Rechter: Staat moet IS-kinderen terughalen
De Staat moet er alles aan doen om de kinderen van IS-vrouwen uit kampen in Noord-Syrië terug te halen naar Nederland.
Dat heeft de voorzieningenrechter maandag bepaald in een kort geding, dat 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen hebben aangespannen tegen de Staat. De rechter oordeelde echter ook dat voor de IS-vrouwen zelf geen verplichting geldt voor de Staat.
Als de Koerden de kinderen niet laten vertrekken zonder hun moeders, ontstaat er een nieuwe situatie, luidt het vonnis. De 23 vrouwelijke Syriëgangers eisten dat de Nederlandse staat hen samen met hun 56 kinderen naar Nederland zou terughalen. Op 15 augustus hadden ze de Staat aansprakelijk gesteld.
Het kabinet gaat de rechterlijke uitspraak over het terughalen van IS-kinderen zorgvuldig bestuderen. Dat zei premier Mark Rutte maandagmiddag. De Tweede Kamer reageert ondertussen verdeeld op de uitspraak. Het CDA vindt de uitspraak „risicovol", omdat de uitspraak de ouders van de kinderen de mogelijkheid geeft terug te keren. GroenLinks en D66 dringen er juist op aan de kinderen terug te halen.
Voor de VVD kan er geen sprake van terugkeer zijn. "Wij willen deze kinderen niet terug. En hun ouders al helemaal niet", twittert Kamerlid Dilan Yesilgöz. "Ik hoop dat de Nederlandse staat zal doorprocederen."
Wij willen deze kinderen niet terug. En hun ouders al helemaal niet
— Dilan Yesilgöz – Zegerius (@DilanYesilgoz) November 11, 2019
Geschonden rechten
Volgens de IS-vrouwen handelde de Nederlandse staat onrechtmatig door te weigeren ze terug te halen naar Nederland. Daarmee zouden fundamentele mensenrechten, zoals recht op leven en op veiligheid, worden geschonden.
De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had. Ze zitten nu vast in kampen die door de Koerden worden beheerd. Ze willen terug naar Nederland, maar het kabinet weigert ze actief terug te halen.