiligheidsraad, zei dinsdag voor de inlichtingencommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden: „Het was ongepast dat de president vroeg om een onderzoek naar een politieke tegenstander". Vindman zei ook dat hij werd uitgesloten van meerdere bijeenkomsten, nadat hij zijn zorgen over het telefoongesprek had geuit.
Bezorgdheid
Ook de medewerkster van de Amerikaanse vice-president Mike Pence, Jennifer Williams, sprak opnieuw haar bezorgdheid uit over het telefoontje tijdens de hoorzitting. Beiden hadden het controversiële telefoongesprek op 25 juli in het Witte Huis gehoord. Trump had Zelenski daarin aangemoedigd om de rol van zijn Democratische rivaal Joe Biden in Oekraïne te onderzoeken. Trump zou daarbij militaire hulp aan Oekraïne hebben gebruikt als drukmiddel.
Zowel Vindman als Williams hadden eerder achter gesloten deuren in het Congres getuigd in de kwestie-Oekraïne. De transcripties van deze verhoren werden later gepubliceerd. Sinds vorige week zijn de verhoren ook in het openbaar.
Williams zei tijdens de hoorzitting op dinsdag dat het telefoongesprek van Trump met Zelenski „ongewoon" was. Reden is dat het gesprek een „schijnbaar binnenlandse politieke kwestie" betrof.