Noodwet Wilders blijkt deels onhaalbaar
De plannen die PVV-leider Geert Wilders naar buiten bracht omtrent een noodwet over stikstof, zijn volgens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deels onhaalbaar.
De noodwet van zes maanden zou moeten regelen dat projecten op het gebied van woningbouw, infrastructuur en landbouw kunnen doorgaan, ongeacht de stikstofuitstoot die ermee gepaard gaat. In dit half jaar „kan het kabinet in relatieve rust naar een definitieve oplossing zoeken", aldus Wilders
Juridisch onhaalbaar
Volgens een woordvoerster van minister Carola Schouten mag niet meer op krediet worden geleefd „als het gaat om het nemen van maatregelen die stikstofuitstoot reduceren". Het voorstel van de PVV bevat elementen die hier wel van uitgaan en zijn volgens de woordvoerster daarom „juridisch onhaalbaar".
De partij stelt onder meer voor elke woonwijk, snelweg of stal in aanbouw van ‘dringend openbaar belang’ te verklaren, met uitzondering van megastallen. Het voorstel biedt ook de mogelijkheid voor boeren om ongebruikte bouwcapaciteit waarvoor eerder al een vergunning is verleend, over te dragen aan andere bedrijven.
Compensatie extra uitstoot
Door een uitspraak van de Raad van State eind mei liggen duizenden projecten stil. De hoogste bestuursrechter haalde een streep door de manier waarop de overheid vergunningen verleende, zonder dat vooraf harde afspraken op papier stonden over hoe extra uitstoot van stikstof zou worden gecompenseerd.
In Den Haag wordt al maanden overlegd over oplossingen waarbij de natuur wél voldoende wordt beschermd, maar ook boeren en bouwbedrijven door kunnen met hun werk. Het kabinet komt komende week met concrete maatregelen.
De PVV wil met de tijdelijke noodwet juist pijnlijke ingrepen in bijvoorbeeld de maximumsnelheid voorkomen. „Deze wet zorgt ervoor dat boeren kunnen boeren en bouwers kunnen bouwen en er geen overhaaste beslissingen worden genomen die heel Nederland raken en waar iedereen last van heeft", aldus partijleider Geert Wilders.