‘Er moet een tegengeluid op Black Friday zijn’
Black Friday, dé kans om de beste koopjes te scoren, komt er weer aan. Of het nu om mode, elektronica of parfum gaat, alles is te krijgen. Maar vooral die mode is best een probleem.
Iemand die niet bepaald blij is met de Black Friday-gekte, is consumentenpsycholoog Patrick Wessels. „Het is een beetje laten zien hoe slim je bent als je iets nieuws koopt tegen een hoge korting”, legt Wessels uit. „Maar dat is ook je motivatie, en dat is zonde. Je koopt om het kopen.” Ook is het helemaal niet per se goedkoper. „Niks kopen is namelijk goedkoop. Door de korting denk je dat je geld bespaart, en dus ga je wat luxer uit eten.” Over de hele linie ben je juist vaak wat duurder uit, maar praat je je eigen gedrag wel goed.
Aankopen goedpraten
Dat we het goedpraten, ziet ook ‘unfluencer’ Sandra Kleine Staarman. Ze begint in 2013 als fashionblogger, reist betaald de wereld over voor modeshows en heeft deals met grote modemerken. Tot ze op een tentoonstelling over slow fashion komt en langzaam tot het besef komt dat ze eigenlijk helemaal niet mee wil doen aan de mode-industrie. In februari dit jaar trok ze de stekker uit haar blog. Haar 160.000 volgers op Instagram vertelt ze nu – nooit betaald – over minder consumeren. „Zeker rondom Black Friday rechtvaardigen we alles. Dat glitterjurkje zou je normaal niet kopen, maar als ‘ie de helft van de prijs is, heb je ‘m ineens wel nodig, vind je.”
Eén van de redenen dat Kleine Staarman stopte, is dat ze klaar is met het zoeken van de dopaminekicks die je van nieuwe spullen krijgt. „En de effecten van dat winkelen zijn dramatisch. Je merkt dat niet als je een mooie winkel inloopt. Je bent niet bezig met de klimaatcrisis of arbeidsomstandigheden. Dat leed is helemaal niet zichtbaar.” De dopaminekicks waar de unfluencer het over heeft, duren ook maar kort, zegt Wessels. „Spullen kopen geeft een dag, hooguit een week een goed gevoel. Met het geld dat ik heb, koop ik zelf liever ervaringen die ik met anderen beleef. Een boswandeling met een kop koffie na. In januari denk je nog terug aan die fijne wandeling samen. Dat wat je kocht ben je alweer vergeten.”
Tegenbeweging
Wessels ziet wel een tegenbeweging opkomen. Dille & Kamille heeft Green Friday en verschillende modemerken doen mee aan Giving Tuesday, waar jij je inzet voor een ander. Ook de Fair Wear Foundation vond het tijd voor een tegenbeweging. De organisatie heeft samen met Mondiaal FNV, CNV internationaal en 12 FairWear-merken deze shopdagen aangegrepen om aandacht te vragen voor eerlijke mode, met een PeopleFriendly Fashion pop-up in Den Haag. „Het is een populaire dag om te winkelen”, zegt Lotte Schuurman, van de organisatie. „Wij willen laten zien hoe de kledingindustrie óók kan zijn.” Als consument kun je daar een steentje aan bijdragen, ook als je die ene broek wél wil aanschaffen. „Vraag bijvoorbeeld in de winkel hoe een kledingstuk wordt gemaakt. Hoe meer mensen dat vragen, hoe groter de kans is dat het op de hoofdkantoren terechtkomt.”
Transparantie
„We zien een steeds duidelijkere beweging dat eerlijke kleding van niche naar norm gaat”, vervolgt Schuurman. „Steeds meer bedrijven zijn transparant over waar de kleding vandaan komt of wordt gefabriceerd.” Op veel websites van merken valt te lezen hoe ze bezig zijn met mens, dier en milieu. „Maar je moet wel oppassen voor greenwashing. Check altijd of een modemerk is aangesloten bij een onafhankelijke organisatie die dat ook controleert. Fabriek en hoofdkantoren van merken moeten namelijk echt samenwerken voor goede omstandigheden.”
Belangrijk is wel om te weten dat een verandering als deze niet over één nacht ijs gaat, benadrukt Schuurman. Dat denkt ook Kleine Staarman: „Ik ben ervan overtuigd dat we dit kunnen, er gaat verandering komen in de mode-industrie. We dachten vijftien jaar geleden ook dat we niet minder vlees konden gaan eten, en kijk naar de eetcultuur op het moment. Zo’n hype gaan we ook krijgen in de kledingindustrie. Nu is het nog nieuw en groot, maar we gaan er langzaam naartoe. Er gaat iets veranderen!”
Tips van de pro’s:
„Koop bewust en ken je eigen stijl, zo doe je minder snel een miskoop”, tipt Schuurman. „Je kledingstuk belandt minder snel ongedragen in je kast. Shop ook wat vaker in die kast; door te weten wat er hangt – ook op de achterste planken – kun je meer combineren. En waardeer je kleding. Hoe en door wie is het gemaakt? Door het te waarderen ben je voorzichtiger met je kleding en kun je er langer mee doen.” Ook Kleine Staarman shopt graag in haar eigen kast. „Ik heb een inloopkast en op sommige dagen heb ik ‘niks om te dragen’. En kijk dan naar al die truien en broeken die er hangen!” Toch iets nieuws aanschaffen? „Vraag jezelf altijd af of je het echt nodig hebt en of het niet al in je kast hangt.”