De magie van 100 jaar radio
Geluid is op veel vlakken ingehaald door beeld en daarmee lijkt de klassieke radio in verval. Toch zijn er momenten dat iedereen massaal inschakelt. Momenten waarop geluid toch sneller dan het licht blijkt te zijn.
Vandaag klonk precies honderd jaar geleden de allereerste publieke radio-uitzending in Nederland. De Fries Hanso Idzerda verzorgde op 6 november 1919 het programma. Tussen acht en tien uur ’s avonds was hij te horen vanuit zijn eigen studio in Den Haag, met een zelfgebouwde zender. Een dag eerder kondigde hij het programma aan via een advertentie in NRC.
Gebroken tafel
Radio groeide uit tot het medium waardbij de buitenwereld de woonkamer binnendrong. De afgelopen eeuw is doorspekt met iconische momenten waarop het land aan de radio gekluisterd zat. „Denk aan de watersnoodramp in ’53”, vertelt Jan Westerhof. „Er gaat een anekdote rond bij mij in de familie. Mijn oudere broer en zus maakten ruzie over een elastiekje. Om hen tot stilte te manen, sloeg mijn vader zo hard op tafel dat deze stuk ging, hij wilde het belangrijke nieuws niet missen.” Dat moment maakte hij zelf niet mee, want hij kwam pas een jaar later ter wereld. Wel zou Westerhof uiteindelijk directeur van NPO Radio worden in 2007 en na zijn aftreden in 2016 schreef hij een boek: We waren erbij, de eeuw van de radio.
Vertellen wat je ziet en hoort
Radio gaat heel erg over die momenten. Denk aan de Molukse treinkaping bij de Punt. Cees Gravendaal deed daarvan ijzingwekkend verslag, je hoorde de straaljagers overvliegen, radio op zijn best. Of de bestorming van het Plein van de Hemelse Vrede in Peking. Het was 1989 en Chinese studenten hadden zich daar verzameld. Het leger werd erop afgestuurd. Duizenden mensen zijn toen vermoord, er reden tanks over de lijken heen. Er waren bijna geen journalisten aanwezig, maar een presentatrice in Hilversum had contact met een zakenman daar op straat, je hoort de angst en verbazing. Ze loodste hem door de uitzending heen en zei: vertel mij gewoon wat er gebeurt. Vertellen wat je ziet en hoort, dat is de essentie van de radio.
Gijzeling
Er is eigenlijk geen medium dat dit zo goed kan en voor een uitzending is bijzonder weinig nodig. In datzelfde jaar gijzelde de Duitse crimineel Stefan Kröger landmacht-kolonel Van der Kieft. Hij nam hem mee in een Ford Escort met pistool tegen de slaap, samen reden zij rond bij een benzinestation aan de A12. Westerhof woonde in de buurt en snelde er naartoe.
Via een geleende autotelefoon deed hij verslag vanuit de voorhoede. „Arrestatieteams stonden paraat met kogelwerende vesten en er lagen scherpschutters in de bosjes, daar reed het busje toen op af.” Er ontstond miscommunicatie, waardoor een van de scherpschutters per ongeluk het slachtoffer doodschoot. „Ik nam het waar op honderd meter afstand tussen de politieauto’s, dan kan je niet zomaar alles roepen, mogelijk luistert ook de familie mee. Die Duitser werd uit de auto gesleept met een zak over zijn hoofd, maar van de gegijzelde hadden we op dat moment nog niets gezien. Het ergste valt te vrezen, zei ik. Ik heb dat eindeloos herhaald. Tot een agent naar mij knikte en het overlijden van Van der Kieft bevestigde. Het was een uur lang live radio met één telefoon.”
Fortuyn
Er zijn genoeg recentere voorbeelden te noemen waarbij radio het medium bij uitstek bleek te zijn. Niet de minste is de moord op Pim Fortuyn. De politicus was te gast in het programma van Ruud de Wild. Bij het verlaten van de 3FM studio in Hilversum werd hij neergeschoten op de parkeerplaats. NOS-verslaggever Jeroen Stomphorst hoorde de schoten en was vrijwel direct ter plaatse. „Hij ligt hier gewoon in het bloed, ik weet helemaal niet of hij het wel gaat overleven”, zegt Stomphorst minuten na het incident live op radio 1.
Nog zo’n incident is de aanslag op de koninklijke familie bij De Naald in Apeldoorn, tien jaar geleden. Radio 1 had een live-uitzending op een balkon bij Hotel Bloemink. Vlak voor de ogen van de presentatoren ramt Kars Tates door het publiek heen in een poging de familie te treffen. De aanslag telde zeven doden en tientallen gewonden. Dit was natuurlijk ook op televisie, maar die verslaggevers konden niet tussen het publiek komen. Zij zien wat jij ook ziet. Verslaggever Jeroen Wielaert was ter plaatse voor de radio en rende naar het monument toe. De spanning van dat moment, je zit er zelf praktisch bovenop, dat kan radio.