Staat in beroep tegen vonnis over terughalen IS-kinderen
De Staat gaat in beroep tegen het vonnis dat Nederland actief de kinderen van IS-vrouwen uit kampen in Noord-Syrië terug moet halen.
Dat laten ministers Ferd Grapperhaus (Justitie) en Stef Blok (Buitenlandse Zaken) dinsdag weten in een brief aan de Tweede Kamer.
De voorzieningenrechter bepaalde maandag in een kort geding dat de Staat er alles aan moet doen om de 56 kinderen naar Nederland te halen. Voor de IS-vrouwen zelf geldt geen verplichting. De zaak was aangespannen door de 23 IS-vrouwen, die momenteel nog in Noord-Syrië zitten. Op 15 augustus hadden ze de Staat aansprakelijk gesteld.
Risicovol
Het kabinet zei maandag al de rechterlijke uitspraak zorgvuldig te gaan bestuderen. De Tweede Kamer reageerde verdeeld op de uitspraak. Het CDA vond de uitspraak „risicovol", omdat de uitspraak de ouders van de kinderen de mogelijkheid geeft terug te keren. GroenLinks en D66 drongen er juist op aan de kinderen terug te halen.
Volgens de IS-vrouwen handelde de Nederlandse staat onrechtmatig door te weigeren ze terug te halen naar Nederland. Daarmee zouden fundamentele mensenrechten, zoals recht op leven en op veiligheid, worden geschonden.
De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had. Ze zitten nu vast in kampen die door de Koerden worden beheerd. Ze willen terug naar Nederland, maar het kabinet weigert ze actief terug te halen.