Helpt een nieuw keurmerk voor vega-restaurants?
Nieuw op het menu: het Lekker Vega keurmerk. Een initiatief van de vegetariërsbond om het vleesvrije aanbod binnen de Nederlandse horeca wat overzichtelijker te maken.
Een „win-win situatie” noemt de bond het, zo zou de gast straks direct doorhebben waar binnen de regio het beste vega(n) vorkje wordt geprikt en weten zij de restaurants te vinden. Het kan nog wel even duren voordat dit daadwerkelijk het geval is. In 2020 moet de lijst vijfhonderd etablissementen tellen. Die moeten zich daarvoor wel zelf aanmelden en op de eerste dag staan er niet meer dan tien op de website. Is er eigenlijk wel behoefte aan zo’n keurmerk?
Tijd voor een update
De vegetariërsbond had er namelijk al een: gastvrij voor vegetariërs. Dat keurmerk blijft gewoon bestaan, maar voortaan als algemene Lekker Vega-waardering. Met twee geschikte hoofdgerechten op het menu kom je daarvoor in aanmerking als restaurant. „Dat keurmerk was wat slapend geworden, daarom was het tijd voor een update”, legt Lekker Vega-recensent Isabel Boerdam uit. De foodblogger, beter bekend onder de naam De Hippe Vegetariër, wijst op het bredere vleesvrije aanbod in de huidige horeca. Een rebranding was volgens haar nodig om daar recht aan te doen. De tijd dat herbivore gasten het met een geitenkaassalade moeten stellen is voorbij.
„Of een logo als Lekker Vega een succes kan worden, is afhankelijk van de behoefte van de behoefte van flexi- en vegetariërs”, stelt Dirk Beljaarts, directeur van Koninklijke Horeca Nederland. „Het keurmerk is van de Vegetariërsbond. Hoe gaan zij dit keurmerk laden? Als zij alleen kijken naar hun eigen achterban, dan is vier procent van de Nederlandse bevolking vegetariër. Dit is nog steeds een kleine groep. Daarnaast kost deelname aan het keurmerk de restauranthouder 75 euro per jaar.”
Keurmerken onder druk
Vanuit de restaurateurs klinken vervolgens wisselende geluiden. „Wij accepteren alleen keurmerken die ons gegund worden”, zegt Martijn de Haas, eigenaar van De Waaghals in Amsterdam. Zij zullen dus niet op de site van Lekker Vega belanden. „Uiteindelijk geloof ik niet zo in die labels. Het bio-keurmerk staat bijvoorbeeld ook al onder druk, dat is met meerdere het geval omdat er te weinig controle op is. Wij staan verder ook bovenaan op de meeste websites, dus gasten vinden ons toch wel.”
Regent het inmiddels geen nieuwe keurmerken voor restaurants? „Ik denk dat het voor de horeca wel meevalt, bij voedselproducerende bedrijven is dat een heel ander verhaal”, zegt Marc van der Donk, eigenaar van de vegetarische restaurants Bla Bla in Rotterdam en Groningen. Hoewel hij verwacht dat dit nieuwe stempel voor hen weinig toegevoegde waarde heeft, meldt hij Bla Bla waarschijnlijk wel aan. „Was het een paar honderd euro, dan zou ik het niet doen. Voor dit bedrag is het te overzien. We sympathiseren natuurlijk met de vegetariërsbond en eigenlijk horen wij als vegetarisch restaurant gewoon in de lijst, het zou gek zijn als wij er niet in staan.”
Graantje meepikken
Het eerste gouden keurmerk werd op dinsdagochtend feestelijk overhandigd aan de eigenaresse van restaurant LOFF in Breda, dat houdt in dat de kaart daar volledig vegetarisch is en de helft van de gerechten zelfs veganistisch. Hoe hoog de waardering is hangt af van het percentage vegetarische en veganistische gerechten op de kaart. Ook voor minder bemachtig je een plekje op de site. Is driekwart van de kaart vega(n) dan ontvang je een zilveren keurmerk, een derde is goed voor brons.
Van der Donk pleit er wel voor dat puur vegetarische restaurants sowieso in de lijst worden opgenomen. Restaurants waarbij vleesvrije opties slechts een deel van het menu uitmaken kunnen zich voor de zichtbaarheid dan alsnog aanmelden. „De groep vege- en flexitariërs is groeiende, daar kunnen die restaurants dan ook een graantje van meepikken.”